01 september 2013

Het verschil tussen een oceaan

Soms kan het een klein beetje tegenzitten. Een bushalte die zomaar wordt afgeschaft, tijdelijk dan, waardoor twee treinen gemist worden. Een trein die niet verder gaat dan het station waar je die trein wilde nemen, omdat iemand het blijkbaar een cool idee vond om een steen door het raam van de locomotief te gooien. De volgende trein die je dan maar neemt en die een pak vertraging heeft door een kabelbreuk. Een extra overstap op een trein die, zo blijkt, niet het meest frisse toilet van het gehele universum heeft. Gelukkig rijdt de kusttram gewoon lekker gewoon.

Tussen enkele van de etappes van de vertraging nog even een terrasje voor een koffietje. Het tafeltje achter je. Twee mensen zitten te eten. Gehaktballen in tomatensaus met frieten. En daarbij een milkshake. Moet heel lekker zijn, ongetwijfeld…

Het raadsel van het groene dubbelverdriet gaat al vele jaren mee. Ooit bedacht tijdens een lange afwasbeurt op kot, en nog steeds bruikbaar. Hoe komt het dat je sommige dingen zo lang kunt onthouden? Het verschil met een vogeltje, die doet het ook nog altijd.

Creatieve rekenkunde. Als je bij de leden van de quizploeg genoeg personen omschrijft als ofwel kind ofwel kinds, dan kom je nooit boven het maximumaantal per ploeg.

Geriatrische rekenkunde. Via simpele deductie vaststellen dat jij de oudste bent van de hele quizploeg. Jij bent immers de enige die weet wie Lucille Ball is. (Toch ook verbazing wekken met de vaststelling dat jij meteen het programma Gossip Girl herkent, zal wel niet goed zijn voor je imago.)

Zoals gewoonlijk niet de punten afwachten. Liever met je geliefde in de donkerte van de nacht over de pier lopen, en merken hoe de zee iets doet met je adem.

Nog eens een poging doen om je gsm als wekker te gebruiken. En weer, uit schrik voor het alarm, ruim eerder wakker worden.

Wat is nu eigenlijk het verschil tussen een zee en een oceaan?

Blijkbaar ben jij de muntjesman.

Niet goed weten hoe je dat allemaal moet doen, wat je nu doet, wie je nu geworden bent.

Dit is de eerste keer zo, in al die jaren. Nog niet goed weten wat dit allemaal betekent. Misschien mag dat later ook nog wel, dat weten.

Zou je het goed doen?

Het zengehalte van een uur lang door het raam kijken naar een zwembad. En hoe je van een gele glijbaan kunt schuiven.

Terwijl je eindelijk bijna in de buurt van de cateringtafel bent aangekomen, na een lange file, toch dapper blijven herhalen dat wie nog niets gekregen heeft voor mag kruipen. Hoewel je stiekem denkt dat dat principe van Last In First Eat toch ook aan een quotaregeling zou mogen worden onderworpen. Maar het zal wel goed zijn voor je karma. Of zo.

Een late wandeling langs de zee. Grote en nog grotere hartjes in het zand. Vooral oma scoort goed, qua hartje. Een jongetje met zijn papa aan de rand van het water, vruchteloos proberend een telegeleid autootje weer aan de praat te krijgen. Ergens in de appartementen in de verte een raam dat helemaal rood is. Misschien een wat bloederige film op de televisie? Maar vooral de zee. Gewoon zomaar daar. De zee fluistert iets in je oor, en knipoogt in het donker.

De wekdienst.

Zomaar op een podium zitten, en praten over boeken. Eigenlijk doe je dat wel een beetje graag. Zou het te merken zijn?

Een trosje oudere vrouwen, met nog een man erbij, wurmt zich op de al behoorlijk volle kusttram. Die ene mevrouw heeft alles onder controle, zij geeft de in- en uitstapinstructies.

Het heelal is het alles. Het meestal is iets minder. Het bijnal nog minder.

(Je had vorige week nog een artikel gelezen over kinderen op reis. Waarom ze niet kunnen inschatten hoe ver het nog is. En wat je daaraan kunt doen. Je wel nog herinneren dat je het las, maar niet meer wat nu al die tips waren. Ineens herinner je je er nog een.) Spelletjes met meisjes op de trein. Zo snel mogelijk een ding zien daar buiten in het donkerblauw.

Je geliefde heeft iets met fuchsia. Ze is dan ook een heel slimme vrouw. Dat leg je ook maar even uit aan de kleine meisjes.

Een haarspeldje in je haar. Het meisje plaagt je: ‘Jij bent een meisje, jij bent een meisje.’ Later zal ze je pet op je hoofd zetten: ‘Anders gaan ze lachen met je kale kop, en dat mag niet.’

Ik zie ik zie wat jij niet ziet.

Er nog steeds even over moeten nadenken, denk je. Maar dat is niet zo slecht.

Door de straten lopen met die zware rugzak en denken: is de vakantie nu echt voorbij?

Geen opmerkingen: