In de krant een interessant stuk over hoe het internet ons anders doet denken. Hoe we blijven doorgaan in heen en weer flitsen, in snel brokken verwerken. En vergaren. Misschien is dat wel een mooi woord. Hoe het voor velen moeilijk blijkt om het andere, en trage tempo van een boek aan te kunnen. Misschien is traag niet het goede woord, al klinkt het beter. Het heeft meer met een lange golf te maken, en het blijven op één plek. De woorden op een blad in dit geval. Er is wel iets van. Je moet een drempel over, zodra je gaat zitten om aan je boek te beginnen. Het duurt even eer je hoofd en je ogen boek geworden zijn. Maar na een tijdje wil je niets anders meer.
Soms wil je toch even alleen maar het snelle bewegen. Soms wil je de gulzigheid proeven van zoveel verhalen, die zo dicht bij elkaar blijken te liggen. Zoveel dingen die je zou kunnen weten. Je zou ze kunnen lezen, en dan zou je het allemaal weten. Zeg je tegen jezelf. Maar het is niet zo. Je kunt heel even zien wat je eigenlijk niet kunt zien. Je kunt even zien wat je zou kunnen vermoeden. De gulzigheid is ook de frustratie, omdat je eigenlijk wel veel honger hebt in je hoofd.
En soms wil je het even niet. Je laat jezelf glijden in nietsigheid, terwijl je naar de trein loopt. Je zoekt die stukken in de krant die vooral anders zijn. En je leest ze misschien zelfs dan niet. Je kijkt alleen maar buiten. Het herkenbare landschap troost je. Je hoopt op zo weinig mogelijk indrukken.
Soms weet je niet wat je zou willen. Iets in je lichaam trekt naar de ene kant, terwijl je eigenlijk verlangt naar de andere. Het gevoel van de eerste vakantiedag, maar dan in het klein.
En het verlangen naar andere woorden. Misschien is het soms een opgave, om weer een stukje te schrijven. Maar je merkt dat je je moet plooien naar het tempo van de woorden zoals ze komen. Anders komen ze niet. Vechten is het niet. Wachten wel. En na het wachten ben je een ander geworden.
Alleen zijn helpt. Al kan het eerst even beangstigen, heel even. Alleen door het huis lopen. Voelen hoe je lichaam na enkele trage bewegingen in een ander ritme valt. Hoe je meer daar komt waar je zou willen zijn.
Soms is het te ver weg. Misschien moet je dat ook aanvaarden. Soms moet je een tekst maken die lang is. Die tekst kan er alleen komen door tijd. Misschien is het ook gewoon een vorm van concentratie. Je moet de neiging om heen en weer te wippen ver genoeg opzij duwen. Je weet dat je het enkel kunt door de tijd die nodig is. Je weet dat je hoofd pas anders zal zijn aan de andere kant van die tijd. Je weet wat je niet kunt zijn voor het daar is. Al zou je het misschien even anders willen.
Soms moet je het gewoon loslaten. Het verlangen naar al die boeken. Het verlangen naar veel kan je verhinderen om een ervan echt te zien en voelen. Wat je verlangt, kun je eigenlijk enkel bereiken door los te laten wat je verlangt. Het alles dan. Het genoeg is ook al iets. Zeg je dan.
Wat je zou kunnen doen, is soms zo dichtbij. Je zou een lange brief kunnen schrijven. Met de trage beweging van je hand. Als je eraan begint, merk je dat je hand lichtjes verkrampt is door zoveel toetsen. De letters komen moeilijker uit je pen. Je moet weer even zoeken. Net als bij het lezen van een boek merk je dat de woorden in het begin veel sneller door je hoofd gaan dan je kunt volgen. Het lijkt een drempel waar je geen zin in hebt. Maar het is de hand die bepaalt hoe de dingen zullen gaan. En de woorden schikken zich ernaar, en ze zijn blij, zo laten ze je weten. Of het gesprek waarop je je niet had voorbereid. Ineens is er iemand. Je had het anders voorzien, je had zoveel willen doen, je had dat en dat nog willen afwerken. Eerst is er de onrust. En na even is er alleen het verhaal van die ander, en de keuze die je maakt om alleen maar daarin geïnteresseerd te zijn. Het kan je elke keer weer verbazen hoe mooi het kan zijn. Soms is alles zo dichtbij.
En soms moet je gewoon wachten op na de woorden. De woorden neerleggen wanneer ze klaar zijn, en daarna uit de woorden stappen. Alleen maar bewegen en ademen. Misschien een trage dans. Hopen dat er even niemand iets zal zeggen. Dat je helemaal geruisloos wordt. En geloven dat iemand zou kunnen zeggen dat je bent als het water. Je kunt je buigen, en zachtjes blazen in het water, en zien waar de rimpels naartoe gaan. Zo zou het kunnen zijn. En je zou kijken naar de rimpels op je eigen wateroppervlak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten