02 oktober 2008

De tafel


Waarvan je droomt? Het gaat over het droomhuis. Misschien, waarschijnlijk, als alles goed gaat, gaat er een droom in vervulling. Een eigen plek. Een eigen appartement. Het is nog te ingewikkeld om over na te denken. Maar de droom sijpelt tussen de verwarring door, is niet te stuiten. Je schrikt ervan. Blijkbaar zat die daar de hele tijd al te wachten. (Alsof je dat niet wist…) Waarvan je droomt? Hoe het eruit zal zien. Hoe je er zelf uit zult zien op die plek.

Een droom die misschien in die droom in vervulling zal gaan. Een lange tafel. Doe maar met zes stoelen. (Als we dan toch dromen.) En alles wat er aan die tafel zou kunnen gebeuren. Uitgebreid koken voor al wie aan de tafel komt zitten. En er dan lang blijven zitten. Traag praten, en veel kijken.

Te moe om er zelfs maar aan te denken. Kun je ook te moe zijn om te dromen?

Misschien is het koud buiten. Maar binnen is het warm. Je merkt het nauwelijks. Je kunt gewoon bewegen.

Misschien is het warm buiten. Je kunt de kamer open maken naar buiten. Binnen en buiten lopen in elkaar over.

Misschien stormt het buiten. Het geeft niet. Hier kan niets gebeuren. De muren zijn sterk genoeg.

Misschien kun je er ooit thuis zijn. Het ritme vinden waarbij je bewegingen zich schikken naar de plek, of omgekeerd. En ooit, bijna onaangekondigd, ineens beseffen dat je helemaal rustig zit, alsof het zo moest zijn.

En de spullen? Zoals de oude kast. Die er altijd zal moeten zijn. Ze mag staan pronken, of ze mag gewoon vol rommel liggen. Het maakt niet uit, als ze er maar is. Hij die ze maakte werd meer dan een eeuw geleden geboren, zou nu 108 zijn. Hij moet in de buurt blijven. Net als de grote luidsprekers, ze werden gemaakt door zijn zoon. (Tegen dan is het tijd voor een nieuw kleurtje. Er is nog veel tijd om erover na te denken.) Het is goed dat de muziek zo komt. Of de pan. Ze was van haar. Zij zou nu ook over de honderd zijn. Ze bakte de nieuwe aardappeltjes in die pan. Die moet altijd in de buurt zijn. En nog andere spullen die helpen tegen de wind.

Misschien zul je dan pas beseffen hoe moe je al die tijd was, en wat er is opgespaard. Het zou kunnen. Tot dan is er nog veel tijd om veel dingen weg te doen. Om met meer leegte weer te starten.

Misschien is die nieuwe start wel de eerste start. (Moet je daar zo oud voor geworden zijn?)

Iedereen zit aan de tafel. Ze zijn er allemaal nu.

Je kunt er gewoon zitten, met alle kranten opengeslagen, op een zondagochtend. En meer moet het niet zijn. Misschien zou het allemaal kunnen.

Waar verwarring, verdriet en ontroering in elkaar overvloeien. Daar kun je nu al zijn. Nog zonder woorden.

En dat er geen trappen zijn. Dat je gewoon zo binnen kunt wandelen of rijden. En dat die en die dat dus zo zal kunnen doen. Dat is wel goed, denk je.

Alsof de rijrichting ineens is veranderd. Toch wel een beetje. Maar niet hardop zeggen, en niet verder vertellen. Er moet nog gefluisterd worden.

En wat het nog zal doen.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

"En dat er geen trappen zijn. "

Maar takken.
Om op te slapen.

En het lover van woorden.
Voor de schaduw.

En daaronder
een leesbank om even te gapen
en dan ...
.
Ach,
(Alsof je dat niet wist…)
.