19 december 2007

Je kunt de lucht niet bezitten

Ik sta te wachten op de trein die zo meteen zal komen. In de verte zie ik de lijnen in de lucht. Bewegende lijnen. Gebundeld licht. Een moderne variant van de luchtafweer. Overmoed en arrogantie. En misschien is het ook wel panisch. De mens wil steeds overal sporen nalaten. Als een vlucht vooruit. Waarom is het zo moeilijk om de nacht de nacht te laten? De nacht die er gewoon voor zichzelf is. Mooi als een vanzelfsprekendheid. Niet beschenen, niet betast, niet toegeëigend, niet ingenomen, niet bezeten. Laat het licht dicht bij de aarde, zodat het de gezichten belicht. Dat is meer dan mooi genoeg. Met de nacht is er het heelal, dat opeens bijna tastbaar maar onaanraakbaar aanwezig is. En de eenzaamheid die dat meebrengt. De schoonheid van zichtbare rimpels is een mooier antwoord dan luidkeels licht.

Misschien wil je soms een beetje in magie geloven. Wanneer het gaat over de ziekte die achter de hoek wacht. Je bent al bezocht door de ziekte die kanker heet, en je leeft nog. En je denkt dat je door een vorm van ontwapend leven, anderen zou kunnen beschermen. Je praat erover, noemt je toen ongevraagde gast bij naam en toenaam. Als was het een vorm van respect. Of een vorm van afleiding creëren: kijk naar mij, praat met mij en laat alle anderen met rust. Er is niets dat je liever zou willen. Laat alle anderen met rust. Laat het allemaal stoppen na dat bezoek aan mij. Laat alleen de tijd zijn werk doen. Als een eeuwig eb en vloed. Of zeg tenminste wat ik zou kunnen doen om hen te beschermen. Maar het is niet zo.

Woelen in het bed. Het is daarbuiten, aan de andere kant van deze binnenruimte, te koud om meer dan mijn neus over de rand van de deken te schuiven. En zolang de onrust er is, kiest mijn lichaam er niet voor om zich aan de trage warmte over te leveren. Er lijken zich allerlei gebeurtenissen af te spelen. De muur en de ramen daar lijken verder weg. Maar straks zullen ze anders zijn. Er zal een moment komen, tussen nu en dan, waarop de adem het enige zal zijn dat beweegt. En dan zal de ruimte zich in zichzelf terugtrekken. Hoe het zal zijn dan is te weten. Wanneer de keerkring overschreden wordt niet.

Dromen van houten kasten die moeten gemaakt worden. In welke volgorde moeten de onderdelen in elkaar gezet worden. Zou die verbinding sterk genoeg zijn. Zouden de schroeven aan die kant moeten. Zijn er bijzondere dingen te doen met zo weinig gereedschap. Zal het nadien te zien zijn waar het goed ging en waar niet. Zouden de herinneringen voldoende zijn om zelf het terrein te verkennen. Zou jarenlang kijken naar vaardige en denkende handen voldoende zijn om ooit zelf het hout teder maar vol zelfvertrouwen te begroeten. Het lijkt een bestemming. Ze komt dichterbij. Beweegt zich naar mij toe.

Ik heb haar beloofd dat ik gedichten zou maken voor de wedstrijd. Er staat een gedicht bij de opdracht. Van de dichter naar wie de wedstrijd vernoemd is. Ik lees het aarzelend. De woorden overweldigen me. Ze maken me een beetje bang. Ze beschrijven een vrouw. Ik probeer me alle vrouwen voor te stellen die ik ken, en vraag me af of er bij zijn die bij die woorden zouden kunnen passen. Misschien moet ik het gedicht uit elkaar halen. Alle woorden op een groot grasveld leggen. Met veel ruimte ertussen. En dan wachten op het moment waarop een van die woorden naar mij toe zal komen, zich tegen mij zal schuiven. Klaar om ontvangen te worden.

Ik lees gretig alle stukken in de kranten over de film die ik graag wil zien, misschien al later deze week. De artiest die niets anders doet dan veranderen, zichzelf telkens opnieuw vinden. Die het recht opeist om zelf zijn eigen beeld te kunnen maken. Ongrijpbaar, steeds ergens anders, met no direction home. Merkwaardig hoe ik telkens met een beetje argwaan begin te lezen. Alsof ik iets zou moeten beschermen. Er is niemand die weet wie hij is, misschien hijzelf zelfs niet. En toch is er iets. Hij is niet daar. Daar zou het over kunnen gaan.

3 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
"Misschien moet ik het gedicht uit elkaar halen. Alle woorden op een groot grasveld leggen."

En dat het dan moge sneeuwen, Jan, ...


Geen dichter die witter schrijven kan.

http://uvi.skynetblogs.be/ zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.

Was tweemaal dezelfde reactie.

En dat, Jan, laat zelfs sporen na.