15 september 2013

Een lichte

Zou het weer regenen? Merkwaardig toch, de vorige dag, hoe je van regen die eruit ziet als een wat volwassen miezer toch zo ongelooflijk nat kunt worden. Als je die ochtend weer naar huis fietst, denk je dat de regen even weg mag blijven.

De naweeën van een verhuis en een week dolen nog door je rug. Een beetje toch.

Soms ben je niet zo tevreden over jezelf. Soms kijk je een beetje machteloos naar jezelf en vraag je je af. Als een niet afgemaakte zin, zo voel je je dan. Een beetje toch.

Het sijpelt door je hoofd. Ergens in de buurt van je slapen.

Langzaam de dingen in het huis nog wat opruimen. De dingen doen alsof je tijd hebt. En hoe het daardoor af en toe lijkt alsof jij het bent die de dingen stuurt. Veel dingen dus.

Uit elkaar gelegde repen. Met veel witruimte. Zo zou een goede zondag eruit kunnen zien. Het ene doen. Pas daarna het andere. En niet meer dan dat. Bijna alsof je jezelf zou kunnen uitspreiden, in stukken, op het malse gras.

Iets van een oud verdriet.

Een mooi gesprek dat je meer raakt dan je verwachtte. Dat wat je niet uit kunt leggen, nog steeds niet, en dat wat je, als was het voor het eerst, nog beter begrijpt nu.

Je rug legt zich ook uit elkaar, in wervels.

Een lichte zondagmelancholie.

Als ze nu zou komen, zou je dit alles zo en zo aan haar uitleggen.

Genoeg sentiment in die televisiereeks. Je geeft je er gewillig aan over. Niemand ziet je tranen nu.

Af en toe schuif je even weg in iets dat een randdroom zou kunnen zijn. Het blijft je verbazen. Dat het is alsof er ergens net onder je huid een stroom is van beelden. Je kunt er zomaar in vallen, als een naald die ergens in een groef van een plaat terechtkomt. Dat die stroom er eigenlijk altijd is, en dat je dat pas merkt als je niet geheel wakker bent.

Denken aan dingen die je zou moeten regelen, en die iets met een einde te maken hebben.

Misschien is het als die dunne regen van gisteren, hoe dat zondaggevoel door je huid beweegt.

Misschien komen sommige dingen enkel in je leven zoals ze kunnen komen. Niet eerder dan wanneer het tijd is. Niet anders dan hoe je ogen je gevormd hebben. En kun je dat alleen aanvaarden.

Zomaar liggen. Alsof je tijd hebt.

Je loopt een beetje haperend door het huis. Het is niet erg.

Het besef van wat je misschien falen zou kunnen noemen. Als je het van die kant bekijkt. Je zou het ook blijven proberen kunnen noemen.

Met een lichte toets het eten maken. De dingen voorzichtig aanraken.

Nog niet denken aan morgen. Alleen maar verlangen naar een zondag die heel langzaam leegloopt.

En morgen zal het lijken alsof gisteren anders was.

Geen opmerkingen: