11 oktober 2008

Chan Chan


‘Ja, doe maar zo.’
‘Wil je niet dat ik dat dicht doe?’
‘Nee, laat het maar zo, het is goed.’
‘Het is een mooie dag. Het licht valt mooi binnen zo.’
‘Ik kijk graag naar hoe je beweegt. Het is alsof er ook echt iets van je af gevallen is.’
‘Dat is waar. Het was alsof ik deze plek meteen herkende. Alsof we er al eerder waren.’
‘Misschien is dat ook wel zo.’
‘Ik heb me lang niet meer zo vrij gevoeld als hier.’
‘Wil je met me dansen?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘Ik moet nog een beetje zoeken, het is al zo lang geleden.’
‘Waarom kijk je nu zo? Ben je verlegen?’
‘Een beetje wel.’
‘Toch niet om…’
‘Nee, zeker niet, maar ik wou dat ik beter de passen zou kennen. Alle bewegingen. Ik wou dat ik ze blindelings kon uitvoeren, en dat ik je zo kon meenemen.’
‘Het geeft niet. Laten we heel traag beginnen, en wachten. De muziek loopt wel door straks.’
‘Misschien is het beter eerst zonder muziek te oefenen, om terug te wennen.’
‘Alsof het ooit helemaal is weg geweest? Doe maar, alles is goed.’
‘Laat me maar gewoon even doen zo. Dit voelt goed, het past in elkaar.’
‘Ik voel je hart tot hier.’
‘Het is alsof dit oude lichaam alles opnieuw moet leren. Er is een vage herinnering, goed verborgen.’
‘Soms denk ik dat je, als je alle ballast van het leven van je af zou laten glijden, meteen goed zou kunnen dansen. Dat het zelfs geen herinnering is, maar iets dat zich gewoon in het nu laat ontdekken.’
‘Zullen we de muziek aanzetten?’
‘Ja, dat is goed.’
‘Daar gaan we.’
‘Zie je wel dat het goed gaat. Die muziek past helemaal bij jou.’
‘Er is iets met dit nummer. Het geeft me altijd het gevoel dat ik thuis kom, en tegelijk maakt het me droevig. Ik zou soms willen dat het altijd blijft duren.’
‘Waarom ween je nu?’
‘Ik weet het niet, ik kan het niet tegenhouden. Misschien ligt het aan de akkoorden of zo. Misschien trekken ze een oud verlangen aan.’
‘Je hebt nog steeds sterke handen, ik voel het. En groot zijn ze ook nog altijd.’
‘Ik herinner me nu dat ik eigenlijk alleen bij het dansen mijn eigen handen kon voelen. Wanneer iemand anders in die handen beweegt, voel je ze zelf ook. Het is net niet dragen.’
‘Alles is er nog, zo lijkt het wel. Ik moet nu ineens denken aan die film die we ooit zagen. Die eindigde met een dans. Nu is het alsof de film ons heeft overgenomen.’
‘Die man in die film had zo’n mooi pak aan. Gek dat ik me dat nu herinner. Ik wou ook altijd in zo’n pak lopen, met zo’n hoed en een mooie das. Ik dacht altijd dat je dan beter kon dansen. Maar ik heb het nooit gedaan.’
‘We kunnen dat natuurlijk nog altijd doen, op zoek gaan naar zo’n pak. We hebben morgen ook nog.’
‘Voel je de wind ook?’
‘Ja, hier vooral.’
‘Je kunt hem nauwelijks voelen, maar hij is wel.
‘Net genoeg. Alsof er nog iemand mee danst.’
‘Misschien is het de wind die de lege plekken tussen ons vult. En als we ademen, is de wind overal.’
‘En dan zijn wij alleen nog maar wind.’
‘Dat zou ik wel willen nu.’
‘Ik heb er eigenlijk niets van gemerkt dat je die passen niet zou kennen. Ik zou zelfs niet kunnen zeggen hoe we hebben bewogen.’
‘Het was weg vanaf het derde nummer denk ik. Daarna maakte het niet meer uit.’
‘Laten we doorgaan tot het einde.’
‘Ja, het laatste nummer heet stilte denk ik, en daarna wordt het ook stil.’
‘Misschien is dat een goed moment om…’
‘Dat zou wel eens kunnen. Maar het is nog lang eer het dan is.’

Geen opmerkingen: