Indignation is de nieuwe roman van de Amerikaanse auteur Philip Roth. Het is een korte roman, die bijna als een parabel een tragisch verhaal vertelt. Een langere roman over hetzelfde verhaal zou misschien meer inzicht geven in het hele verhaal van het personage, waardoor minstens het verhaal ‘af’ zou zijn. Het feit dat dat niet gebeurt, maakt dit boek bijna brutaal in een onafwendbaar fatalisme. Je wordt zo nog heviger geconfronteerd met het leven van het hoofdpersonage dat niet af is.
Het boek gaat het over Marcus Messner, de enige zoon van een joodse slager in Newark. Het speelt in 1951, in het tweede jaar van de Koreaanse oorlog. Die oorlog hangt als een fatale schaduw over de personages, en zal hen uiteindelijk ook treffen. Marcus, ‘Markie’, is in veel opzichten een modelzoon. Intelligent, toegewijd en niet zomaar te verleiden door (of misschien ook wel onwetend over) allerlei wereldse geneugten. Hij is vastbesloten om het ver te brengen in zijn studies. Als jongen werkt hij mee in de slagerij van zijn vader. De beschrijvingen van het vlees en het bloed zijn heftig. Marcus’ vader is een echte ambachtsman, die leeft voor zijn werk en altijd energie voor tien heeft. Marcus houdt van zijn ouders, maar wil meer dan een leven tussen het vlees. Hij zal de eerste van de familie zijn die gaat studeren.
Marcus begint zijn studies aan de lokale universiteit, maar krijgt het al snel moeilijk. En dat door zijn vader. Die begint een bijna ziekelijke angst te ontwikkelen dat er iets zal gebeuren met zijn zoon. De ultieme angst is dat hij zal opgeroepen worden voor de oorlog in Korea. Marcus wordt helemaal knettergek van de overbezorgdheid van zijn vader, en gaat – na een zoveelste incident – naar een andere universiteit, Winesburg in Ohio. Ver van huis denkt hij zich volledig te kunnen toeleggen op zijn studies. Hij is ambitieus, en wil het vertrouwen van zijn ouders, die heel hard moeten werken om zijn studies mee betaald te krijgen, niet beschamen.
De plek waar hij terechtgekomen is doet echter het tegenovergestelde van wat Marcus hoopte. Hij komt op een bijna absurde wijze in een negatieve spiraal terecht. Rare kamergenoten houden hem van zijn studies en brengen hem in conflictsituaties. Hij wil zich niet aansluiten bij een van de broederschappen op de campus, omdat hij liever wil studeren. In eerste instantie lijkt de wereld van de meisjes en seks heel erg ver weg. Tot hij in contact komt met Olivia, een mysterieus en labiel meisje dat voor Marcus wel van een andere planeet lijkt te komen. Ze verleidt hem, en hij is helemaal van de kaart. Ze is een fatale vrouw, maar staat tegelijk ook voor een wereld van lust en vrijheid die hem vreemd is. Maar in Winesburg, in de jaren 50, is zij, en alles wat rondom haar hangt, vooral gevaarlijk. Winesburg is een baptistenuniversiteit, en dat houdt onder meer in dat alle studenten verplicht naar de religieuze dienst moeten, tot afgrijzen van Marcus.
Marcus heeft het absolute dat hoort bij mensen van die leeftijd. Hoewel hij van zichzelf denkt dat hij alle conflicten uit de weg gaat, zoeken de conflicten hem op. Hij komt zwaar in botsing met de decaan, die hem verwijt geen compromissen te willen sluiten. Marcus wordt in zijn reacties op de decaan gedreven door een sterke verontwaardiging. Dat sterke gevoel, dat bezit van hem neemt, maakt hem in wezen vrij van de verstikkende en verknechtende omgeving waarin hij terecht gekomen is. Maar los komen kan blijkbaar niet. Marcus is niet bezig met een soort actieve revolte. Hij volgt gewoon het gevoel dat hem drijft, in feite even onvermijdelijk als zijn vader zijn paranoia volgt. Maar zijn keuze – die eigenlijk geen keuze is – om niet te plooien stuurt hem naar zijn noodlot.
Marcus had het in principe anders kunnen doen. Als hij wel was aangesloten bij een van de broederschappen, zou hij beter beschermd geweest zijn. Als hij wel, met een afstandelijk cynisme, rustig zijn tijd in de kapel had uitgezeten, waren zijn kansen anders geweest. Zijn persoonlijke ambitie bereiken, en met vrucht afstuderen, lag binnen handbereik. Maar de verontwaardiging waar de titel naar verwijst beslist er anders over.
De vorm van de roman neemt de lezer in een vergelijkbare wurggreep. Het eerste deel van het boek leest erg vlot. Je kijkt toe, vaak met een glimlach, naar die hevige jonge man en zijn vader. Tot wanneer ergens in het midden ineens een voorafspiegeling wordt gegeven van wat aan het einde van het verhaal duidelijk zal worden. Daarna wordt het boek subtiel harder. Marcus raakt verstrikt in zijn conflict. Er zijn verhaallijnen, over Olivia en over zijn moeder, die verder zouden kunnen uitgewerkt worden, maar het gebeurt niet. Abrupt kom je aan het eind in een andere wereld. Die is tegelijk ook de andere wereld die halverwege het boek wordt gesuggereerd. Het einde van het boek weerspiegelt op lugubere wijze het begin.
Roth schrijft zoals gewoonlijk prachtig proza. Zijn stijl lijkt aanvankelijk bijna achteloos. Maar de opbouw van het verhaal laat je uiteindelijk geschokt en verward achter. Noodlottige gebeurtenissen hebben zich bijna even achteloos voltrokken, en er is geen lange of brede roman die daar weerwerk tegen kan bieden. Als je het boek weglegt, voel je zelf verontwaardiging die je tegen iets zou willen kunnen richten. Indignation is een sterk boek.
Het boek gaat het over Marcus Messner, de enige zoon van een joodse slager in Newark. Het speelt in 1951, in het tweede jaar van de Koreaanse oorlog. Die oorlog hangt als een fatale schaduw over de personages, en zal hen uiteindelijk ook treffen. Marcus, ‘Markie’, is in veel opzichten een modelzoon. Intelligent, toegewijd en niet zomaar te verleiden door (of misschien ook wel onwetend over) allerlei wereldse geneugten. Hij is vastbesloten om het ver te brengen in zijn studies. Als jongen werkt hij mee in de slagerij van zijn vader. De beschrijvingen van het vlees en het bloed zijn heftig. Marcus’ vader is een echte ambachtsman, die leeft voor zijn werk en altijd energie voor tien heeft. Marcus houdt van zijn ouders, maar wil meer dan een leven tussen het vlees. Hij zal de eerste van de familie zijn die gaat studeren.
Marcus begint zijn studies aan de lokale universiteit, maar krijgt het al snel moeilijk. En dat door zijn vader. Die begint een bijna ziekelijke angst te ontwikkelen dat er iets zal gebeuren met zijn zoon. De ultieme angst is dat hij zal opgeroepen worden voor de oorlog in Korea. Marcus wordt helemaal knettergek van de overbezorgdheid van zijn vader, en gaat – na een zoveelste incident – naar een andere universiteit, Winesburg in Ohio. Ver van huis denkt hij zich volledig te kunnen toeleggen op zijn studies. Hij is ambitieus, en wil het vertrouwen van zijn ouders, die heel hard moeten werken om zijn studies mee betaald te krijgen, niet beschamen.
De plek waar hij terechtgekomen is doet echter het tegenovergestelde van wat Marcus hoopte. Hij komt op een bijna absurde wijze in een negatieve spiraal terecht. Rare kamergenoten houden hem van zijn studies en brengen hem in conflictsituaties. Hij wil zich niet aansluiten bij een van de broederschappen op de campus, omdat hij liever wil studeren. In eerste instantie lijkt de wereld van de meisjes en seks heel erg ver weg. Tot hij in contact komt met Olivia, een mysterieus en labiel meisje dat voor Marcus wel van een andere planeet lijkt te komen. Ze verleidt hem, en hij is helemaal van de kaart. Ze is een fatale vrouw, maar staat tegelijk ook voor een wereld van lust en vrijheid die hem vreemd is. Maar in Winesburg, in de jaren 50, is zij, en alles wat rondom haar hangt, vooral gevaarlijk. Winesburg is een baptistenuniversiteit, en dat houdt onder meer in dat alle studenten verplicht naar de religieuze dienst moeten, tot afgrijzen van Marcus.
Marcus heeft het absolute dat hoort bij mensen van die leeftijd. Hoewel hij van zichzelf denkt dat hij alle conflicten uit de weg gaat, zoeken de conflicten hem op. Hij komt zwaar in botsing met de decaan, die hem verwijt geen compromissen te willen sluiten. Marcus wordt in zijn reacties op de decaan gedreven door een sterke verontwaardiging. Dat sterke gevoel, dat bezit van hem neemt, maakt hem in wezen vrij van de verstikkende en verknechtende omgeving waarin hij terecht gekomen is. Maar los komen kan blijkbaar niet. Marcus is niet bezig met een soort actieve revolte. Hij volgt gewoon het gevoel dat hem drijft, in feite even onvermijdelijk als zijn vader zijn paranoia volgt. Maar zijn keuze – die eigenlijk geen keuze is – om niet te plooien stuurt hem naar zijn noodlot.
Marcus had het in principe anders kunnen doen. Als hij wel was aangesloten bij een van de broederschappen, zou hij beter beschermd geweest zijn. Als hij wel, met een afstandelijk cynisme, rustig zijn tijd in de kapel had uitgezeten, waren zijn kansen anders geweest. Zijn persoonlijke ambitie bereiken, en met vrucht afstuderen, lag binnen handbereik. Maar de verontwaardiging waar de titel naar verwijst beslist er anders over.
De vorm van de roman neemt de lezer in een vergelijkbare wurggreep. Het eerste deel van het boek leest erg vlot. Je kijkt toe, vaak met een glimlach, naar die hevige jonge man en zijn vader. Tot wanneer ergens in het midden ineens een voorafspiegeling wordt gegeven van wat aan het einde van het verhaal duidelijk zal worden. Daarna wordt het boek subtiel harder. Marcus raakt verstrikt in zijn conflict. Er zijn verhaallijnen, over Olivia en over zijn moeder, die verder zouden kunnen uitgewerkt worden, maar het gebeurt niet. Abrupt kom je aan het eind in een andere wereld. Die is tegelijk ook de andere wereld die halverwege het boek wordt gesuggereerd. Het einde van het boek weerspiegelt op lugubere wijze het begin.
Roth schrijft zoals gewoonlijk prachtig proza. Zijn stijl lijkt aanvankelijk bijna achteloos. Maar de opbouw van het verhaal laat je uiteindelijk geschokt en verward achter. Noodlottige gebeurtenissen hebben zich bijna even achteloos voltrokken, en er is geen lange of brede roman die daar weerwerk tegen kan bieden. Als je het boek weglegt, voel je zelf verontwaardiging die je tegen iets zou willen kunnen richten. Indignation is een sterk boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten