14 juni 2012

De apocalyps


Altijd in voor diepgravend onderzoek, zo ben ik, het is algemeen geweten. Toch wel door twee mensen. Minstens.

Dat de stad een verhaal is, dat is ook geweten. Zelfs zonder, maar ook met woorden. Net zoals je woorden kunt schilderen op de huid, zo kun je het ook op de stad. Je kijkt er niet altijd naar, naar de woorden die verschijnen op muren. Ze hebben een betekenis, ze geven een teken. Ze onthullen iets van de geheimen die net uit het zicht blijven.

Zo ook de woorden die ik elke dag zie, op weg naar het werk. Op de muur van de duistere tunnel, net voor ik aankom. Duisternis, net voor je bestemming, dat moet iets willen zeggen. Misschien.

Het begint al goed. Je suis de Utrecht. Eerst in het klein, en dan nog eens in het groot. Zal zeker iemand van Amsterdam zijn, kan niet anders. Dan: Roy Orbison “Crying”. Rare plek om over hem te beginnen. En dan: No Apocalypse Now. Met een kruis door de No. Er is blijkbaar discussie over het einde der tijden. En dan net voor het licht: Filles Nues.

Tijd dus voor diepgaand onderzoek, want wat het verband zou kunnen zijn tussen die woorden, dat was niet meteen duidelijk. Uiteindelijk was het niet zo moeilijk, want hij stond gewoon te kijken, aan de andere kant van de tunnel. Jean-Paul.

“Ja man, dat is veel werk, zo met een nieuwe godsdienst beginnen. Dat valt toch tegen. En we hebben ook niet meer zoveel tijd, dus ik werk nu dag en nacht door.”

Die godsdienst bleek het Orbisonisme te zijn. Een godsdienst met een mondiale ambitie. Met zo’n naam kan dat ook niet anders, volgens Jean-Paul, denk maar aan urbi en orbi.

“Bij het einde der tijden zal Roy Orbison dus afdalen uit de hemelen, terwijl hij Crying zingt. Want dat is toch het mooiste nummer ooit gemaakt, of niet soms? En het is toch geen toeval dat die grote zonnebrillen weer helemaal in de mode zijn? Een teken meneer, dat is een teken.”

En hoe het dan juist zat met die apocalyps, of er discussie over was of zo.

“Man, breek me de bek niet open. Dat is de Jean-Pierre. En die is trouwens helemaal niet van Utrecht. Van Poederlee is hij, of all places. Hij is samen met mij begonnen met het Orbisonisme. Toen ging alles nog goed. Maar toen we dichter bij het besef van de apocalyps kwamen, begon hij toch te twijfelen. Een watje, dat is hij ja. Hij heeft zich dan met enkele mensen afgesplitst. De rekkelijken. Hij is er ondertussen trouwens van overtuigd dat niet Roy Orbison, maar wel John Denver zal neerdalen. Leaving on a Jet Plane. Man toch, stel je dat nu toch eens voor? In elk geval, hij is daar die No komen voorzetten. En ik heb die dan weer moeten doorkruisen.”

Of het Orbisonisme er voor iedereen is, wilde ik nog weten.

“Ah nee, alleen voor de uitverkorenen, wat dacht je.”

En hoe kun je dan weten of je uitverkoren bent?

“Ik zal u een geheim vertellen. Bloemblaadjes. Zij die uitverkoren zijn, zullen op een bepaald moment, op een bepaalde plaats, onverwacht, bloemblaadjes vinden. En dat is het teken. Wie uitverkoren is, moet zich klaar houden.”

Ik wou hem nog vertellen dat ik het zo raar had gevonden, enkele dagen eerder, om ’s avonds na een vergadering thuis te komen en te zien hoe er op mijn vaste fietsplaats ineens een hele hoop donkerrode bloemblaadjes lagen. Geen geheime aanbidster dus, maar wel een teken van hierboven. Of er ook tekenen des verderfs zijn, wou ik nog weten. Of de duivel aan het werk is.

“Dat zal nog niet zijn zeker? Die smartphones, dat is de bron van alle kwaad. Daar is de duivel aan het werk. Via die smartphones kan Lucifer binnendringen in ons hoofd. En dan zwijg ik nog over al die obscene vingerbewegingen, brrrr. Nee, de uitverkorenen weten het, zij hebben een gewone telefoon, waarmee je alleen kunt bellen en sms’en.”

En net deze week had ik ook in de krant gelezen dat zo’n telefoon, blijkbaar een dumbphone, zowaar een teken van hippigheid is. Ik had gedacht dat ik, geheel en al onbewust, dus al hip geworden was. Maar ik ben dus uitverkoren, blijkt nogmaals. Volgens Jean-Paul dan toch. Ik wou natuurlijk ook weten waar je dan naartoe moet, als het einde der tijden daar is.

“Dat is toch evident. Als het einde daar is, hoor je dus Roy Orbison. En dan moet je gewoon de blote meisjes volgen. Alleen de uitverkorenen zullen die kunnen zien trouwens. De meisjes zullen je de weg wijzen naar de hemel.”

Of de meisjes dat niet al altijd gedaan hebben, ook zonder einde der tijden, wou ik nog vragen. Gewoon hier in het leven, en dan de hemel en zo. Maar ik deed het maar niet. Ik zag hoe de stormen van de eindtijd door zijn hoofd raasden. Hij draaide zich om, en liep weer weg. En ik ging verder, nam de zijingang van het grote gebouw, en maakte me op om aan een nieuwe werkdag te beginnen.

Geen opmerkingen: