26 augustus 2012

Het gesprek met de zee

Het kleine meisje kijkt je wantrouwig aan, met haar grote ogen. Dat dat niet kan, met de zee praten. Dat iemand die dat wel denkt te kunnen toch maar een rare is.

Je weet nooit goed hoe je je vragen moet formuleren. Terwijl je daar staat. En je hoopt dat de zee begrijpt wat je zou willen vragen, maar wat je voorlopig nog niet onder woorden kunt brengen.

Een beetje verlegen ben je. Hier op de rand van het water. Zoals al die vorige keren. Je vouwt je handen, en buigt je hoofd.

Het antwoord laat altijd even op zich wachten. Dat heb je geleerd.

Iets over grijs haar, en jezelf zien staan op een afstand. Dat denk je. Terwijl de wind door je kieren gaat.

En met wie je was, hier, tot nu toe. Het is er allemaal, en het gaat niet weg. Nooit. De beelden verdringen elkaar.

Tussendoor kom je telkens even terug. Om te zeggen dat je er nog steeds bent, dat je nog niet weg bent. En dat je hoopt dat ze je vraag begrepen heeft.

En de zee, ze glimlacht. Nauwelijks waarneembaar. Maar net genoeg.

Er is iemand die ver weg is, die je graag even naar hier zou willen halen. Zodat je dichterbij zou kunnen zijn.

Je schrijft geen woorden in het zand. Dit is iets net voorbij hun grens.

Het duister neemt het over. De zee kan zich snel terugtrekken, zo lijkt het.

En steeds is het die laatste ochtend. Zoals het ook toen was, toen ze zei dat alles goed zou komen.

Het woeste water. Onder een grijze lucht. Wat beweegt er hier?

Iets verandert. En dat je dat al weet, zegt ze.

Je zegt dat je niet weet waar dat is, waar het begint. Waar tussen hier en daar.

Je bent over een waterlijn gegaan. Het heeft een eenzaamheid veranderd. In een andere.

En de woeste wind. Alsof ze je wakker zou willen schudden. Het slib uit je ogen zou willen blazen.

Iets als: je bent nu zo oud geworden. En je weet niet wat je met die gedachte aan moet.

Het is een andere vrijheid. Iets van het verhaal blijft daar. Net als de sluiers. Het is tijd om ze achter te laten. En hier alleen met je huid te staan.

Misschien moet je niet wachten, tot iemand over je schouder mee kijkt.

De wind draagt het antwoord. Niet te horen voor wie kijkt.

Wat zou je zeggen aan het kleine meisje? Misschien dat je voor vandaag genoeg weet. Dat de zee het ongewisse niet weg zal nemen, en dat dat volgens haar ook niet hoeft. Dat de vraag die je stelde al het antwoord was. En het kleine meisje zal je nog steeds niet begrijpend aankijken.

Geen opmerkingen: