01 december 2007

Thuis


Je bent het verhaal dat je over jezelf vertelt. Meer niet, en ook niet minder. Je kunt naar jezelf kijken als naar een web. Je kijkt in de spiegel, en je ziet een persoon. De mens die je in het glas ziet lijkt er min of meer uit één stuk uit te zien. Je kunt allerlei onderdelen bewegen, maar ze vormen een geheel.

Dezelfde mens in je eigen hoofd lijkt veel minder verbonden tot een eenduidig geheel. Je aandacht kan verschuiven. Het ene moment kun je helemaal in een gedachte zitten, een ander moment alleen maar in de pijn in je lichaam. Het ene moment lijkt het alsof je jezelf voor een seconde lang als een logisch geheel kunt voelen, waar alle stukjes van de puzzel in elkaar passen. Het andere moment is het een warboel waar de wind nog eens extra doorheen gaat. Wat het zou moeten zijn dat al die fragmenten van jezelf met elkaar zou moeten verbinden, weet je niet. Behalve misschien het beeld in de spiegel dat lijkt te suggereren dat alles toch nog netjes in dezelfde omhulsel zit.

Je komt iemand tegen, die je wel meteen als een andere persoon herkent, die persoon die je al langer kent. Je ziet wat er veranderd is sinds de vorige keer. Haar ogen zijn anders. Aan die kant heeft ze meer rimpels. Ze lijkt rustiger geworden, of net niet. En die persoon begint te praten. In de vragen die je krijgt, blijkt er ook een beeld van jezelf te zijn. In het hoofd en de herinnering van een ander is er een beeld van jou. Als een foto die ergens daar is, en die je nooit gezien hebt. Dat beeld horen doet je anders kijken. Het ene beeld schuift door het andere, en maakt een nieuw. Je ziet die andere persoon ook anders dan de vorige keer. Je voelt je rustiger worden, of net niet, en door de verandering lijk je zelf een ander personage te worden. Zo kun je dus ook zijn. Bij een ander zijn kan je warm maken, dicht bij een ander, en daardoor ook dicht bij een zelf, dat net daarvoor nog ergens anders was.

Je praat met een ander. En die ander vraagt je een verhaal te vertellen over jezelf. Over wat je meemaakte in die periode of op die plek. En over wat het voor je betekende. En je begint een verhaal te construeren. Misschien heb je al ettelijke malen, telkens aan andere mensen, verteld over hetzelfde onderwerp. Bij elk verhaal heb je sommige elementen weggelaten, andere toegevoegd. Dingen die eerst belangrijk leken, zijn ondertussen naar de achtergrond verschoven. Wat je toen niet wist, is nu duidelijk geworden. En je maakt een nieuwe samenvatting van jezelf.

Je vertrekt weer van daar, en gaat op weg naar huis. Je denkt na over wat je hoorde, en wat je zei. Waarom was dat ene aspect ineens zo belangrijk? Waarom was het net nu vandaag zo moeilijk om die ene zin te zeggen? En waarom had je wat die ander over jou zei nooit eerder zelf beseft? Is het echt zo dat die ene gebeurtenis toen en toen alles wat daarna kwam zo heeft beïnvloed dat de sporen in de aarde zijn veranderd? Of bestaan die dingen alleen nog in de verhalen die je erover vertelt?

Je vertelt een verhaal tegen jezelf. Wie je bent, staat daar op een blad in je hoofd. Er kunnen maar zoveel woorden op. Nieuwe dingen in je leven kun je niet zomaar toevoegen zonder andere weg te laten. Je moet telkens opnieuw zinnen herschikken. Woorden schrappen, om andere toe te voegen. Tot er een nieuwe synthese is. Wanneer je die de volgende keer leest, zal het lijken alsof het nooit anders geweest is.

En je blijft verhalen vertellen. Elke dag opnieuw. In een eindeloze beweging. Er is niets dat jou definitief in een kader kan vatten. Elke dag is een poging tot jezelf. Zoveel dingen zijn onvoorspelbaar. Zoveel dingen wil je eigenlijk liever niet weten. Zoveel dingen passen niet in de pose die je zo graag zou willen aannemen. En zoveel dingen leiden hun eigen aardse leven, los van dat hoofd van jou. Het is een chaos. Tot je elke dag opnieuw begint met het verhaal. Uit de hoop kies je de blokjes lego die je in een bepaalde volgorde legt. Als men je zou vragen wie je bent, zou je het aanschouwelijk kunnen vertellen, wijzend naar de blokjes.

En naast jou zijn er nog eindeloos veel verhalen. Je ziet andere mensen, die je kent, of nog niet. Je wilt niet alleen hun huid zien, of de verhoudingen tussen de onderdelen van hun lichaam. Je wilt de verhalen horen. Met al het falen en het zwijgen dat daarbij hoort. Soms wil je een tijdje elke dag opnieuw hetzelfde verhaal horen. Omdat dat je gerust stelt. Soms wil je verrast worden door wat je niet weet. Soms wil je gewoon eindeloos veel variaties van die paar sprookjes die je kent. Omdat ze tegemoet komen aan wat diep in jou aan verhaalverlangen rust.

Er zijn weinig dingen zo troostend als verhalen. Soms hoor je de onrust en het angstig stamelen in de woorden die uit jouw eigen mond komen. Maar een tijd later, in een nieuw verhaal over hetzelfde, hoor je iets wat op rust of inzicht lijkt.

Alles beweegt en verandert altijd, terwijl het steeds terugkomt, en uiteindelijk allemaal van hetzelfde is. Zoals het water in de rivier. Het staat nooit stil, schuift altijd aan je voorbij. Is de rivier de bedding, die steeds op die plek zal blijven? Of is het enkel het water, dat ongrijpbaar in staat van bijna-afwezigheid is? Het water gaat naar de zee, en komt via de lucht, misschien via de omweg van sneeuw, weer naar de aarde, weer naar dezelfde rivier. Je kunt elke dag naar de rivier gaan, op hetzelfde plekje op de oever gaan staan. En elke dag heb je dezelfde rivier gezien. Die elke dag anders is, en net daardoor zo zichzelf.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

"Je bent het verhaal dat je over jezelf vertelt. Meer niet, en ook niet minder."


Ik luister graag ...

.