18 juni 2008

Hele mensen

Ik kijk graag naar hele mensen. Stukken van mensen vind ik stukken moeilijker. Er zijn mensen die dat kunnen, denk ik. Alleen kijken naar of denken aan stukken van mensen. Borsten of billen, kuiten of kontjes, en nog andere onderdelen zullen wel in die categorie vallen. Onderdelen kunnen natuurlijk best heel mooi zijn. Maar ze zijn altijd iemand. Ze kunnen zich net zomin losmaken als de golf van de zee. Je kunt natuurlijk wel naar de golven kijken, maar je kunt ze gelukkig niet uit het beeld losknippen. Ik heb het al wel eens geprobeerd: denken aan een stuk, zonder er een gezicht bij te zien, maar het lukt me niet. Ik hou wel van handen, om maar iets te zeggen. Ik kijk er graag naar. Om iets te ontdekken. Maar dat is pas een beetje te weten als ik de beweging zie van een hele mens. En dan moeten er ook nog woorden bij komen. Om daarna al heel even de zee en de golven te zien. Zien waar er een evenwicht zit in dat lichaam, en waar er iets stokt.

En terwijl je kijkt en naarmate je meer ziet, besef je dat je steeds minder ziet. Ook als je naar een hele mens kijkt, die je ondertussen beter kent, zie je toch telkens een momentaan beeld. En dat lijkt dan weer een stuk te zijn. Je zou foto’s kunnen maken. Een eindeloze reeks. Elke minuut van de dag. Wat je zou willen vasthouden, ontsnapt enkel. Je zou delen van het geheel kunnen fotograferen. Stukken, om meer te weten over het geheel dat je al een beetje kent, maar nog veel beter zou willen leren kennen. En er blijft steeds minder over.

Wanneer je iemand even niet ziet, en dan weer wel, dan is er even een moment van niet-herkenning. Het is fascinerend. Je hebt die persoon ondertussen misschien al zo vaak gezien. Eindeloos veel stukken van momenten van het geheel. Ze zijn opgeslagen in je hoofd. Ze zijn, telkens opnieuw bijgewerkt, versmolten tot een soort gestileerde versie. Die maakt dat je de persoon terug herkent de volgende keer. En je ziet hem of haar weer, en de herkenning is er, en meteen ook het besef dat het beeld in je hoofd niet klopte.

Later zie je soms aan de foto’s dat ze in de tijd staan. Nadien zie je op de foto hoe die of die verandering, hoe dat onheil zich al aankondigde. Het was er. Het beeld op die foto is een stuk, een stuk uit de tijd. Als je de hele tijd zou kijken, zou je het niet gezien hebben.

Het is een rare paradox. Alleen iemand die je nog niet kent, die je nog niet hoorde, kun je het allereerste moment in één beeld helemaal zien. En vanaf dan wordt elk meer ook een minder. Naarmate je meer kijkt, meer van de hele mens begint te ontdekken, zie je minder, en kun je nooit meer alles in één oogopslag zien.

Soms lijkt het beeld even te ontsnappen. Er zijn mensen die je ooit een minuscuul moment zag, en daarna nooit meer, en die toch in je hoofd blijven. Bevroren. Er zijn mensen die je al heel je leven ziet, en die je ineens kunnen ontsnappen in je hoofd. Soms kun je dan aan de stukken denken, en zo stuk voor stuk het beeld terug heel maken. Onrustig verdwaal je tussen de stukken, tot ze de zee terugvinden. En pas dan kun je weer gerust ademhalen.

Er zijn mensen die je alleen in het nu kent. Je ziet alles nu, de hele beweging. Tot er ineens een beeld komt uit een andere tijd. Een stuk dus waarvan je wist dat het er moest zijn, maar dat je nooit had gezien, ook niet in de hele vorm van toen. En met dat stuk zie je iets dat enkel zo kon worden onthuld. Je ziet wat zich toen aankondigde. Het heeft zich toen uit het geheel losgemaakt, om later ontdekt te worden.

In je hoofd kun je jezelf in een spiegel zien. Er lijkt iets te zijn wat af en toe een geheel zou kunnen zijn. Maar om dat beeld ook in de tijd te zien, om te zien hoe het van toen naar nu kwam, en hoe daar lijnen in zaten, heb je soms iets van buiten dat hoofd nodig. Je probeert je foto’s te herinneren, die anderen van jou maakten. Je weet dat ze er zijn, je hebt ze gezien ooit. En als je eraan denkt, vullen ze enkele gaten in het beeld. Denk je. Want als je de foto’s weer ziet, zien ze er anders uit.

Het is mooi te beseffen hoe kijken en blijven kijken je tegelijk rustig maakt, en ook onrustig, in het besef van hoe we in het kijken aan onszelf ontsnappen.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Het is een rare paradox. Alleen iemand die je nog niet kent, die je nog niet hoorde, kun je het allereerste moment in één beeld helemaal zien. En vanaf dan wordt elk meer ook een minder. Naarmate je meer kijkt, meer van de hele mens begint te ontdekken, zie je minder, en kun je nooit meer alles in één oogopslag zien.


Dag Jan,

Stukjes schrijven.
Over 'hele mensen' die soms in stukjes vallen.
Bv. van blinkend verdriet.

Ik heb de luxe, Jan,
om te mogen lezen. Tijd en goesting.
En kunnen kiezen.
Wat wel, wat niet.

Ik vind het zo 'raar'
dat er hier geen reacties komen.
Je wordt toch gelezen. Dat kan ik merken aan je statistieken.

Waarom schrijft de lezer niet even naar de schrijver?
Geen tijd, geen goesting?

Ondertussen weet je al wel dat ik elke dag van m'n leven Dewulf lees.
Hij weet dat niet.

In deze virtuele wereld heb ik nog een paar schrijvers, waar ik dagelijks ga buurten.

Enkele toch. Met vijf vingers kom ik toe.
Wat geef ik jou? M'n 'wijsvinger'?
Hij is soms m'n 'leesvinger'.

Dag Jan.

.