Even soezen
op de bank. Je verdwijnt even, in een weg van. Weg van de dingen. Je weet niet
eens of je wel terug zult komen.
Ooit heb je
het geleerd, of ooit is het weer tot je gekomen. Misschien wel ongemerkt. Hoe
je je uit handen moet geven, aan weg van de dingen. Uit handen laten glijden is
misschien een beter woord. Het zou kunnen dat het verzet zich heeft
teruggetrokken, waarna de ruimte overbleef, als een stuk strand. Klaar om te
verdwijnen. Voor even dan.
De zetel in
de hoek van de kamer. Die plek daar. Bestand tegen ruggelingse winden, en
geruisloos binnentrekkende legers.
En soms
kijk je rond, en vraag je: waarom hier. Waarom je net hier bent, en niet ergens
anders. Waarom dat hier de plek is die je hier noemt, de plek waar je naartoe
gaat, telkens weer, als je niet hier bent.
En of dit
hier wel het hier is. Misschien ben je tijdens het even weg van de dingen wel
verplaatst. Stiekem. Door zachte handen. Die je nooit zouden wekken.
Het zou
kunnen dat er iemand aanbelt. Je zou de deur openen. En iemand zou daar staan,
die je lijkt te herkennen. Die iemand had blijkbaar verwacht dat jij hier, op
deze plek, zou zijn.
Misschien
zijn het de anderen die je moeten zeggen, die je moeten leren waar je bent.
Je hebt het
altijd zo gedaan, en soms doe je het nog. Denken aan al wie je lief is.
Iedereen een voor een in je hoofd halen, en zien waar ze wonen, waar ze zijn.
En zo de kaart in je hoofd bevestigen, of herstellen. En uiteindelijk zien dat
de lijnen in jou samenkomen, daar waar je nu bent.
Je had ook
ergens anders kunnen zijn gestrand. Maar zo is het niet gelopen. Het zijn
verhalen die je doorheen het universum bij de hand nemen. Geliefden die je
vragen om op die plek te blijven staan. En als je lang genoeg wacht, dan lijkt
het alsof dat de plek zou kunnen worden.
De vraag
naar het waarom is niet te beantwoorden. Er is geen plek in de ruimte die op
jou wachtte. De plek wachtte op herinneringen. Zodra jij er bent, zodra jouw
verhalen er zijn, ontvangt de plek ze. Overal waar je was, zullen de plekken
zich jou herinneren.
Je zit in
de zetel in de hoek van de kamer. Je kijkt naar de dingen in het huis. Ze laten
zich betasten door het licht. En het is alsof ze glimlachen, en zeggen: wij
zijn er. Dit is zo plek als het kan zijn. En misschien hebben ze wel gelijk.
Misschien
is de zachte onrust een gegeven, en is al het andere iets wat je naar je toe
moet laten komen. Als een bezoeker die elke dag voor de deur staat. Weten waar
je bent, is dan waarschijnlijk minder een weten dan een ontvangen. Zoals je eb
en vloed ook gewoon zou kunnen ontvangen, zonder je af te vragen waarom ze er
zijn of wat ze zijn. Alleen strand zijn, en kijken naar het water, voelen hoe
het je huid beroert.
Soms is de
man die je ziet in de spiegel een vreemde. Eerst denk je dat het een vergissing
moet zijn. Daarna besef je dat je niet zou kunnen zeggen wie er dan wel in de
spiegel zou moeten staan. En daarna denk je dat de spiegel wel gelijk zal
hebben. Om ten slotte, wanneer je die avond gaat slapen, blij te zijn met de
herkenning. Al die verhalen, het eindeloze gewriemel dat je bent, van binnenuit
gezien, dat alles zou best wel eens kunnen samenvallen met de man die je daar
ziet. Hoewel het beeld nog altijd veel afgelijnder lijkt dan het vervloeiende
en verdwijnende dat je zelf ervaart.
Je staat
op, en schuift het grote raam open. Het is zacht buiten, bijna warm. De kinderen
hollen over het plein. Al die geluiden, laat ze blijven, nog even.
2 opmerkingen:
De vraag naar het waarom is niet te beantwoorden. Er is geen plek in de ruimte die op jou wachtte. De plek wachtte op herinneringen. Zodra jij er bent, zodra jouw verhalen er zijn, ontvangt de plek ze. Overal waar je was, zullen de plekken zich jou herinneren.
...
Zestig trappen, ik heb ze geteld Jan, deed ik om Nolens te gaan halen. Beneden. Ik zit op zolder.
En ik citeer uit 'Dagboek van een dichter' - pag. 75:
'Was het niet Canetti die zei dat de wereld juist zo interessant is omdat elk individu zich beschouwt als de navel van de wereld?'
Er is niets mis met je navel, Jan.
Maar zopas ging ik kijken naar de 'naam' van je Blog, hierboven.
Je plek.
En daar wapperde je naam als een vlag boven een villa.
Ik voel me altijd een beetje thuis hier.
Zoals je aan zee bent. Op vakantie.
mvg
Dankjewel voor je mooie reactie Uvi. Een villa aan zee, dat is wel een mooie plek natuurlijk...
Een reactie posten