18 maart 2009

Onverstandig

In een interview in een bekend weekblad laat de Vlaamse minister-president zijn licht schijnen over de dingen. Hij houdt ervan zich te presenteren als de ‘manager’ van de NV Vlaanderen. Met de nodige dosis testosteron affirmeert hij zich graag als een doener, die uiting geeft aan wat men dan ‘leiderschap’ noemt, maar wat in de feiten vaak een brutale verdediging van het status quo is. En dat ondanks alle retoriek over het ‘excelleren’, innovatie en het ‘out of the box’ denken (een zoveelste term uit het akelige managersjargon die dringend zou moeten verbannen worden naar een onbewoond eiland).

In het interview heeft hij het over het ‘verstandig groen’. Hij bedoelt natuurlijk: ik ben het, de anderen zijn het niet. Nu ja, iedereen in de politiek mag natuurlijk de retorische mogelijkheden die de taal levert gebruiken, maar soms is het ook nuttig na te denken over wat er gezegd wordt. De CEO van Vlaanderen gaat verder: “En bij ons staat de mens centraal. Het klimaat is er voor de mens, de mens is er niet voor het klimaat.” En daarna komt dan de zin: “Al moeten we er wel maximaal zorg voor dragen dat de komende generaties nog kunnen genieten, dat spreekt ook vanzelf.” Merkwaardig, het woordje ‘al’ lijkt te suggereren dat de stelligheid van de zin daarvoor eigenlijk niet klopt. En ook het woord ‘maximaal’ is fascinerend. Het lijkt impliciet te onderkennen dat het dus niet meer helemaal in orde zal komen. We zouden alsnog een ‘maximaal’ genot moeten proberen toe te staan aan wie na ons komt, maar wat maximaal is, dat bepalen wij nu. En dat zal dan waarschijnlijk ‘verstandig’ zijn, waaronder kan verstaan worden: wat haalbaar is binnen de huidige machtsverhoudingen en zonder mensen te zeer te verontrusten. De morele implicaties van die redenering zijn op zijn zachtst gezegd verwerpelijk.

Wat hier over het klimaat wordt gezegd, is eigenlijk bijzonder schokkend. Hier wordt iets gesuggereerd als: aan de ene kant staat de mens, soeverein, de ultieme waarde en zin van de werkelijkheid, en aan de andere kant staat de natuur/de aarde/het klimaat. Als we te veel aandacht of een verkeerd soort aandacht zouden besteden aan dat klimaat, dan zou dat wel eens als een spelbederver de noodzakelijke loop der dingen kunnen ondermijnen. De superioriteit van de mens is dus blijkbaar een gegeven, waar de natuurlijke werkelijkheid zich maar naar moet schikken. De mensen op het Paaseiland dachten ook dat ze rustig alle bomen konden kappen, om zo hun menselijk project verder te kunnen zetten. Het tegendeel was waar, en hun cultuur stortte als een kaartenhuisje in elkaar. Het ontkennen van het feit dat de mens een deel van ‘het’ klimaat is, zal vooral tot minder vooruitgang, minder ontwikkeling, minder rechtvaardigheid, minder vrijheid, en dus vooral minder menselijkheid leiden.

De stelling van de minister-president mist de essentie van de klimaatuitdaging. Door menselijk toedoen zijn de natuurlijke klimaatprocessen ernstig verstoord. Als we daar niets aan doen, wordt de kans reëel dat we in een oncontroleerbare klimaatchaos terechtkomen, die voor de menselijke samenleving op deze aarde een rechtstreekse bedreiging wordt. En als ‘de’ mens echt centraal staat, dan moet elke mens van deze planeet in die afweging even gelijk zijn. Het is nu al zonneklaar dat het overal ter wereld de armsten – de meerderheid – zijn die het zwaarst worden getroffen door de klimaatverandering die is veroorzaakt door de rijksten. De klimaatcrisis is in de eerste plaats een rechtvaardigheidscrisis. Het is fundamenteel onrechtvaardig dat de inwoners van Bangladesh nog minder land zullen overhouden dan ze nu al hebben, terwijl de Nederlanders die ook deels onder de zeespiegel wonen wel meer dijken zullen kunnen betalen. Het is onrechtvaardig dat we de kansen van onze kleinkinderen op een waardig en veilig leven inperken omdat we vinden dat we recht zouden hebben op een verspillende levensstijl, waardoor wat er overblijft het ‘maximale’ is dat haalbaar was.

De ervaring van de financieel-economische crisis is hopelijk leerrijk voor de omgang met de klimaatcrisis. Jarenlang hebben de ‘verstandige’ politieke leiders hun troeven gezet op het drijfzand van een fundamenteel instabiel en onrechtvaardig financieel systeem. Het is helemaal in elkaar gestuikt. Eindeloos veel mensen verliezen hun geld en hun werk. Voor de armsten, hier en in het Zuiden, zijn de vooruitzichten nog slechter dan ze al waren. Er was volstrekt niets verstandigs aan dat beleid, en dat weten we ondertussen.

Op dezelfde wijze was er niets verstandigs aan jarenlang proberen de ernst van de klimaatuitdaging voor ons uit te schuiven. Die autofabrieken die zich het hardst verzetten tegen ecologische regels, zijn er nu het slechtst aan toe. Dat is nefast voor de vele mensen die hun job verliezen, en voor het milieu. Nu moet er massaal overheidsgeld gebruikt worden om de fabrieken te redden, en om de verder opgelopen milieuschade te herstellen. Veel eerder kiezen voor een ondubbelzinnige ecologische omslag was altijd al de meest verstandige en ‘realistische’ keuze, ook dat blijkt nu. Er is niets verstandigs aan het afkopen van de eigen klimaatinspanningen via ‘flexibele mechanismen’ om vooral zelf de emissies niet te veel te moeten doen zakken. Wie de grootste verantwoordelijkheid draagt voor het probleem, moet ook de grootste verantwoordelijkheid dragen voor de oplossing. Alleen wat rechtvaardig is, kan verstandig zijn. Er is ten slotte niets verstandigs aan het jarenlang niet drastisch investeren in energiebesparing, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Het is vooral dom. Die landen die het wel deden, hebben nu een serieuze voorsprong, en zullen zo later heel wat kosten uitsparen.

Vorige week was er een klimaatconferentie van wetenschappers in Kopenhagen. De belangrijkste conclusie die uit zowat alle presentaties kwam, is: het is erger dan we tot nu toe dachten. De meest verregaande scenario’s lijken nu waarschijnlijk te worden. De gevolgen daarvan kunnen dramatisch zijn, als we denken dat we onder het mom van ‘verstandig groen’ nog wat tijd kunnen winnen. Ook de auteur van het beroemde Stern-rapport moest vorige week toegeven dat de situatie erger was dan hij tot nu toe dacht. De kost van de niet-aanpassing van onze economie zal veel groter zijn dan wanneer we het wel doen. En zelfs verregaande ecologische normen hoeven geen hinderpaal te zijn voor de economische ontwikkeling, integendeel, ook dat werd vorige week in alle duidelijkheid gesteld.

Er is niets verstandigs aan een bewuste, en daarom cynische onderschatting van de klimaatcrisis. Wie zegt dat de mens centraal staat, heeft er alle belang bij die mens niet te zien in oppositie tegen het klimaat, maar wel als een onderdeel ervan. Als we de klimaatprocessen terug in hun natuurlijke bedding kunnen brengen, redden we daarmee ook het fantastische menselijke project. Om dat te bereiken hebben we geen ‘manager’ nodig, maar veeleer een visionair die mensen kan voorbereiden op een manier van maatschappelijke verandering die we tot nu toe niet kenden. Kiezen voor een meer ecologische weg is dan ook de enige realistische keuze. Niet het gangbare verdedigen, maar het tot nu toe ondenkbare doen, dat is het enige verstandige.

Geen opmerkingen: