03 oktober 2007

Alles anders


De voorbije dagen overviel het gevoel me af en toe ineens weer: alles moet anders. Het verlangen naar het drastisch omgooien van alle aspecten van je leven zal iedereen soms wel eens hebben. Het lijkt zo aantrekkelijk. Alles wat aan je trekt, alles wat in de weg staat, alles wat een beetje vastgeroest is, alles zou ineens anders kunnen zijn. En anders zou dan natuurlijk beter zijn.

Waar komt dat gevoel vandaan? Misschien is de verklaring heel simpel, en niet meer dan een zekere vermoeidheid of machteloosheid. Thuiskomen na een lange dag in een leeg, te oud, en te rommelig huis en beseffen wat je allemaal niet gedaan hebt voor je die ochtend vertrok. Misschien zou een geheim leger van kabouters al genoeg zijn. Stel je voor: terwijl je weg bent zouden ze alles opruimen, bijwerken, repareren en opfrissen. Je zou je voordeur openmaken en het zou je al tegemoet waaien. Je zou misschien wel nooit verlangen naar alles anders.

Soms ben je zelf gewoon een beetje belachelijk. Al enkele dagen zou ik (dringend dus) de lamp boven de wastafel in mijn badkamer moeten repareren. Maar het lukt natuurlijk niet om ergens tussendoor naar de winkel te gaan. Dus blijft de wereld in de badkamer haperen. En ga je verlangen naar een ander huis, waar dan natuurlijk NOOIT iets stuk zou gaan. Alle dingen zouden zichzelf spontaan herstellen, vervangen of vernieuwen nog voor ze stuk zijn. Daar zouden zelfs de kabouters van staan te kijken.

Ook in de rubriek een beetje belachelijk horen stapels boeken die zich vormen op stoelen en tafels. De meest voor de hand liggende oplossing zou natuurlijk zijn dat je je huis zou kunnen uitrekken. Je zou de kamer veel en veel groter kunnen maken, in alle richtingen, waardoor de boeken niet meer in de weg zouden liggen. Je zou niet meer moeten laveren tussen boeken die je dagelijks verlekkeren en verwijten dat ze nog niet gelezen zijn. Je zou er met een grote boog omheen kunnen gaan, zonder dat je ondertussen tegen een stapel CD’s aanloopt.

Soms heb je ook gewoon heel erg goede excuses. Het terug vastplakken van die repen behangpapier aan het plafond is inderdaad een uitermate hachelijke onderneming. Eerst moet je een ladder in huis krijgen die hoog genoeg is, en die je dus niet alleen tot daar krijgt. Dan moet je al die meubels opzij schuiven (wat niet gaat, door al die stapels boeken en CD’s) of toch minstens bedekken met plastic folie. En dan moet die lijm ook nog eens goed en zonder vlekken opdrogen. En dan zul je, terwijl je dat doet, moeten vaststellen dat er een zeer lichte mate van hangende stofvorming waarneembaar is aan het plafond.

De beste oplossing voor alles is en blijft: alles anders. Soms, als alle flauwe drogredenen zijn weggecijferd, blijft dat gevoel ook echt over. Misschien wil dat zeggen dat ik gewoon een beetje mijn omgeving heb verwaarloosd. Misschien wil dat zeggen dat ik echt wat nieuwe dingen moet gaan doen om te veranderen wat er is. Misschien moet ik wat meer fantaseren om alles op gang te brengen.

Stel je voor: een nieuw huis, een nieuwe job, nieuwe energie, nieuwe ideeën, nieuwe mensen er nog bij, nieuwe gaves, nieuwe inzichten, … woew! Sommige dingen zijn relatief realiseerbaar. Als ik al die oude kleren uit de kast (en de wasmand of die stapel in de slaapkamer) haal en doe verdwijnen, kan ik én nieuwe kleren kopen én toch geen rommel hebben. Sommige dingen zijn minder realiseerbaar. Een drastisch andere ‘look’ voor mijn haar behoort, gezien de beperkte aanwezigheid ervan, niet echt tot de mogelijkheden. Ook dingen als een andere rug, een andere buik, of andere oorlellen zijn niet echt haalbaar. Gelukkig wil ik die ook helemaal niet veranderen.

Maar wat zou je doen als je de lotto zou winnen? Zou je dan alles veranderen? En zou dan het paradijs acuut aanbreken? Het is wel leuk om erover te dromen. Ik zie me al naar de huizenwinkel gaan. En dan gewoon kiezen uit het aanbod. Daarna een architect opbellen, en zeggen: ga je gang maar. Alles laten regelen, een hele verbouwing zo nodig, of alleszins een ecologisering. En dat allemaal helemaal op maat, en zonder dat ik ernaar om moet kijken. Iets met kabouters dus.

Het idee dat ik dan eindelijk een grote kamer met een grote tafel zou hebben, geeft me al een rilling in mijn rug. Maar er moeten dan natuurlijk ook mensen komen om aan die tafel te gaan zitten. En hoewel ik dan de ideale keuken zou hebben, zou ik ook nog steeds regelmatig het gasfornuis moeten schoonmaken (wat ik om een of andere mysterieuze reden niet zo graag doe).

Goede voornemens dan maar. Zoals: alles een beetje anders. En ondertussen blijven dromen. Gewoon voor het genot van het dromen. En voor het zien van de mogelijkheden voor al die kleine beetjes anders. (Maar die boeken opruimen doe ik toch pas morgen denk ik.)

Geen opmerkingen: