12 mei 2010

Compassie

Er is iets met dat woord. Het is een mooi woord. Al doet het even aarzelen. In het dialect waarin ik opgroeide, zat het woord toch vrij dicht bij medelijden. Je twijfelt dus toch een beetje. In het Engels maakt men onderscheid tussen pity en compassion. Daar zit compassion dichter bij mededogen, en spreekt er een zachtheid uit die troostend is. Het woord komt dichter bij mildheid, bij een ander voorzichtig in je armen nemen en zeggen dat alles goed zal komen. Er zit aanvaarding in, van het strompelen van die ander, en zo ook een beetje van je eigen gestrompel. Hoewel, dat laatste is misschien toch nog iets moeilijker.

Ik lees een artikel over zelfcompassie. Dat woord doet ook even aarzelen. Raar. Alsof te veel mildheid voor jezelf toch een vorm van zwakte zou zijn. Wat het misschien ook wel is, als te veel mildheid zou willen zeggen dat je wegkijkt en jezelf ontloopt. Misschien confronteert het jezelf met een zeer lichte vorm van perfectionisme die eventueel in jezelf aanwezig zou kunnen zijn – let op de omtrekkende bewegingen in de formulering – en die je liever zou ontlopen.

Er is nood aan iets dat actief is in compassie. Je ziet de dingen in al hun naaktheid, en je blijft kijken, ondanks alle deuken en krassen, en laat die werkelijkheid gewoon tot je toe. Dat lijkt op een actieve keuze, die je ook niet had kunnen maken. Je blijft weg van het oordelen, wat een gemakkelijke vlucht zou kunnen zijn. Om te oordelen mag je niet te lang kijken, waardoor de grijstinten ver genoeg blijven. Je blijft dus wel kijken, en ziet de breekbaarheid, de schroom die nog geen schaamte geworden is.

Al die dingen kun je je voorstellen. Maar toch gemakkelijker voor een ander dan voor jezelf. Dat is toch nog een extra drempel. Je komt in niemandsland, waar je nooit eerder kwam of waar je niet weet hoe je er moet bewegen.

Een citaat uit het artikel: “Ongeluk en pijn verdwijnen niet; de pijn kan zelfs erger worden. Het gaat erom dat alles zachter wordt als je je niet meer tegen pijn verzet. Pijn is onvermijdelijk, lijden is optioneel, (…) Als je je gevoelens van onvermogen, ongeluk of pijn accepteert, dan verminder je het lijden aanzienlijk.”

Veel gedachten om over na te denken. Het klopt wel, dat het verzet opgeven tot minder pijn kan leiden. Pijn is er dan gewoon, niet als een soort uitzonderlijke toestand, die afwijkt van alles wat als normaal wordt beschouwd. Het wordt gewoon een gevoel, een toestand, die weer weg schuift zoals het water dat zich van het strand terugtrekt. Verdriet is dan gewoon een toestand, die je niet vast hoeft te houden. Maar je moet je er ook niet tegen verzetten. Het kan je niet volledig destabiliseren. Het gaat in dit geval natuurlijk waarschijnlijk wel over de relatief kleine golven. Daarmee kun je al iets leren, en heel misschien helpt het je wel om meer vertrouwen te hebben dat je een grote golf ook zult overleven.

Een ander citaat: “Het gaat tegen onze cultuur in. In de westerse maatschappij is succes de norm geworden. Ongemakken en onvermogen moeten worden weggepoetst. Je moet altijd vrolijk en sterk zijn. Het zou ook goed zijn als we meer compassie voor elkaar zouden tonen. Als we verdriet, pijn en zwakte meer zouden erkennen en niet zouden veroordelen.”

Ook hier weer lijkt het gemakkelijker bij een ander dan bij jezelf. Maar als je weer over de woorden nadenkt, wordt het duidelijk dat zelfmedelijden in wezen veel gemakkelijker is dan zelfcompassie. Ook daarover een citaat: “Bij zelfmedelijden vind je jezelf zieliger dan anderen en laat je jezelf onderuithalen door je misère. Bij zelfcompassie blijf je ‘overeind’.” Medelijden is in dit geval ook een vorm van vluchten. Het andere is moeilijker.

Of je zelf al genoeg zelfcompassie vertoont? Je kunt nog proberen die vraag te ontwijken door te zeggen dat daarop antwoorden een vorm van oordelen is. Of je zegt tegen jezelf dat het woord genoeg in dit verband getuigt van weinig zelfcompassie. Het zou immers impliceren dat er een norm is, waaraan je wel of niet voldoet. Dat idee is een valstrik. Misschien is er geen norm, maar is er alleen het kijken. Een kijken dat andermaal actief is, en niet passief of vergoelijkend.

Proberen zacht te zijn voor jezelf, het is niet zo eenvoudig. Vrede sluiten kan de moeilijkste weg zijn. En ook vrede is geen statische toestand. Het is niet de afwezigheid van iets, het is de aanwezigheid van iets.

Het is een mooi woord. Het doet je verlangen naar iets dat binnen handbereik zou kunnen zijn.

Geen opmerkingen: