12 augustus 2007

Tussen de lijntjes

Rare dromen. Vruchteloos proberen je naam op een papier te schrijven. Die naam was nodig voor iemand uit een ver verleden. De juf van de eerste klas. Je kwam iemand tegen die je vertelde dat ze nog steeds in die school was. En je vroeg of zij de groeten kon doen aan die juf. Terwijl begon je te rekenen of dat wel kon, dat zij nog steeds in die school was. Maar dat maakte niet uit. Je zou je naam opschrijven. Maar wat je ook deed, het lukte niet. Geen enkel papiertje, of wat daarop leek, bleek in staat letters te dragen. Geen enkel instrument waarmee je zou kunnen schrijven, bleek het te doen. En de tijd ging verder. Je zou de kans missen om een boodschap door te geven, want de boodschapper zou spoedig vertrekken.

Huizen duiken op op niet-vermoede momenten. De plek waar ik naartoe zou moeten gaan, en die ligt te wachten daar ergens. Ik zag ze voor mij. Ze was groot genoeg voor een tafel met mensen rond. En sterk genoeg voor veranderende tijden. En voor ik daar was, zou ik al enkel het nodige hebben overgehouden. Al zou het nog veel zijn. En nog meer. Of toch maar niet. Een andere plek maakte zich aanwezig. Ze hoorde bij een andere situatie, waarin ik enkel moest wachten op wat zou komen. En ik wou alleen weten wie er zou komen. En zou zijn wanneer.

Hoe je soms iets wilt horen. Als het zou komen, zou er iets rustig worden in je. Ik loop rond, in de nabijheid van de muziek. Vandaag wil ik niet in het lawaai staan, maar ik wil horen van op een afstand. Bewegen maakt soms minder onrustig. En je ziet andere dingen. Een gebroken vlinder ligt op de grond, tussen lelijke auto’s. De vlinder ziet eruit alsof hij moegestreden was. Ik hoor de woorden bewegen tussen straten. De woorden die ik hoopte te herkennen, komen niet. Het geeft niet, ze zijn in mijn hoofd. langzaam gaan de lampen aan/ wees welkom in mijn nacht/ ik kan je woord voor woord verstaan/ wees welkom in mijn nacht

Er zijn ook woorden die je niet begrijpt, en net daarom zo goed herkent. Ze zijn iemand die je niet kent, maar die net daarom zo aanwezig is. Als je haar zou tegenkomen, zou ze al van in de verte oplichten. En je zou haar uitnodigen in je huis. Misschien na een snelle opruimbeurt, en enkele excuses. En je zou niet weten wat te zeggen. Het maakt niet uit. Now when all the bandits that you turned your other cheek to/ All lay down their bandanas and complain/ And you want somebody you don't have to speak to/ Won't you come see me, Queen Jane?/ Won't you come see me, Queen Jane?

Ook boeken duiken op. In een film hoorde ik dat een mens in een leven een boom moet planten en een boek moet schrijven. Snel zoeken in je hoofd. Is het al gebeurd, of moet het nog gebeuren? Hoe weet je zeker welke dingen je nog zeker moet doen? Voor alle zekerheid nog een boom planten, dat kan niet zo moeilijk zijn. Maar dat boek? Zou het liggen te wachten tot het aangeraakt wordt? Woorden die zichzelf terug vinden. En hoe zit het met die rivier die eerst nog moet overgestoken worden? Hoe diep is het daar in het midden? Soms kun je bijna zien hoe de drempel eruit ziet die jou nog scheidt van wat daar ligt te wachten.

Je handen worden ouder. Je ziet het in de handen van anderen. Al hangt het ook af van het licht. Niet elk licht leent zich even goed voor handen. Hoe goed je ook kijkt, elke keer weer, ze kunnen je nog verrassen. Maar soms zijn er te weinig woorden. De handen zijn over een lijn gegaan vanwaar ze niet meer kunnen terugkeren in de tijd. Misschien is wachten op wat nog moet komen nog het beste. Misschien is er een tijd voor dromen over handen. Waarin ze verschijnen in hun eigen verhalen. Je kunt je handen zien van voor die momenten die je niet hebt gemerkt. Je ziet ze veranderen, en soms weet je niet meer hoe ze waren daarvoor.

Het lichaam bewaart opgespaarde tijd. Als een residu. Het verplaatst zich. Doorheen plekken. Het laat zich niet loslaten. Want ook dat is een kwestie van tijd. Je zou een toeschouwer willen zijn. Dat zou het gemakkelijker maken. Je zou de ander in jezelf willen zijn, maar ze zijn geen van beiden daar. Ook dat klopt dus niet. En de troost die daarvan uitgaat. Het is goed voor een zondagavond.

Geen opmerkingen: