28 september 2008

De struik

‘Je hebt hem wel stevig gesnoeid.’
‘Ja, eens ik bezig was, heb ik maar doorgewerkt. Alle takken zijn netjes samengebonden. Maar dat doe ik eigenlijk niet zo graag.’
‘Ik weet het.’
‘Ik had lang gewacht. In de zomer zat ik regelmatig te kijken naar deze struik. En dan zag ik al hoe hij eruit zou zien, gesnoeid. Het is raar. Het duurde heel lang eer ik tegen mezelf zei dat ik moest snoeien. En daarna moest ik ook nog wachten, tot het het juiste moment was.’
‘Vandaag was het goed, denk ik.’
‘Ja, ik denk het wel. Wat denk je? Er is iets, ik zie het.’
‘Ik kreeg net een berichtje van een vriendin, ze is deze morgen bevallen van een zoon. Het overviel me ineens. Misschien ligt het aan het licht vandaag, er is iets met het licht.’
‘Ja, dat klopt. Toen ik daar vanmorgen op die ladder stond, naast de struik dacht ik dat ik eigenlijk in het bos moest zijn. Om foto’s te maken van het licht in het bos.’
‘Ik zat vanmorgen op de bank, in de tuin. En ik heb daar gewoon gezeten. Het deed me goed. Langzaam werd ik rustig. Het leek een eeuwigheid geleden. Alles was goed. En net toen ik weer naar binnen wilde gaan, kwam dat bericht.’
‘En ben je dan terug gaan zitten?’
‘Ja. Het licht van die vroege herfst, er is iets mee.’
‘Ik moest ook nog denken aan die plaats waar ik zo graag naartoe zou willen gaan. We hadden het er nog over vorige week.’
‘Je praat er al zo lang over, maar je doet het toch niet.’
‘Ik weet het niet. Gisteren kreeg ik nog een vraag van een vriend. Hij gaat er binnenkort naartoe, en vroeg of ik mee wilde gaan.’
‘Geweldig, je gaat het toch doen zeker?’
‘Weet je, ik heb er de hele nacht van wakker gelegen.’
‘Waarom dan, nu kan het toch?’
‘Net daarom. Ik kon niet slapen van het verlangen. Het was als wakker liggen door een droom die je belet om te slapen.’
‘Ik zie aan je ogen dat je er echt naartoe zou willen gaan. Waarom ween je dan nu?’
‘Dromen en verlangens zijn soms moeilijk, vooral als ze in vervulling zullen gaan. Dan komt het te dichtbij, denk ik. Het is alsof het niet mag, niet voor mij.’
‘Dat gevoel ken ik wel. Ineens zie je alles voor je waar je zo lang van droomde. Al die tijd deed het pijn, en dan zou je het zomaar kunnen aanraken.’
‘Als het er dan is, en het gaat weer weg, dan is het toch nog erger dan wanneer het er niet was, denk je niet?’
‘Nee, dat denk ik niet meer. Ik heb lang genoeg gedacht dat het zo was.’
‘Je zult wel gelijk hebben. Maar het is zo moeilijk om het te vertrouwen.’
‘Ja, en dat gaat nooit over, denk ik.’
‘En dan kijk ik naar die struik, en dan vraag ik me af waarom ik dat niet kan, wat die struik kan. Het is ingewikkeld. Je staat als mens naast die struik. Als er geen mensen zouden zijn, zou er nooit gesnoeid worden. Misschien komt er wind, of een bliksem, of gewoon ouderdom. Maar in principe niets. En dan beslis jij om de takken eraf te halen. Jij doet het. Je geeft die struik over aan de natuur. Het is bijna een daad van geloof, of gewoon vertrouwen. Je geeft de struik terug aan de seizoenen, en je vertrouwt erop dat er aan de andere kant van de winter nieuwe takken zullen komen.’
‘Maar je doet het toch? Ik zou het misschien wel moeilijker vinden om die struik te vertrouwen dan mezelf, maar bij jou is het precies net omgekeerd.’
‘Ja, zo is het, je hebt gelijk. Ik moet mezelf overwinnen om die eerste tak af te zagen. Het is alsof ik de toestemming moet vragen aan die struik, als in een ritueel.’
‘Eigenlijk is dat wel heel mooi aan jou, dat je dat zo doet. Ik denk dat die takken die nu daar liggen, zo netjes samengebonden, wisten wat er zou gebeuren. Ze hebben je gezegd dat het goed was.’
‘Kom even hier bij mij zitten. Ik had het gisteren ook al, en vandaag weer, het gevoel dat ik de hele tijd iemand wil aanraken.’
‘Graag, ik kan het wel gebruiken vandaag.’
‘Denk je nog aan dat kindje?’
‘Ja, maar het is goed. Ik ga pas binnen enkele dagen kijken, als alles wat rustig is. Maar ik heb voor dat kind wel een goed gevoel. Hij heeft een goede dag gekozen om op deze wereld te komen.’
‘En wat met jou? Is het voor jou ook een goede dag?’
‘Hou me maar gewoon een beetje vast, dan is het goed genoeg.’

Geen opmerkingen: