De trein
schuift door het landschap. Je huid voelt breekbaar.
Dat je
misschien te vroeg moest vertrekken uit de ochtend. Een ochtend die zich liever
traag een weg had gezocht in de dag. In nauwelijks waarneembare aanrakingen.
Met alle tijd.
Alle tijd,
hoe je soms denkt dat je alleen alle tijd nodig hebt.
Iets met
seizoenen.
Hoe je de
berg af wandelde, en je afvroeg of je niet te oud was. Een beetje verlegen. Hoe
die gedachte wel weer weg zou ebben. Hoe je dat had willen zien bij jezelf, in
die ochtend.
De herfst
voelt als een trage en zoete adem. De herfst glijdt langs je heen en omgeeft je
met doorwaadbaarheid.
Je durfde
het niet goed die avond. Traag met haar dansen. Je zou het nooit zo goed doen
als je het zou willen doen, in je hoofd. Zo soepel als een rivier die elke
beweging kan volgen. Je zou te snel je hoekigheid tegen kunnen komen. Je zou
haar teleurstellen.
Nauwelijks
waarneembare aanrakingen. Tussen zoveel mensen. Als herinneringen aan wat
blijft komen.
Misschien
heeft een lichaam een eigen ritme. Is het niet erg om daar verdrietig over te
zijn. Misschien heb je alleen nood aan lange ochtenden.
Iets wat
als een trage wegwijzer zou kunnen doen dromen van die dans. Dat kun je ook
doen op een korte ochtend. Heel even.
Hoe je
probeerde om ongemerkt, of een beetje toch, altijd te zien waar ze was. Had je
dat nu eigenlijk goed gedaan?
Het
landschap schuift voorbij. Is het toeval dat het in jouw boek gaat over
herinnerde landschappen?
Je schrijft
het woord tederheid op een treinkaartje. Je zou er iets mee moeten doen.
Misschien
ben je wel in een ander seizoen terechtgekomen. Je adem zegt dat dat goed is.
Het kan
zijn dat je gewoon moet beginnen met je handen. Dat het niet moeilijker is dan
dat.
Je ziet
ogen aan beide kanten van de nacht. En je denkt: het is goed.
Soms kun je
meer houden van de reis dan van het aankomen, denk je. Je bent het landschap
dankbaar. En de herfst.
Hoe je ook
het papier van de bladzijden van je boek voorzichtiger gaat betasten.
Woorden
leggen zich langzaam neer, onder je huid. Zoals je jezelf neer kunt leggen,
traag uitgespreid. Bijna klaar voor een ochtend.
Je beweegt
anders, als je die avond terug naar huis loopt door de stad. Iets in je
evenwicht beweegt anders.
Thuiskomen.
Een bericht voelen, ergens. Een warme traan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten