19 juni 2020

Gedachten 94

Helemaal wakker ben je niet, maar het lijkt toch alsof je helemaal klaar bent voor de dag. Gedeukt kan ook dus.

Gevoelde aanwezigheid.

Je neemt je voor om je wekelijkse vrijdagse klus dit keer vroeger af te hebben. Het verandert je gevoel van dagruimte, hoe zoiets anders te veel plek in kan nemen, waardoor je je in de hoek van je eigen dag geduwd voelt. Met net te weinig adem. Of zoiets. (Het is als een beeld in je lichaam, woorden zijn er misschien niet echt goed voor.)

Je krijgt een berichtje van een vriend. Hij vraagt of je klaar bent voor de grote dag. De nieuwe plaat dus.

Je begint er gezwind aan, zeg je tegen jezelf. Eerst nog snel die vijf mails buiten, dan is dat ook van je bord.

(Is ze er al?)

In je ritme blijven, denk je.

Het verwarrende besef dat de seizoenen bijna gaan kantelen. Zoals elk jaar is het ineens daar. Het verlangen om op die dag helemaal aanwezig te zijn en de tijd te voelen kantelen in liefde. Zee te zijn.
Even komt het door je hoofd. Even voel je je vermoeidheid.

(Je hebt al enkele weken het gevoel dat dingen elkaar beginnen te vinden. Alsof het mag.)

(Zij zegt dat het mag.)

Het is alsof je vingers de toetsen gemakkelijk vinden. Dat is niet elke dag zo, je weet niet hoe dat komt.

En straks mag je die nieuwe plaat gaan halen. Je wacht rustig af. Op een uur komt het nu ook weer niet aan.

(Zou je toch iets zeggen?)

De kleine boodschappenronde. Je hebt de nieuwe plaat in je handen. (Het woord plaat is universeel, voor vinyl en cd, je krijgt het niet afgeleerd.) Ze trillen een klein beetje. Eerst nog even naar een andere winkel. (Uitstel van genot.) De mevrouw aan de kassa is weer een beetje verbaasd blijkbaar. Alles is goed, zeg je. Het is alsof ze dat nooit verwacht, dat iemand dat kan zeggen. Dat zijn de beste klanten, zegt ze.

Je hoort de plaat voor de eerste keer. Het is nog overweldigender dan je had gedacht.

(Ze is er nog. Ik ben er nog.)

Op een of andere manier het gevoel hebben dat je alle tijd hebt. (Terwijl je tegelijk met ijzeren discipline probeert de dingen te doen die je moet doen.)

Hij is zo goed… Die plek waar hij rondwaart. Het is een rijk van schaduwen, in een soort eindtijd. Maar hij beweegt er met een soort lichtheid. Nabij de Rubicon. Met de menigten in hemzelf. Maar hij zegt het ook: I’ve made up my mind to give myself to you.

Je hebt de vrijdagtekst eerder af dan je had gevreesd. Misschien is er nog net tijd voor die andere tekst?
Je stukje dat zal komen na het weekend. Je had al gezegd dat het misschien zaterdag zou worden. Misschien kan het nog net.

Je krijgt een mooie vraag, waarop je alleen maar ja kunt zeggen, vanzelfsprekend.

Eigenlijk heb je nauwelijks een idee waar je stukje zich naartoe zal schrijven. Je hebt een woord en een beeld, meer niet. Tot je verbazing stroomt de tekst.

(Dingen die je haar moet vragen.)

Het journaal, terwijl je staat af te wassen. In de categorie woorden die ook door de VN-Veiligheidsraad zouden moeten verboden worden: content. Waar ook gewoon het woord inhoud zou kunnen gebruikt worden, om maar iets te zeggen. Waarom is het niet meer van deze tijd om te zeggen dat een krant inhoud zou moeten leveren en wel van deze tijd dat een mediaplatform content moet aanbieden? Het zal wel aan jou liggen. (Misschien hoor jij meer in de tijd van de Rough and Rowdy Ways. Het valt niet geheel uit te sluiten.)

Eerst die ene tekst verzenden, dan die andere tekst afwerken. Daarna kun je ademen, met je ene hand hier en je andere daar, zoals je dat leerde. Je adem daalt in.

Het is tijd om die plaat weer op te zeggen, nu ben je klaar.

(Dingen die je nog zou willen zeggen. Maar er is alle tijd, dus alles is goed.)

Je krijgt een bericht. Je bent blij dat zij iets van zich laat horen.

De dingen mogen zich neerleggen. En jij erbij.

Geen opmerkingen: