21 april 2012

Waar je je terugtrekt


Je zit te praten met een studente. Ze heeft een hele vragenlijst voor je klaar. Het maakt je een beetje verlegen, maar je laat het niet merken. Ze kijkt je de hele tijd intens aan. Het apparaatje dat alles op zal nemen ligt voor je op de tafel. Jouw stem zal dus via die micro in dat kleine kastje gaan. En daar nog even rusten. Je probeert erop te letten dat je de woorden netjes uitspreekt. Misschien verwacht ze van jou wel allerlei intelligente antwoorden. De vragen lijken daar toch op voorzien. Zou ze daar nu eigenlijk iets aan gehad hebben, aan die verhalen die je vertelt? En zouden ze een beetje lijken op intelligente antwoorden?

Nog even langs de boekenwinkel. Een verjaardagscadeau dat een beetje te laat is. Je mag hier niet te veel verlangen vandaag. Of je mag het verlangen niet naar de oppervlakte laten komen, dat is misschien beter geformuleerd. Je zou te veel willen, het zou pijn kunnen doen. Je denkt alleen maar aan die ander. Je probeert haar door het boek heen te zien, om zo te weten of ze in dat boek past. Maar je hebt ze wel allemaal even aangeraakt, de boeken. Misschien niet allemaal, maar toch veel.

De fiets wordt weggebracht. Uit handen gegeven, voor even toch. Je bereidt hem er helemaal op voor, terwijl je tegen de wind in fietst. Dat het voor zijn eigen bestwil is, en dat soort verhalen. Dat alles beter zal werken, nadien. En dat de fietsenmaker die hem onder handen zal nemen de beste is die er te vinden is. Hij kijkt je een beetje wantrouwend aan. Wil misschien liever in jouw buurt blijven. Je fluistert nog iets in zijn oor, een groot geheim. En zegt dat je als hij weer terug is samen een ijsje zult gaan eten. Met aardbeien. Dat laatste haalt hem helemaal over de brug.

Het is nog een heel stuk terug tot aan het station. De weg die je normaal alleen maar met de fiets doet. Nu gewoon met jezelf. Je houdt het tempo hoog. Iets onder je huid trekt een beetje aan je. Wil je iets zeggen. Nu niet, denk je, nu even niet. Alleen verder gaan. Om op tijd te zijn voor de trein die gaat komen. Je kunt verdwijnen in die beweging. Er zijn categorieën van rugpijn. Je dacht dat er maar twee waren, maar er is ook een derde, de zinderende. Die kan alle wervels tegelijk beroeren. Op het perron sta je nog even te lezen. Rechtstaand lezen, een discipline die je nooit helemaal hebt leren beheersen.

Alle dingen die nog moeten gebeuren. Lijstjes afwerken. Met lichte tegenzin. En toch zoals altijd weer blij zijn als ze afgewerkt zijn. Er is toch nog altijd iets met dat verlangen. Het heeft blijkbaar niet alleen met boeken te maken. Misschien met iets als toegedekt worden, en horen dat alles goed zal komen. Het lijkt ergens te sluimeren. Je laat het daar. Nu niet, denk je, nu even niet.

Door de regen op weg naar wat je nog moest doen. Er is een tempo van terugtrekking blijkbaar. Terugplooien binnen de eigen wallen. Mensen in de stad zien kun je beter aan ’s morgens dan ergens in de late namiddag. Zij lijken er niets van te merken, lopen even afwezig verder door de winkelstraat. Het grijs van het weer en de felle kleuren in de etalages lijken even niet bij elkaar te passen. Er is een kleuronrust, of zo.

De mensen komen binnen met hun kleine kindjes. Er is een wereldrecord in voorbereiding. Met katoenen luiers. Er is veel aanwezigheid. Het maakt je een beetje verlegen, maar je laat het niet merken. Een buitenkant van jezelf kan doen wat er moet gebeuren. De foto’s maken. Een binnenkant houdt zich wat op de achtergrond. Het is mooi, je weet niet goed of je hier wel mag zijn nu.

En door de regen weer op weg naar huis. De buik is al enkele dagen dwars. Als een kind dat te weinig aandacht krijgt, of zo, denk je. Je begint een verhaal te vertellen. Over de terugtrekking die dra zal volgen. En dat jullie twee dan helemaal alleen zullen zijn, met verder niets meer. Buiten een dekentje. En nog iets over eb en vloed, en dat alles goed zal komen. In een verder lege avond. De sirenen blijven aan de kant. De goden laten je met rust. Het orakel zwijgt. En de wind zal gaan liggen.

2 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

Dag Jan,

later als je gepensioneerd bent.
Làààter dus, kan je misschien
psychotherapeut worden.

Voor verroeste velo's.
Of vereenzaamde.
Waar zou die van Tommeke ooit terechtkomen?

Ach, misschien wel ergens in een bedevaartsoord. Voor coureurs.

Maar Jan,
fietsen hebben een gevoelige ziel.
En jij voelt ze perfect aan.

Vandaar ...

Dag jongetje op je kinderfiets.
Ik zie Engeland al liggen ...

Jan Mertens zei

Dat lijkt me een geweldig plan Uvi, psychotherapeut van fietsen. Een mooi perspectief om naar uit te kijken.

Mooie zondag nog.