21 september 2008

Get These Blues Off Me


Lekker mee knikken. Die wervelende stem. Die lopende bas. Die warme en brede blazers. Die schitterende piano. En natuurlijk Lucille, die ene gitaar die je uit duizenden zou herkennen. Wat is dit toch lekker… Ik zou het wel willen. Op mijn 83ste nog zo staan spelen. Wat is er mooier dan deze warme melancholie? Een beetje zompige achtergrond, en daar dan zo glashelder overheen gaan. Laat die noten maar rustig komen BB, ik heb alle tijd van de wereld.

Soms weet je niet waar dat kleine verdriet verscholen zit. Je denkt dat je het weet. Je weet het wel wanneer het je overvalt. Je herkent het. Maar soms is het gewoon in de buurt. Die ander moet maar even dat zeggen wat als een onverwachte sleutel lijkt te werken. En wat verder weg leek, is heel even dichterbij.

Wanneer ben je in je centrum? We hebben het erover. Daar waar je voelt dat je moet zijn. Daar waar alles netjes in elkaar past. Wanneer ben je diegene die je kunt of zou moeten zijn? Er blijft een vage onrust, omdat je er nog niet bent, omdat het je steeds lijkt te ontsnappen. Of is de vraag die je aan jezelf stelt misschien wel de verkeerde? Jaag je iets na dat je toch nooit zult kunnen vinden.

En af en toe, soms wanneer je het helemaal niet verwacht, is er dat gevoel van vrede. Misschien droom je ervan een sterke boom te zijn, diep geworteld in de grond. Misschien is het beter om alleen maar de rivier te zijn. En heel soms, voel je dat water.

En wat met het verlangen? Het is moeilijk om het goed te begrijpen, een leven zonder begeerte. Als begeerte wil zeggen: het andere gebruiken voor jezelf, het andere nodig hebben om de eigen gaten te vullen, het andere willen hebben om te kunnen ontsnappen aan jezelf, dan is het nog wel te vatten. En wat met de verlangens die dan nog overblijven?

Nog steeds lekker aan het meebewegen. Met steeds meer onderdelen van hetzelfde lichaam. Een niet te onderdrukken glimlach. Laat er in de hemel vooral een concertzaal zijn voor ouwe zakken als ik waar de hele tijd dit soort muziek beweegt. En zoals Julia zei: die gouden lepeltjes?, ik kan beter hier nog wat meer rijstpap eten. De muziek gaat dus gewoon door.

Soms wil je dat het warm is. Soms duurt het langer eer je lichaam zich overgeeft aan de warmte dan anders.

Soms voel je dat je je intuïtie niet kunt bereiken. Zoals zij zei, het kan zijn dat je angst in de weg komt van je intuïtie. En dan is het wachten. Je zou jezelf langzaam moeten kunnen ontkleden. Alle lagen.

Hoe de ruimte even snel weer kan veranderen. Eerst is ze koud. Tegelijk te leeg en te vol voor je nog niet weten. Je kent ze wel, maar je was er nog nooit, denk je even. En ongemerkt is het veranderd. Ergens onderweg. Waar er niet opgelet werd. Ergens tussen vergeten en thuis komen is het gebeurd. Voor je het weet, is het een stille nacht geworden. Je dooft alle lichten, en blijft even staan in het donker. Het is stil daarbuiten. Je kunt je gewoon neerleggen. Eb en vloed, ze huizen in je. Misschien zijn ze wel je ware aard.

En misschien is deze muziek wel genoeg. Ze heeft je lichaam gevuld. Ze heeft zich genesteld in de wervels van je rug en nek. Zolang het duurt is alles zoals het zou kunnen zijn. Even kun je vergeten hoe zwaartekracht en tijd aan je trekken. Even is deze muziek alle zwaartekracht en tijd mogelijk. Niet geheel verdwenen. Wel langzaam overgenomen. Als trage vingers die je huid kunnen innemen. De grote wind gaat misschien wel liggen dan, maar er blijft een voorzichtig zinderende warmte over. En ook die is te herinneren.

Geen opmerkingen: