29 november 2007

Waarom

Ik stap op de trein. Die is al behoorlijk vol. Achteraan de wagon heeft een jonge vrouw een brede bank in haar eentje ingenomen. Het is te zeggen, samen met haar paraplu. Het is een gezandstraald type, de vrouw. Elke fijne nog te ontluiken rimpel is al preventief dichtgeplamuurd. De bewegingen zijn gestileerd en passen bij haar veronderstelde aura. Dat aura heeft veel plaats nodig. En dus ook haar paraplu. Als ik haar vraag of ze misschien een beetje kan opschuiven zodat ik er ook nog bij kan, kijkt ze me verontwaardigd aan. Ze wijst naar de plek naast haar, en zegt dat die nat is, waardoor ze er niet kan gaan zitten. Als ik zeg dat ik wel op het hoekje van de bank zal zitten kan er een obligate glimlach af (ze zit nog in haar pre-botox-fase blijkbaar). Alsof ze me een speciaal voorrecht verleent. Ik word waarschijnlijk verondersteld begrip te hebben voor die arme natte paraplu die niet zomaar op de grond kan gelegd worden. Stel je voor dat er een stofje op komt… Ze is ongetwijfeld volledig overtuigd van de gegrondheid van haar wrevel omdat een of andere ouwe zo nodig ook wil zitten. Ze kijkt verder voor zich uit, door haar behoorlijk foute bril. Ze doet maar.

Ik heb ondertussen belangrijker dingen om aan te denken. Zoals de vraag: waarom? Ik las het gisteren in de literaire katern van de krant. Waarom? Een Nederlandse schrijfster deed een onderzoek. Ze ging lezende mensen in de publieke ruimte bevragen. De vraag was: waarom lees jij graag? Die vraag zit nu al een dag in mijn hoofd. Stel je toch maar eens voor dat een willekeurige mevrouw op mij af zou komen terwijl ik op de trein of op het perron een boek zit te lezen. Gelukkig zal de vrouw met de teergevoelige paraplu nooit naar mij komen met zo’n vraag. Na vandaag zal ze – ook gelukkig – trouwens helemaal niet meer naar mij komen met eender welke vraag. Welke vrouw het ook was, ik zou niet meteen een antwoord hebben, dat realiseerde ik me gisteren.

Toch maar proberen dus. Waarom lees je graag? Dat is bijna als vragen waarom de regen nat is. Of waarom er een a zit in het woord aap. Misschien is het een beetje als met de liefde of de vriendschap. Als je iemand die je graag ziet al heel lang kent, en je zou de vraag krijgen waarom je haar of hem graag ziet, kun je alleen maar antwoorden dat dat is omdat je die persoon graag ziet. In het begin, wanneer de ander en de gevoelens die erbij horen, nog wat onontgonnen zijn, kun je soms lijstjes maken. Wat vind je leuk, en wat niet. Wat doet je glimlachen, wat maakt je warm. Na een tijd blijft alleen de persoon over. Je ziet niet meer de onderdelen of attributen, alleen nog de beweging. Op een bepaalde manier is het moeilijker om iemand te beschrijven die je lang kent. Beschrijven zou een verslag zijn. Na een zekere tijd wordt wat een verslag was een verhaal. Je begint een verhaal te vertellen. Of je begint gewoon te glimlachen. Je zou naast die persoon kunnen zitten, zonder een woord te zeggen. Je zou samen naar het water kunnen kijken. En het zou lijken alsof je alles wist wat er te weten valt, door niets te zeggen. Je zou heel even de ander aanraken, elkaar in de ogen kijken, en weer verder zwijgen.

Lezen is niet anders. Misschien ben ik in de fase van het zwijgen aanbeland. Alleen al naar de boekhandel gaan en de boeken aanraken, nauwelijks waarneembaar, met één vingertop, is al iets van het ondertussen vanzelfsprekend geworden mysterie.

Hoe moet je het verlangen naar woorden beschrijven? Ik zou het niet weten. Tussen de woorden wil ik zijn. Dat weet ik wel. Niet altijd. Soms wil ik alleen zijn, zonder woorden die te dichtbij zijn. Alleen zijn is ook een vorm van liefde. Je kunt zo beter terugkeren naar de liefde. Te lang zonder woorden is ondraaglijk. Te lang niet kunnen lezen kan lichamelijk pijn doen, hevig zelfs. Lezen is als thuiskomen.

Natuurlijk is niet elk huis in de straat jouw thuis. En zelfs het huis dat jouw thuis zou moeten zijn kan soms vreemd en onherbergzaam aanvoelen. Soms wil je je eigen muren oplopen. Soms wil je alleen maar weglopen omdat je niet thuis wilt zijn. Wat je leest is dus ook belangrijk. Soms kom je bij iemand binnen, en voel je dat de energie goed zit. Je kunt daar even blijven. Je weet dat je lichaam rustig zal worden tijdens het gesprek. Soms ruik je een andere mens en weet je dat je er tegenaan zou kunnen liggen, en blijven liggen. Met boeken is het ook zo. Je loopt door de winkel, en gewoon door het boek vast te nemen, en het aan te raken, kun je weten of dat boek een thuis kan zijn. Soms vergis je je in mensen, en ook zo in boeken. Maar de magie van het kiezen kun je niet verklaren.

Maar het gaat ook over schoonheid. Al eeuwenlang denken mensen na over het wezen van de schoonheid. Hoe beschrijf je schoonheid? Ik kom op dit moment uit bij iets als: noodzakelijkheid die ten diepste ontroert. Mooie woorden die zich tot een boek of gedicht verenigen, moesten er zijn, ze konden er niet niet zijn. De wereld was anders voor ze er waren en nadat ze er waren. En de ervaring van die noodzakelijkheid lijkt jezelf te verbinden met iets dat buiten jezelf ligt, en net daarom in jezelf is.

Is lezen een vlucht uit de werkelijkheid? Daar aarzel ik. Ik heb het altijd meer ervaren als een vlucht in een werkelijkheid. Een verhaal moet nooit waar of ‘echt’ zijn, maar wel waarachtig. Omdat verhalen zo bij het wezen van de mens horen, is het verlangen naar verhalen tegelijk ook zo wezenlijk. Alleen verhalen kunnen ons redden van de brutale zinloosheid. Het kind dat zijn mama vraagt om nog een verhaal te vertellen, vat de menselijke existentie in zijn zuiverste vorm samen.

Als er morgen een mevrouw op me afstapt met de vraag waarom ik lees, heb ik mijn antwoord klaar. Ik zal doen alsof ik diep nadenk. Dan zal ik haar lang aankijken, zodat ik iets van haar verhaal kan vermoeden, en dan zal ik zeggen: lezen maakt me gelukkig.

2 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Gemiddeld komt 88,57% van uw bezoekers vóór 21:36
.

Ik was nog net op tijd, Jan.
Misschien was je inkt nog nat.

Maar uw grafiekenman vertelde me
dat ik bij de gemiddelde lezer was.

Om te lezen dan.
Want om een zinnige reactie te schrijven, voel ik me overtijd.

Tot morgen dan, Jan.
.

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Goedenmorgen Jan,

De trein is altijd
een beetje reizen.
Die kende jij al.

De trein is altijd
een beetje vrijen.
Die schreef ik je al.

De trein is ook altijd
een beetje schrijven,

merk ik.

Ik hoop dat je nog lang
blijft treinen ...

Al een goed weekend Jan.

.