In welke zelf trek je jezelf terug nadat je de voordeur hebt dichtgetrokken? Soms zou je het willen kunnen kiezen. Soms zou je een van hen willen uitkiezen. Die netjes uitspreiden, en er dan zachtjes in schuiven. Niet het doorgangshuis zijn van al die andere.
Soms zou je willen kunnen kiezen welke dromen je bezoeken, welke herinneringen via een flank het terrein opkomen, welke verlangens hun opwachting maken.
En soms niet. Soms wil je alleen maar toekijken.
Een zwoele plakkerige nacht. Je beweegt in en uit iets wat slaap zou kunnen zijn. Ergens dichtbij of veraf hoor je roepen. Een zoveelste ruzie. Het gekrijs van kinderen en hun mama, wie het van wie heeft gespiegeld is niet zo duidelijk. Het zal ook daar te warm zijn waarschijnlijk. De buik is hard. Zoeken naar volle aandacht voor de adem, zodat die alleen nog zichzelf voelt. Pas daarna zal het lichaam zich terug kunnen loslaten. Even rondwandelen in het huis. Kijken naar de lichten die nog aan zijn in het uitzicht. Er zijn nog mensen wakker. Misschien zoeken ze verhalen.
Het verdriet kan je overvallen. Wanneer je het het minst verwacht. Ineens komt het naar je toe. En zal ook weer weggaan straks.
Hoe zou het zijn als je alle verhalen over de liefde zou vertellen? Of er minstens aan zou beginnen? Na even zou je het verschil niet meer zien tussen de tijd en de verhalen.
Alles is er nog, daar in je huid. Net als het landschap zich alles herinnert. Ergens. En toch. Toch schuiven de woorden en de beelden door elkaar. Soms verder weg van waar je staat. Alsof je ze zou verliezen. Soms kun je ernaar verlangen dat het zo zou zijn. Soms zou je niet willen dat er iets zou kunnen verdwijnen. En wie je bent, weet je niet.
Hoe je elkaar aanraakt, in alles wat niet gezegd wordt. Hoe je kijkt naar de woorden, die niet verder mogen gaan dan wat ze zijn. Misschien is er genoeg troost in het ritueel.
Een dans komt terug. Toen, daar en daar. Even leek alles te kloppen. Even was er niets dat op luchtweerstand leek te wijzen. En de overgave. Een tijdelijk verbond. Zolang de dans duurde.
Misschien zou er een briefvrijstelling moeten worden ingevoerd. Een moment, een dag, waarop iedereen alleen maar brieven mag schrijven. Met een pen. Met inkt, die tijd vraagt om te drogen. Met papier dat teder benaderd wil worden. En met alle verhalen die alleen daar kunnen leven, in die brieven. Alles mag gezegd worden, maar alles blijft in de brief.
In de woorden kun je wonen. Soms zoek je ze op. Soms spreek je ze uit. Soms schrijf je ze. Om ze voor je te zien. Zodra ze er zijn, kan de wind gaan liggen. Heel even vallen de stukken in elkaar zoals ze bedoeld zijn. Ze zijn ergens bewaard, aan de binnenkant van je huid. In hun afwezigheid. Tot ze telkens weer gevuld worden door de juiste woorden.
Je hoort hoe de zanger het mooie lied voor het eerst voor een publiek zingt. Je houdt je adem in. Zoveel opgespaarde pijn. In een lied dat komt en gaat. Een verhaal even in de tijd gevat. Terwijl je het hoort, verdwijnt het. Dat je het kunt horen, bewijst dat er ook iets niet kan verdwijnen. Misschien kun je alleen in dat mysterie bewegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten