18 oktober 2008

Gelukkig maar

Het tijdschrift dat voor me ligt gaat helemaal over het thema geluk. Ik blader er even door. Het lezen zal voor later zijn. Of dat uitstel ook tot geluk zal bijdragen, weet ik nog niet. Maar ik vermoed van wel. Uitstellen van genot, het is een discipline die me vertrouwd is. Soms toch. Wie weet is het wel een goede oefening. Gewoon al nadenken wat het zou kunnen zijn. Weten dat het er allemaal straks nog zal zijn.

Om toch al een beetje te proeven lees ik toch al hier en daar een heel klein stukje. “We hebben de neiging om geluk en liefde buiten onszelf en het huidige moment te zoeken. Als geluk voor ons gevoel een bepaalde vorm moet hebben, zien we de vreugde die voor het grijpen ligt over het hoofd. Beseffen dat alles om gelukkig te zijn al aanwezig is in jezelf en in het hier en nu – dat is al geluk en liefde.” Ik vermoed dat die zin nog vaak gaat terugkomen in alle teksten in het tijdschrift. Ik kan me er dus nu al over bezinnen.

Het is een dubbel gevoel. Aan de ene kant is het heel herkenbaar. Momenten van geluk zijn er. En als ze er zijn, dan hebben ze toch vooral te maken met iets vanbinnen. Met de vrede die heel even opduikt in je hoofd en je hart. Met heel even het gevoel dat de dingen zijn wat ze moeten zijn. Het heeft niet veel zin om heel ver te gaan zoeken wat je uiteindelijk alleen in jezelf kunt vinden, en dat dan nog misschien alleen door niet te zoeken. Aan de andere kant wil je het af en toe niet weten, dat het geluk vooral hier en nu en in jezelf te vinden zou zijn. Het is zo verleidelijk om het ‘daar ergens’ te gaan zoeken, bij een ding of een persoon. Het zou zoveel gemakkelijker kunnen zijn als het zo was, als je alles bij een ander zou kunnen leggen, geluk en niet-geluk.

Met het loslaten is het niet anders. Ook dat is een woord dat in deze context vaak terugkomt. Het is een oefening van elke dag, loslaten. Soms lukt het, en dan besef je de waarheid ervan. Dan voel je dat je innerlijke rust groter wordt. Je voelt dat zoveel onrust tot op dat moment kwam door het voeren van allerlei gevechten die je – bij nader inzien – helemaal niet hoeft te voeren. Als je die ballast weg laat, blijven er nog genoeg gevechten over trouwens.

Maar hoe zit het dan met het hebben? Het is een discussie die ik al vaak met mezelf gevoerd heb. Neem nu boeken en platen. Dat zijn natuurlijk dingen. Je koopt ze in een winkel. Ze worden door bedrijven gemaakt. En via reclame proberen ze mijn verlangen op te wekken. Ik ben dus ook gewoon een consument. Soms wil ik zo’n ding, en besef ik al snel nadien dat het niet is wat ik ervan verwachtte en dat ik me heb laten misleiden. Soms voel ik me verdrietig en dan ga ik een boek kopen. Troostkopen, het is in wezen niet anders dan met al die andere producten.

En toch. Ooit maakte ik voor mezelf een lijstje met de 5 dingen die ik echt nodig heb om gelukkig te zijn. En woorden en muziek stonden ook in dat lijstje. Zijn die platen en boeken dan dingen buiten mezelf? Bij wijze van grap zou ik kunnen zeggen: ja, zolang ik ze nog niet heb. Maar zo simpel is het niet. De dingen op zich maken me soms ongelukkig. De stapels CD’s en boeken die ik niet meer in de kast krijg kunnen me onrustig maken. Ze wijzen me op mijn falen als opruimer (wat al gemakkelijk te vertalen is in: ik heb gewoon te weinig plaats). Als die fysieke dingen er niet zouden zijn in mijn huis, zou er meer leegte zijn, wat goed zou zijn voor mijn innerlijke rust. Maar als tegelijk de muziek, waartoe al die dingen telkens de sleutel zijn, ook uit mijn huis zou zijn verdwenen, dan zou ik – oprecht – minder gelukkig zijn. Er is geen dag voor te stellen zonder muziek. Elke vezel van mijn lichaam kan geraakt worden door muziek. Als het erom gaat het reeds aanwezige geluk in mezelf te ontdekken, dan is muziek een van de beste toegangswegen naar dat binnengeluk, en de heelheid die zo kan ontstaan. De ontroering wordt zelfs groter met de jaren. Misschien kan ik steeds meer dingen loslaten, maar muziek steeds minder.

Sommigen zullen dan zeggen dat het geluk erin schuilt om heel je platenkast stap voor stap leeg te maken tot je uiteindelijk alleen nog die ene plaat overhoudt die alles in zich heeft. Toch maar niet. Er kan best een hoop uit, als het zou moeten. Platen die bij nader inzien niet wezenlijk waren. Die zich perfect laten missen, omdat je zelfs niet zou weten dat je ze mist. Maar één plaat… Dat zit er niet in. Dan zou het zijn alsof je echt je hele geluk bij iets externs zou leggen. Misschien is het gewoon een gemakkelijk excuus, maar het voelt veeleer alsof vele muziekjes in de buurt hebben beter aansluit bij wat er vanbinnen is. Iets als: van al je kinderen of van al je vrienden kunnen houden. Als er meer muziek daarbuiten is, is het gemakkelijker je gefragmenteerd zijn vanbinnen te aanvaarden en er rust in te vinden. Als er zoveel intens en echt geluk te vinden is in veel muziek, waarom dan niet?

En op die manier al een beetje gewapend tegen alle vragen die op me af zullen komen, kan ik het tijdschrift nog even wegleggen. (Samen met dit ene tijdschrift had ik er trouwens nog twee andere gekocht, en die moeten ook nog gelezen worden natuurlijk…)

Geen opmerkingen: