21 oktober 2007

Between Daylight and Dark

Een nieuwe plaat van Mary Gauthier, na haar heel mooie Mercy Now. Van die vorige plaat herinner ik me de korrelige, een beetje rauwe maar ook erg ontroerende sfeer. Gauthier wordt wel eens vergeleken met Lucinda Williams, en dat is geen toeval. Ze zoeken allebei hun plek in een idioom van country met een blues-gevoel. De nieuwe plaat, Between Daylight and Dark, heeft Joe Henry als producer. Je voelt meteen al dezelfde klankkleur die ook zijn eigen plaat Civilians zo wonderlijk maakt. Het is een landschap dat perfect past bij de stem van Mary Gauthier. De verhalen op deze plaat spelen zich af in een sfeer die hoort bij de overgang tussen dag en nacht, de “in-between time”, zoals dat moment genoemd wordt in het begeleidende citaat.

Gauthier begint met Snakebit. Het verhaal van iemand die in een uitzichtloze situatie terechtgekomen is. Alles van waarde schuift door haar vingers. Ze zit daar, aan de rand van de nacht, omringd door de schaduwen, die zelf te bang zijn om de nacht in te gaan. Met een geweer gekneld in haar hand. Wil ze er zelf een einde aan maken? Of heeft ze net iemand vermoord? Haar vader (“Carved from the hard wood of a bitter tree”) had het haar ooit nog gezegd: “Kid / I knew when you was born you’d end up snake bit like me”). Het leven lijkt op een vorm van venijn.

Can't Find The Way klinkt een beetje majesteitelijk, ontroerend en bijna als een hymne. Het verhaal van mensen in New Orleans, die hun huis kwijt zijn na Katrina. Ze willen teruggaan, naar huis. Ze wachten ergens, op iets wat een eiland zou kunnen zijn. Verlangend naar huis. Misschien zijn we allemaal ooit wel door een Katrina weggedreven van onze thuis, en verlangen we, eindeloos, naar die plek. “Another day, another night/ Another night, another day/ We wanna go home/ We can’t find the way”.

Between The Daylight And The Dark speelt zich af in dat moment tussen dag en nacht. De hoofdfiguur beweegt rusteloos, met een gebroken hart, in dat niemandsland. Hij rijdt rond in de stad, en stopt op de oprijlaan. Daar kijkt hij naar het licht. Weet even niet wat te doen. De nacht komt dichterbij. Uiteindelijk zit er niets anders op dan weer doorgaan. Beslissen om te beginnen met de rest van je leven. “You climb back in and fire the ignition/ Put your hands on the wheel, head into the distance/ The distance between the daylight and the dark”.

Last Of The Hobo Kings. Een hobo is een zwerver, een rondtrekkende arbeider, die probeert klusjes te vinden, en dan weer verder trekt, meestal door op een trein te springen. Het nummer is een ode aan een verdwijnende soort, de hobo’s. Het is een manier van leven die verdwijnt. Vrachtwagens en treinen, ze zijn allemaal beveiligd nu. Steam Train Maury, de laatste van de hobo kings, is gestorven, en neemt zijn laatste trein.

In Before You Leave staat een geliefde op het punt om te vertrekken. Zij die achterblijft, vraagt om nog eenmaal te zeggen dat die ander van haar houdt. Zeg dat je van me houdt, zeg dat je me zult missen, zeg het me als je aangekomen bent, daar waar je naartoe gaat. Er is nog één ding dat die ander moet weten, voor het vertrek: “The darkness that shadowed you was mine/ It was never yours at all/ And the light behind your eyes that used to shine/ Gets brighter as you walk away”. Het afscheid lijkt onherroepelijk.

Please vertelt een verhaal van een zangeres on the road. Onderweg van stad naar stad. Amsterdam, Berlijn, Belfast, Dublin, Aberdeen, … En ze kan alleen maar denken aan die ander, aan de andere kant van de wereld. Na slechts één kus ging ze weg, maar de liefde blijft haar achtervolgen. Hoewel ze het blijkbaar net omgekeerd wilde, is zij het die het meest gekweld wordt door het gemis.

In Same Road lijkt de hoofdpersoon voor een keuze te staan. In een relatie waar ze in zit, waar ze niet echt gelukkig in lijkt, en waarin ze weg zou kunnen of moeten gaan. Ze heeft ooit gevochten voor die liefde, maar is nu aan een andere kant. Ze kan met die ander blijven meegaan, maar wil het niet meer. Ze wil niet meer meegezogen worden. “It scares me to death/ To know what I need/ I’m brave enough to love you/ Brave enough to leave.”

I Ain’t Leaving klinkt rustig en vol vertrouwen. Op vroegere platen van Mary Gauthier vond je de vaak sombere neerslag van het zeer zware leven dat ze ooit had. Hier hoor je iets van rust. Niet meer weglopen, steeds opnieuw, van jezelf, van de demonen die er wel altijd zullen zijn.

Soft Place To Land heeft een mooie pedal steel die zich tussen de woorden heen weeft. Er loopt iemand op een koord, ergens daarboven, en er is geen net. Het was als lopen op de wolken, maar nu stort ze naar beneden. De plek daarboven heeft iets van hoogmoed. Tijdens het vallen is er het besef dat ze alleen maar op zoek is naar een zachte plek om te landen.

Het mooie en ontroerende Thanksgiving sluit de plaat af. Je ziet hoe de hoofdpersoon met haar grootmoeder staat aan te schuiven in de rij voor de gevangenis op Thanksgiving. Een familiereünie op deze plaats. Wachten op het moment van bezoek. Liefde is niet gemakkelijk, liefde is niet vrij. “It’s Thanksgiving at the prison, surrounded by families/ Road weary pilgrims who show up faithfully/ Even though it ain’t easy, even though it ain’t free/ Sometimes love ain’t easy, I guess love ain’t free.”

Een mooie plaat, die hoort bij de rand van het duister. Het leven speelt zich af tussen blijven en weggaan. Misschien is dat weten al genoeg. Mary Gauthier heeft het erover op een plaat die een kale, maar ook warme sound heeft, waarin haar breekbare stem voorzichtig wordt omringd door steeds net genoeg instrumenten. En dat moment tussen dag en nacht is soms ook goed voor nauwelijks op te merken tranen.

Geen opmerkingen: