13 februari 2010

Liefde enz....

Het is wat met de liefde, zeker als Valentijn nadert. Een mens probeert zich natuurlijk goed voor te bereiden op deze hoogmis van de Liefde, met een grote L. Kwestie van te doen wat volgens de officiële Valentijncontrolecommissie als geijkt wordt beschouwd. Wie dat niet doet, wordt ongetwijfeld definitief verbannen naar een onbewoond eiland waar alleen lelijke vrouwen, en nog veel lelijkere mannen wonen. Je kunt daar de liefde dus niet echt bewonen waarschijnlijk.

Zenuwen gieren door je lijf, die dagen voor Valentijn. Gelukkig zijn er de kranten om allerlei nuffige fips te geven. In een krant op rozig papier – nog net iets rozer dan mijn voormalig wit laken dat om een ongetwijfeld onverklaarbare reden van kleur veranderde in de wasmachine – zijn diverse speciale bladzijden opgenomen.

Zo is er een hele bladzijde waar “alle happy of unhappy singles de nodige tips (krijgen) om de Dag van de Liefde op een waardige manier door te komen”. Als ik me dus niet aan die tips zou houden, wordt het een onwaardige dag. O jee. Een van de tips is om het Valentijnsyndroom te counteren. Blijkbaar zouden single mannen “nog meer last ondervinden van het Valentijnsyndroom dan vrouwen”. Wie een exemplaar van dat kaliber in zijn vriendenkring heeft zou die moeten meeslepen naar een café “om de hele avond stoere mannenpraat te verkopen, tafelvoetbal te spelen en Duvel te drinken”. Brrrrrr, dat moet zo mogelijk nog veel erger zijn dan de veronderstelde ernst van het genoemde syndroom. Het artikel bevat ook een overzicht van waarom single zijn leuk is. Een ervan is: “Je kan schaamteloos tegen jezelf praten of tegen de kat, zonder het risico te lopen dat iemand je hoort.” Daar moet ik toch eens over nadenken. Wil dat dan zeggen dat ik mezelf moet aanleren om hardop pratend door het huis te lopen, en allerlei dingen te zeggen waarvan ik blij ben dat niemand ze hoort, en zo ja, wat moeten die dingen dan wel zijn?

Op een andere pagina wordt uitgelegd hoe je “Valentijn volgens het boekje” moet doen. Met suggesties voor het perfecte Valentijnscadeau. Er wordt uitgelegd dat er na elke warmbloedige Valentijnsavond zeker een “dito Valentijnsnacht” zal komen. En om die nog zwoeler te maken heeft een bekend merk van elektrische apparaten gepaste verlichting ontworpen: “Elektrische kaarslichtjes die een rode gloed uitstralen of een wijnkoeler met ledlampjes”. Slik. Hoe moet dat dan tijdens die dito nacht? Moet je dan, zo rond een uur of drie, compleet voldaan en afgepeigerd van de grote liefde smachtend zeggen: “Schat, kun jij even de lampjes van de wijnkoeler uitdoen?” Ik weet het nog niet zo goed…

Er is natuurlijk ook nog een bladzijde met speciale Valentijnberichtjes. Speciale aandacht is nodig voor de troetelnaampjes. “Liefste teddybeerke” is nog redelijk voorspelbaar. Ingewikkelder is al “liefste Keramiekje, meest sexy Snuffie-San”. “Lieve Sjoebie” kan misschien nog net. Bij enkelen is er nog werk aan de beheersing van de spelling: “Stuur u een roze, en een mooie doze, speciaal voor u gekoze, nu toch niet boze.” En aan “Schattiej” en “Sgatje” is ook nog werk. Maar wat te denken qua tot de ultieme liefdesdaad aanzetten van “Mijn liefste kersenyoghurtje”?

Na het lezen van deze vakliteratuur golft de romantiek nog niet wild over mij heen. Terwijl ik net goed gezind was, moet ik me nu zorgen maken omdat ik toch geen ‘happy single’ ben blijkbaar. En terwijl ik net klaar stond om een mooie liefdesbrief te schrijven vol met poëtische wendingen en tot dag- en nachtdromen aanzettende subtiele beelden, zal ik daar ook maar van afzien. Ik had net een collectie mooie aansprekingen gevonden, maar die spelen blijkbaar in een andere divisie. Informatie over Valentijn lijkt vooral aan te zetten tot een Valentijndepressie, en dat was toch ook niet de bedoeling, vermoed ik.

Maar er is nog troost. De twee mensen die voor mij stonden aan te schuiven bij de chocolatier bewezen het. Allebei antwoordden ze even enthousiast op de vragen van de man die net met zijn piekfijne witte handschoentjes de pralines en truffels in een doosje had gedaan. “Cadeautje?” ‘Ja!” “En is het voor Valentijn?” “Ja, natuurlijk!!” En met die ‘natuurlijk’ ging ook enig oogbollengedraai gepaard. Gevolgd door een minzame glimlach van de man met de handschoenen. Waarna hij over het weer begon, en wees op de stuifsneeuw buiten.

Mijn Valentijnboodschap zal dus dit jaar door een actief denkproces gewoon door de lucht worden overgeseind. Een beetje zoals in Star Trek, beam me up, maar dan voor een gedachte. Zo kan ze niet ten prooi vallen aan alle voorschriften, en blijft ze zuiver en naakt. Zo is ze ook verzekerd van meer romantiek, die niet gematerialiseerd hoeft te worden met ledlampjes maar gewoon recht in het domein kan komen waar we dromen of dingen zeggen, tegen onszelf, die anderen nooit zullen horen. Iets in die aard.