22 augustus 2007

Fragmenten


Goed kijken, het is niet altijd gemakkelijk. Soms probeer je zo onbevangen en eerlijk mogelijk naar een situatie te kijken. Vertrouwend op je intuïtie en je overtuigingen over wat goed en minder goed is. Je probeert vanuit jezelf maar niet voor jezelf te kijken. Je probeert het evenwicht te zoeken tussen zwijgen om beter te luisteren en spreken omdat iets moet gezegd worden. Je probeert de dingen niet te gebruiken. En je zegt iets. Je neemt een stelling in. Zoekend, maar bewust. En er komt een reactie die je niet verwacht of die je raakt. Weten wat er gebeurt dan, het is niet altijd eenvoudig. Misschien was je zelf niet duidelijk. Misschien kwam je heel anders over dan je in je hoofd dacht. Misschien reageert de ander op dingen die er niet zijn, maar wel vermoed worden. Je kunt al die dingen nagaan, en soms kom je dan iets te weten wat je zou kunnen veranderen. Het moeilijkste is soms dat de ander reageert of kijkt vanuit een ander kader. Misschien wil zij of hij helemaal niet goed luisteren. Misschien ziet die ander elk woord of elk gebaar als een vorm van strategisch handelen, terwijl jij probeerde alleen communicatief te handelen. Misschien is er een verschil in generatie, en zo ook een verschil in kijk op de dingen. Dat laatste is soms gemakkelijk en soms moeilijk om dragen. Het is gemakkelijk om af en toe de dingen gewoon los te laten en het verschil als een vruchtbare afstand te koesteren. Het is moeilijk als het lijkt alsof de wereld die je voor je ziet ergens daarbuiten niet dezelfde is. Je zou willen dat je gewoon een andere mening hebt over dezelfde dingen, dan zou je alleen daarmee om moeten gaan, op een zuivere, niet door turbulentie gestoorde wijze. Maar zo werkt het niet natuurlijk.

Kijken naar je eigen verontwaardiging. Soms krijgt de verontwaardiging je in haar greep. Je voelt het in je huid. Je probeert jezelf te observeren, maar je ontglipt tegelijkertijd. Weg van waar je bent. Het maakt onwennig en het ontroert. Onwennig als je voelt dat je rustiger zou willen zijn, meer in controle. Je zou willen dat je woorden nauwkeuriger zouden ontstaan. En tegelijk ben je een beetje geraakt door wat je raakt. Dat er waarden zijn die niet in je hoofd maar ergens in de buurt van je navel lijken te huizen. Het stelt je op een of andere manier gerust.

Je zou soms willen dat een trage wind bezit neemt van je lichaam. En alles wat hard of gedeukt is laat wegglijden. En als je daarna rechtstaat voel je hoe de wind door je heen schuift. Zoals het strandzand vroeger door die gekleurde zeef ging. Er bleef altijd nog een beetje zand over op die lijntjes waaruit de zeef bestaat. Na een klein tikje kwam ook dat zand los, om al vallend terug te keren naar zichzelf. Hoe lang zou je zo kunnen blijven staan? Tot alleen de zelfloosheid overblijft. Misschien zou je de wind kunnen zien, die voorzichtig afbuigt aan de contouren van waar jij ooit was.

Het zou kunnen dat je altijd alleen achterblijft. In wat je samen probeerde te doen. Door dromen gedreven. Ik hoorde ooit hoe iemand me zei dat je niet mag dromen. Het spookte door mijn hoofd, nog dagenlang. Misschien is er een jonge ziel nodig om iets te dromen over windmolens, en hoe je er samen tegen kunt vechten. Het is rommelig. Maar er is het vertrouwen dat de wetten van daarbuiten nooit hierbinnen zullen gelden. De tijd beslist soms anders. Je blijft het zeggen, dat het anders is. Oud geworden jongeren, die er door schijnbaar jeugdigen op worden gewezen dat enkel de realiteit telt. Een woord verbergt een ander. Maar je verlangt meer naar zachtheid, met wat ouder wordt. Je kijkt langer naar elkaar. En je wil nu en in de toekomst zijn door verbonden te blijven met wat was. Je zou willen zien hoe die lijn door je heen blijft gaan. Zodat je weet wat er voor en achter je is. Er wordt je echter gezegd dat tijd niet meer is dan een opeenvolging van nu-momenten, waarin je telkens je kansen moet grijpen, zonder verleden. De enige toekomst is dan de zekere onzekerheid van het telkens weer. Ik ben blij dat ik ouder ben. Al zou het kunnen dat je alleen achterblijft.

De woorden wachtten tot het eind van de dag. Pas dan was het tijd. Ze leggen zich neer als een stuk zijde. Je kunt ernaar kijken, en hopen dat je daar was.

Geen opmerkingen: