23 september 2012

En de trage onrust

Er is een waarheid in die Engelse Suites van Bach. Denk je. Alsof die noten aan zichzelf genoeg hebben. Alsof ze iets weten. Soeverein, als de zee. Ze hebben geen mens nodig.

Soms kan de onrust je overvallen. Je praat met twee jongens. Ze zijn helemaal naar je toe gekomen. Voor een werkje voor school. En je praat honderduit. En even denk je: het komt niet meer goed. Je ziet de wereld waarin zij zo oud zullen zijn als jij nu bent. En toch, ze zijn zo vol vuur, ze weten zoveel. Je zou zo graag willen dat. Maar heel even weet je het niet zeker.

Er is een gedicht over de wereld voor Bach. En soms denk je: waarom kan Bach niet genoeg zijn, nu, in de wereld na? Al die rotsblokken die je niet in beweging krijgt. Stel dat ze gewoon naar Bach zouden luisteren. En daarna besluiten dat het goed is, dat ze overtuigd zijn. En dan deemoedig het hoofd buigen, om daarna alleen nog maar te bewegen met de getijden.

Soms huist de onrust net onder je huid. ’s Nachts leg je je handen op je buik. Probeer je jezelf in de armen van je adem te leggen. Om daar te drijven.

En je dromen. Om een of andere reden stellen ze je gerust. Je zou er willen blijven. Die ochtend, net voor je op zou moeten staan.

Soms wil je zoveel. Als je eerlijk bent, kun je niet anders dan dat toe te geven. Je kijkt naar de dingen, en je zou zo graag willen dat. Natuurlijk heb je geleerd over de wegen der geleidelijkheid. Natuurlijk heb je alles geleerd. En toch.

Is het woord eigenlijk wel abstract, voor die muziek? Toch niet, denk je. Je ziet beelden, van die muziek. In iets van een strenge naaktheid, die daardoor verzacht. Er alleen maar naar kijken, dat is genoeg. Even lijkt het of er niets anders nodig is dan dat.

Soms is het helemaal niet zo erg om in de wind te lopen. En soms weet je niet zo goed waarom je daar loopt. Niet dat je de wind niet zou willen. Maar de anderen die kijken. Alsof ze aan een oever staan.

En Bach gaat maar door. Alsof de tijd er niet is. Alsof er een plek is waar je altijd naar terug zult kunnen keren. Alsof er altijd een thuis zou kunnen zijn. Onverstoorbaar.

En soms denk je dat je het niet hoeft te weten. Of je gedaan zult hebben wat je kon doen. En soms is die gedachte niet genoeg.

En al dat weten, en al die waarheid. Het is toch beter te weten dan niet te weten. Denk je.

En het is ook goed om je hoofd te buigen, bij het einde van de dag. Om jezelf uit handen te geven. En alleen nog te kijken naar de onrust. Misschien drijft ze wel even van je weg. De schaduwen zijn er nog om je te beschermen.

Zou je zo naakt kunnen zijn als die muziek? Zou je kunnen samenvallen met een dans die is herleid tot die muziek? Om alleen nog zo te bewegen in de ruimte. Met alleen de zwaartekracht van die noten. Je zou ze kunnen zien, in je handen, in je huid. En alles zou er zijn.

2 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

Tja, Jan,
er is zoveel 'ach en soms' in een mensenleven ...

Jan Mertens zei

Dat is zo Uvi, de ene dag weegt het, de andere dag drijft het voorbij. Dankjewel voor je reactie.