05 augustus 2007

Onverwacht


Ze kunnen je overvallen, onverwacht. Beelden, woorden, geuren. Soms denk je dat je het begrijpt, soms niet.

Soms is het een bepaald moment van het jaar. Die dag, of die week. Het zet aan tot beelden. Ze komen binnenstromen. Alsof ze gewoon wachtten. Blij om weer terug te zijn. Je kunt kiezen hoe je ze welkom heet. Je kunt ze gewoon laten gaan, zoals een bekende die je voorbij ziet gaan. Hij of zij is net ver genoeg om je niet meteen te zien. En je kunt kiezen of je iets zult roepen, ja of nee. Soms doe je het niet, en weet je niet waarom.

Maar je kunt ze ook ontvangen, als een lang verwachte gast. Je gaat er even voor zitten. Of liggen. Met open armen, kwetsbaar als de tijd die je vergeet. Soms hoort er iets extra’s bij. Er zijn herinneringen van augustus waar de juiste muziek bij hoort. Ze vragen naar elkaar. Wie van de twee er eerst komt, maakt eigenlijk niet uit.

Soms lijkt er geen aanleiding. Tenzij dan misschien dat het te lang geleden is. Misschien moet je de herinneringen in je hoofd als beeldjes in een glazen kast af en toe even vastnemen. Alleen zo kun je zien dat ze telkens een beetje veranderd zijn. Pas zo merk je dat de kast veranderd is.

Op die plek in de keuken staan. En ineens de geur herinneren. Het was die zomer toen ik ziek was. Het officiële weten was begonnen in augustus, het andere was er misschien al langer. En na enkele dagen verschoven de geuren. Het gif liep via een buisje in mijn arm. Telkens zoveel dagen na elkaar. Ik was steeds bang om even in slaap te vallen. Dat wilde ik niet, niet daar. Ik fietste terug naar huis, en vroeg me af wat er veranderd was. Tot ik binnen kwam, en op die plek in de keuken ging staan. Net daarvoor was alles er nog uitgebreid gepoetst. Het was een mooi gebaar. Maar de geuren waren veranderd. Ik rook andere dingen, of de dingen anders, ik weet het niet. En het was die plek.

En andere beelden komen terug. Beelden van juli, beelden van augustus. Ik sta te zwijmelen in de grote zaal. Kijk naar alle mensen. We hebben samen een belangrijke beslissing genomen. Ik ben trots. Zoveel mensen komen me vragen of er iets is, of ik ziek ben. Nee hoor, alleen een beetje moe. Het blijft. En die augustus is er een zonsverduistering. Ik ga kijken, samen met mijn zus, en ik zit te rillen van de koorts. Snel daarna is geweten wat er te weten was.

Ze zijn welkom. Het is mooi hoe de herinneringen zich vermengen, tot steeds nieuwe plekken. Je merkt soms hoe wat je denkt te weten niet klopt. Wat gebleven is, is een beetje verhuisd naar waar het beter is. En het geeft niet. Ergens is een selectie gemaakt. Of een verzoening.

Soms komen ze te laat, enkele weken of zo. Het is een beeld van juli. De verhuis naar dit huis. En vooral het onweer dat begon op het moment dat het laatste stukje binnen was. En hoe verward ik was. In het vorige huis moesten er steeds emmertjes gezet worden boven als het hard begon te regenen. En nu ineens niet. Er was een geur in het huis die langzaam is weggegaan. Verhuisd. Er kwamen nieuwe plekken in het huis. Dit was de plek, waar, een jaar later, het was in juli…

Soms wacht je tevergeefs. Je zou willen dat ze je overnemen. Zodat je voelt wat je kunt voelen. Als een troost voor een tijd die heel even nergens naartoe lijkt te gaan.

En als je lang genoeg wacht, kunnen ook je dromen herinneringen worden. Ze kunnen je net als de andere herinneringen onverwacht innemen, en je doen rillen. Pas na even besef je dat het ene verhaal het andere heeft overgenomen, of toch niet? Misschien verzet je je er niet tegen dat de droom ook een deel van de dag verwerft. Het geeft niet.

Het is een beetje als water zijn. Misschien is er even een rimpeling in het oppervlak, die teder wordt opgenomen in de rest van het water, om zo in zichzelf te verdwijnen. Misschien is er iets van een kleur, zoals een druppel inkt, die langzaam oplost. En soms kun je ervan dromen om een beetje als water te zijn.

Geen opmerkingen: