07 april 2012

De bosanemonen

Een mooie wandeling, met fijne mensen. Uren door het bos. Wat is het bos mooi. De grote beuken. Zo soeverein staan ze daar. Ze bewaken de holle weg. Ze hebben alle wijsheid van de wereld in zich. En dan de bosanemonen. Daar waar de bomen wat dunner zijn. Een groen tapijt, met al die witte bloemen. Het zet aan tot stilte. Als je lang genoeg zou wachten, zou je de nimfen zien. Als je stil zou blijven staan, zouden ze tot bij jou komen. Ze zouden je begroeten. In hun transparante zelf.

Voor het vertrek van de wandeling. Op weg naar het station. De loeiende rugpijn. Of ze zomaar over zal gaan, door het stappen, je weet het niet. Het is een kwestie van vertrouwen, zoals al die andere keren. En je blijft stappen, misschien nog een beetje sneller. Om het niet te voelen. Je zult nog even gaan zitten op het perron. Er zijn nog enkele berichtjes te sturen. En je zult dan nog even kunnen zitten, hoop je. Gewoon daar in het niets tussen die sporen. Even gewoon kijken naar treinen die vertrekken. Dat is toch wat je hoopt, dat ene moment, net voor het vertrek.

En de dagen daarvoor, ze zitten nog onder je huid. Je draagt ze mee. Ze vergezellen je, misschien is dat een betere omschrijving. Ze moeten alleszins ergens zijn, in je buurt. Ze verhouden zich tot je lichaam: in, op, of naast. Je zou ze kunnen aanraken, bijna.

Een artikel op de site van een krant. Over de twee panda’s. Ze zijn helemaal overgevlogen naar die ene zoo. In de hoop dat ze daar tot de daad zouden overgaan. Onder het oog van iedereen. Wat dus weer niet gelukt is. En het kan maar in die ene week per jaar gebeuren. Panda’s zijn kieskeurig blijkbaar, qua paarweek. (Scheelt maar een letter met paasweek, bedenk je ineens.) Het lukte dus niet, en dat ondanks allerlei speciale voorzieningen. Zoals een liefdestunnel. Er is iets met dat woord. Een lichte overdaad aan droefenis. Die tunnel blijft in je hoofd dwalen.

Er is meer leegte in de trein, in zo’n paasweek. Je ziet hoe iedereen de ruimte neemt. Veel ruimte neemt. Om helemaal in het eigen domein te zijn. Dat domein bestaat enkel in je hoofd, maar dat geeft niet. Je kunt je erin nestelen. Met alleen de cocon van je gedachten. Net lang genoeg.

Bijna daar waar je werkt. Het zal wel voor een of ander project zijn. Ze schilderen een hele vlakte geel. Voetpaden, de straat, alles eigenlijk. Je mag er niet door. De dag daarna mag het al wel. Hoe iedereen een beetje onwennig die immense gele ruimte betreedt. Bijna betast. Moet je anders bewegen, moet je elkaar anders aankijken, moet je vertragen, moet je extra breed glimlachen naar loslopende mooie mensen, niemand lijkt het te weten. Bij elke stap wordt heel even geaarzeld. In telkens dat ene moment.

’s Avonds laat thuiskomen, na weer eens een vergadering of gesprek. Eigenlijk te moe om nog veel te doen. Maar toch nog hunkeren naar een film of zo. Iets dat je ziel zal beroeren. Het mag een heftige liefde zijn, een tragisch verlangen, iets dat onweerstaanbaar is, of gewoon tragisch, als het leven. Het mag romantisch zijn, zich lenen tot wegkruipen onder het dekentje. Het mag je helemaal innemen, je zou alle poorten van je stad open zetten. Het zou iets met je huid moeten doen. Maar eigenlijk ben je gewoon te moe. Er is niemand tegen wie je kunt zeggen: ik wil nog niet gaan slapen. Iemand die je dan zou kunnen zeggen: blijf nog maar even, maar niet meer lang. En je weet dat je toch moet gaan slapen. En wat je niet zag, zal dan wel in je dromen komen. Wat ook gebeurt.

De mevrouw loopt tussen de fietsen die op het plein staan. Ze mogen daar eigenlijk niet staan, maar dat maakt nu even niet uit. De mevrouw danst tussen de fietsen, en neuriet iets. Ze is net te ver om te kunnen horen wat ze aan het zingen is. Ze droomt van een bos waarschijnlijk, en hoe ze tussen de bomen kan bewegen. Of ze op de hoogte is van de bosanemonen, dat weet je niet. Die bloemen blijven alleen in jouw hoofd, in die ruimte. En daar kun je ze aanraken, als je dat zou willen. Zo is het goed.

4 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
http://uvi.skynetblogs.be/ zei

De loeiende rugpijn.
Of ze zomaar over zal gaan, door het stappen, je weet het niet.
Het is een kwestie van vertrouwen, zoals al die andere keren.


...

Ik hoop dat ze minder 'loeit' ondertussen, Jan.

Ook al is de dichter een koe.

mvg

PS.
Sorry voor het foutje.

Jan Mertens zei

Dankjewel voor je reactie Uvi. De rugpijn is ondertussen al beter. Ik heb twee categorieën: de zeurende en de loeiende. Dit keer was het de loeiende. Door het wandelen gaat de pijn wel wat over. Ze komt en gaat, die rugpijn.

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

Ik dacht eerder aan 'een berg-koe'.
Niet dus.

Godzijdank.