07 juli 2007

De waarde van de waarde

Vandaag in de kranten stukken over de stand van de Vlaamse bevolking. De mensen zeggen gelukkig te zijn, maar maken zich grote zorgen over de toekomst. Ze zouden zich ook vragen stellen over de normen en waarden. Een van de editorialisten geeft daar een interessante uitleg voor. De Vlamingen beseffen dat ze in zowat het rijkste land ter wereld wonen, en dat hun welvaart een privilege is. Eigenlijk hebben ze alles, en dus kunnen ze zich eigenlijk alleen nog maar kwaad maken over de normen en waarden. Naarmate ze beseffen hoe ‘rijk’ ze zijn, willen ze zich meer afschermen van de anderen en willen ze vooral niet opgeven wat ze hebben. Een beeld van een verwend volk.

Als dit zo is, dan is het een behoorlijk schokkende vaststelling. Weten dat wat je hebt een privilege is, en dus niet aan iedereen kan gegeven worden. Niet aan wie elders op de wereld woont. En ook niet aan wie nog moet komen. Mensen maken zich zorgen over de welvaart van hun kinderen. Misschien is die zorg een besef dat wat nu is, nooit meer zal zijn. Misschien is er diep vanbinnen een liefst niet onder ogen te zien bewustzijn dat de rijkdom van de naoorlogse westerse generaties een tijdelijke uitzondering zal blijken in de geschiedenis. Mensen weten waarschijnlijk wel dat de levensstijl die we hier als na te streven norm hanteren niet uitbreidbaar is naar heel de wereld. Ze weten dat we al serieus over de ecologische grenzen zijn gegaan, en dus eigenlijk boven onze stand leven. Maar ze voelen zich tegelijk ook machteloos om eruit te ontsnappen. Misschien is het besef in morele zin te zwaar om dragen. Misschien is het te vermoeiend om in te gaan tegen een maatschappij die stilaan in elke vezel uitstraalt en inpepert dat je MEER moet: meer werken, meer produceren, meer consumeren, meer presteren, meer jezelf zijn.

Als ik de statistieken bekijk, dan kan ik moeilijk geloven dat we met zijn allen zo gelukkig zijn. Het aantal zelfmoorden en depressies in ons land is en blijft angstaanjagend hoog. Ik heb het er steeds moeilijker mee dat die werkelijkheid geminimaliseerd wordt. Het is immers een maatschappelijk probleem. Na een lange strijd van de vrouwenbeweging is eindelijk het besef gegroeid dat geweld binnen gezinnen geen privéprobleem is, en dus niet zomaar mag verbannen worden naar het domein dat achter de voordeur ligt. Wat we niet willen zien of weten, bestaat officieel niet, en is dus ook niet belangrijk. Dat is een misvatting. Met de spirituele leegte die mensen een depressie of de dood injaagt is iets gelijkaardigs aan de hand. Het mag niet zomaar weggeredeneerd worden, het zegt immers iets over onze maatschappij.

Er verschijnen stilaan meer studies over dingen als burnout en keuzestress bij onder meer dertigers. In die leeftijdscategorie zijn er veel mensen die psychisch in de knoei komen en lijden, en ze verwijzen daarbij vaak naar zinvragen. Wat is de zin van dit alles? Wat is de zin van mijn leven? Hoe komt het dat ik misschien zoveel heb, maar tegelijk zo onzeker ben, en mezelf zo leeg voel? Dat soort vragen.

De existentiële onzekerheid en angst die mensen voelen zijn geen individueel probleem dat kan opgelost worden door meer (ook hier) aan jezelf te ‘werken’. Ze zijn structureel, en hangen samen met het moderniseringsproces dat al eeuwen bezig is. Het moderne denken is een van de grootste verdiensten van de menselijke geschiedenis, hoe dan ook. De bevrijding van het denken, het idee van individuele rechten, de menselijke autonomie, het geloof in de veranderbaarheid van sociaal onrecht, het streven naar meer kennis, al die dingen zijn onvoorstelbaar belangrijk. Maar ze dragen ook een keerzijde in zich. Het geloof in de universele ‘maakbaarheid’ heeft ook geleid tot een bovenmatige toe-eigening van de natuur. De onttovering van de wereld leidde naast veel kennis ook tot een kille leegte. Het streven naar menselijke autonomie leidde ook tot fundamentele eenzaamheid.

Wie gelooft in het geweldige project dat de Moderniteit is, mag deze vaststellingen niet overlaten aan die groepen die in wezen een anti-moderne houding hebben. Wie zich progressief of links noemt, mag het debat over de waarden niet overlaten aan wie conservatief of rechts is. En dat gebeurt nu te veel.

Het wordt tijd dat er op een voorzichtige manier wordt nagedacht over een doorgeslagen individualisering. Niet in de zin van een ‘terug naar vroeger’ zoals sommigen bepleiten. Dus geen steriel debat over ‘normen en waarden’, waarbij het eigenlijk vooral over normen gaat. Maar wel spreken over waarden. Het is mooi dat je in dit leven als individu je eigen regisseur kunt zijn. Wie nu jong is, heeft kansen waar haar of zijn grootouders alleen maar van konden dromen. Maar tegelijk is er ook de druk van het moeten kiezen. Elke dag moet je je eigen planbureau zijn. Elke dag moet je zo nodig ‘jezelf’ zijn. Elke dag moet je bewijzen dat je met zoveel kansen en keuzes kunt omgaan. Sociologische verbanden vallen weg of worden losser. Op de arbeidsmarkt krijg je steeds minder bescherming, je moet het zelf maken. Het leidt er allemaal toe dat mensen steeds meer nomaden worden in een kille en onzekere wereld. Vroeger wist je wie je was door te verwijzen naar je familie, je klasse, je geslacht, je geboorteplek. Nu ben je wat je consumeert. En in die consumptie moet je via steeds weer duizenden keuzes bewijzen wie je bent. Het is dan ook geen toeval dat wat in wezen gewoon levenloze dingen zijn, zoals auto’s, al lang hun dingwaarde hebben verlaten om alleen nog symbolisch te zijn.

Progressieven moeten dus niet alleen over ‘solidariteit’ praten, maar ook over een ‘warme samenleving’. We moeten het debat aangaan over de scheefgetrokken verhouding tussen hebben en zijn, en dus terug meer over ‘zijn’ praten. We moeten erkennen dat in veel gevallen wie depressief wordt of de dood zoekt misschien wel heel ‘normaal’ is. Hoe mooi zou het zijn als we een levensstijl die nauwelijks weegt op de planeet maar rijk is aan tijd en diepe verbondenheid, en dus meer hoop kan hebben op een gelukkige toekomst voor onze kinderen, als na te streven ideaal gaan beschouwen. Hoe gelukkig zouden we kunnen zijn als we authenticiteit kunnen verbinden met innerlijke vrede en doorvoeld mededogen, en niet met een consumentistische lifestyle. Hoe progressief zou het kunnen zijn om antwoorden te zoeken op de vervreemding die zovelen tot wanhoop drijft. De Moderniteit heeft ons de kritische zin gegeven, laten we die dan ook gebruiken om de keerzijde van de Moderniteit te zien, en die inzichten te gebruiken voor een debat over de menselijke maat.

Geen opmerkingen: