28 oktober 2012

Of het zal lukken

Of het zal lukken. Die vraag krijg je regelmatig wel eens. De dromen die je deelt met zoveel anderen. Of er nog tijd genoeg is. Of je niet te optimistisch bent. En wat je met onmacht doet?

Moeilijke vragen. Vooral moeilijk als het lijkt alsof jij die vragen moet kunnen beantwoorden waarop anderen ook geen antwoord hebben. Alsof het dan aan jou zou liggen. Alsof je door je antwoord zou moeten bewijzen dat er alle reden tot hoop is. Alsof er pas na dat antwoord bereidheid is om een stap vooruit te zetten.

Soms lijkt het een beetje alsof jij in het water staat, en mensen aan de rand van het water van je verwachten dat je kunt garanderen dat het zeker niet koud zal zijn als ze er een voet in zetten. En soms bijna alsof je zou moeten kunnen bewijzen dat de anderen over het water zouden kunnen lopen naar de andere kant.

Misschien bestaat dat beeld enkel in je hoofd soms, en deel je gewoon dezelfde vragen. Op dat moment sta je enkel op een andere plaats in de kamer, heb je een andere rol, en is het niet meer dan dat.

Op andere momenten is het niet zo. Dan lijkt het op zoeken naar waarheden, en hoe dicht je erbij kunt komen.

Of het zal lukken? Het zou kunnen lukken, ja. Maar misschien lukt het niet meer. Dat zou kunnen.

En wat is hoop? Is het de garantie dat je zeker aan de andere kant van het water zult komen? Dat lijkt een vorm van hoop die onvrij is. Een soort verlangen naar stoffeloosheid, naar niet weten, niet moeten weten. Misschien is het een oerverlangen dat we allemaal hebben, dat er iets of iemand zou zijn die alles van je schouders neemt, die je zegt dat het niet koud is, terwijl het stenen uit de grond vriest. Iemand die alle drassigheid voor je wegneemt. Al is dat dan tegelijk ook iemand die daarmee je laatste excuses wegneemt.

Misschien is hoop wel nattigheid. In het water staan, met niets anders dan je huid tussen jou en het water. Niet meer dan de keuze om daar te staan. Tussen de vragen die je niet kunt beantwoorden. In het besef dat je misschien wel nooit aan de andere kant zult komen.

Hoe je er staat, is misschien wel belangrijker dan de zekerheid van de andere oever. Dat probeer je jezelf aan te leren.

En het voortdurend falen zou je misschien wel vrijer kunnen maken, denk je. Op een of andere manier.

Misschien kan hoop enkel goddeloos zijn. Met een god zou het te gemakkelijk zijn.

En hoe kun je geduld leren? Als er geen tijd meer is. Dat je alleen maar adem bent. Het zou je kunnen troosten.

En alles wat niet te zeggen is. Misschien kun je het strompelen wel leren. Heel voorzichtig. Waardoor het woord antwoord in de herfst zou kunnen verdwijnen.

Herfstbereidheid. Zou het daarover gaan? En hoe het je kan raken.

Nat worden is niet zo erg. En als er te veel tranen zijn, kun je gewoon even kopje onder gaan. Waarna al het water van je af kan sijpelen.

1 opmerking:

mievb zei

Heel mooi, Jan.
En weet je, je staat niet allen in het water.

Mie