04 februari 2010

Het licht

Wat je verlangt, soms komt het ook. Zoals het licht van februari. Misschien is het wel geen eerlijk verlangen, want je weet dat het zeker zal komen. En hoe langer je wacht, hoe meer het komt. Maar dat geeft dan even niet. Je voelt het al een beetje zinderen. Er is al licht te vermoeden als je ’s morgens vertrekt. Er is nog licht als je ’s avonds terugkeert. Het is als glimlachlicht. En ook tussen die momenten kan de dag veranderen. Je staat voor het raam, een late namiddag. Er zijn nog enkele dingen te doen voor het tijd is om te gaan. Je kijkt alleen maar, naar die mooie lucht. En je zou iemand willen roepen, iemand willen bellen, iemand tegen je aan willen trekken, het maakt niet uit, en zeggen: heb je die lucht gezien? Heb je die lucht wel degelijk gezien? De kleuren hebben op je gewacht. Klaar om door je ogen aangeraakt te worden. Meer zelfs. Je zet enkele stappen achteruit, en komt daarna weer terug om opnieuw te kijken. En er zijn nog kleuren over. Zomaar.

Misschien zou je rug iets van die kleuren kunnen gebruiken. Je zou ze langzaam naar beneden willen dragen en ze voorzichtig uit laten lopen op je rug. Als het trage einde van een golf, net aangekomen op het strand, die denkt dat hij thuis is. Je zou ze willen laten insijpelen, tot ze je vullen. Of toch minstens de gaten dichten. En dan blijven wachten. Tot het tijd is. Al weet je niet waarvoor het dan wel tijd zou moeten zijn.

Soms schuift je lichaam door de wereld, en langs de dingen, als door boter. Zachte boter dan wel. Het is de beweging die jou voorttrekt. Je moet ze alleen volgen. Zoals je achter een auto zou fietsen. Uit de wind en in bijna een vacuüm. En soms is het omgekeerd. Je lichaam loopt voorop, de beweging blijft achter. Er is alleen zwaartekracht, en je wist niet dat die in zoveel richtingen werkte.

Er zijn knopen in het landschap. Daar waar de tijd zich even heeft stilgehouden. Waar de gebeurtenissen moesten wachten. Waar herinneringen zich nestelden. Niet goed wetend waarom ze juist die plek hadden uitgekozen om zich neer te leggen. Zonder voornemen om spoedig weg te gaan. Er zijn knopen onder je huid.

Soms is de warmte gul. Ze beweegt overal in je. Doolt achteloos rond, alsof er niets aan de hand zou kunnen zijn. Soms heeft ze zich teruggetrokken. Ergens in, of nog niet in je lichaam. Je merkt dat er plekken zijn in je lichaam. Ze worden jammer genoeg niet allemaal ingenomen. Sommige zijn verlaten, of nog niet bevolkt. Het verschil is moeilijk te merken. De warmte blijkt eigenzinnig. Beweegt pas wanneer het tijd is. Waarvoor, dat weet je nog steeds niet.

Terwijl het water nog van je af loopt zie je jezelf in de spiegel. Dat denk je toch. Misschien is het een afspraak, die ooit is gemaakt, om groter onheil te voorkomen. De afspraak dat dat lichaam overeen zou kunnen komen met het beeld in de spiegel. Je kijkt. En merkt dat je de tijd erbij ziet. Je ziet waar het vandaan komt. Je probeert je in te denken hoe het zou zijn om het nu te zien van dat beeld, in plaats van het tot nu toe.

Je loopt over de straat, en kijkt even naar binnen door dat raam. Zoals je elke dag doet. Alsof je zou willen weten of het beeld dat je vermoedt te zullen zien, opgebouwd uit de beelden van al die dagen daarvoor, overeenkomt met wat je ziet. En nooit is het zo, al is er genoeg herkenning om niet in paniek te raken. Wat zou er veranderen, elke dag? Verliest of wint het beeld iets door elke dag die ogen te voelen? Of is er enkel het beeld in je dat zich laat bijstellen? Misschien drijft het wel van je weg. Misschien kom je dichter bij wat je nooit eerder daarvoor kon zien. En gaat dat dan voor eeuwig door.

En soms loop of sta je ergens en besef je ineens wat er zou kunnen gebeuren. Op die plaats, in een moment kleiner dan je zou kunnen bevatten. Iets zou kunnen gebeuren, en je ziet het plots voor je. Je lichaam trekt zich in een kramp samen. Om daarna aarzelend weer tot zichzelf te komen. En als je nog langer wacht, dan zou alles zich misschien wel laten vergeten. Zo begin je telkens opnieuw. Even onherroepelijk en troostend als je eigen adem.

Geen opmerkingen: