24 mei 2009

Wat je achterlaat


Misschien is het daar dat je bent. En alleen daar. Waar het zand wordt overgenomen door het water, en waar het later weer verlaten wordt. Misschien kun je alleen daar zijn. Nooit kun je weten naar welke kant je echt zou moeten gaan. Misschien wil de zee je zeggen dat die vraag verkeerd is. Dat de grootste rust bereikbaar enkel daar te vinden is waar er alleen die eindeloze beweging is. Dat de grootste onbeweeglijkheid daar is, midden in de getijden.

Soms is het alsof je het heel even weet. Je oefent jezelf in trage bewegingen. De handen als een op- en ondergaande zon, in een eindeloze reeks, waar nergens een naad te zien is. En je adem volgt dat ritme. En het is alsof het je beschermt tegen alles wat daarbuiten gebeurt. Alles wat je zou kunnen mee trekken in een stoet die de jouwe niet is. En even lijkt het alsof je dichter bij de aarde bent gekomen. Tot je opschrikt van de lucht die in en uit je gaat, en er net te veel eenzaamheid is overgebleven. De twijfel neemt het over. Dat het misschien toch beter is van hier te gaan, naar waar alles beweegt, waar de anderen zijn.

Het lichaam kan je niet leiden. Het is even ongrijpbaar als al het andere.

Soms wil je je gedachten enkel formuleren in woorden die iedereen begrijpt. Soms wil je zo opgewekt zijn als anderen van je verwachten. Soms wil je zoveel hoop uitstralen als nodig is, naar men zegt. En soms lijkt het alsof dat ook je voetstappen overneemt, en ervoor zorgt dat de gemakkelijke weg voor je ligt. En soms wil je alleen de woorden overhouden zoals ze onder je huid bewegen. Soms is er een waarheid die je niet mag verzwijgen. Soms zou het naakte inzicht in wat zou kunnen komen meer helderheid overlaten. Soms zou het gesprek pas daarna, en dan eindelijk beginnen.

Verdriet is gewoon een gevoel. Het komt en het gaat. Net als geluk. Het komt en het gaat. Het is niet meer dan dat, als je daar staat. Het heeft niet veel zin je tegen het water te verzetten. Tegenhouden wat gewoon door je heen kan stromen, het hoeft niet. Evenmin als niet toelaten wat gewoon naar je toe komt. Af en toe lukt het je.

Je kijkt naar je huid, en je ziet de littekens. Soms trekken ze je weg, naar hun kant. Alsof alleen de gaten overblijven. Soms zijn ze een rivier, waarin je gewichtloos kunt worden. In het volle besef van alles wat niet gehavend kan worden, zolang de tijd beweegt.

Misschien zijn de foto’s ergens in je begraven. Hoe de dingen waren. Wat ooit gebeurde, wat ooit gezegd werd. Soms lijkt het alsof ooit ergens een weg werd gesloten. Het kan je overvallen, onbewaakt als je bent. Het heeft je longen kleiner gemaakt, je armen korter. En soms is er alleen de vrijheid die je zelf hebt gewonnen op de tijd. Alles wat je kunt zien omdat je zo geworden bent. Je zou het nooit anders willen.

Misschien zou je iets willen kunnen vasthouden. Misschien verlang je dat er ooit iemand is die zal blijven. Misschien zou je het laatste woord willen kennen. Misschien wil je weten wat je achterlaat. En dat terwijl je daar staat. Waar het water heen en weer gaat. Niets is zachter dan water, en niets heeft meer kracht. Je kijkt naar je voet, en wat er beweegt tussen je tenen. Hoe snel je kunt verdwijnen als je je verzet. Of je kunt het bewegende water strelen, in een onbeweeglijk moment. En hopen dat dat ooit genoeg zal zijn. Zou je dichter kunnen komen?

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

Liefde is zoals de zee.
Ze komt en gaat ...