26 juli 2009

Te doen

Dingen die je zou kunnen doen. Als dat zou kunnen.

Jezelf voorzien van speciale gaven om alles te repareren wat kapot zou kunnen gaan. Meer zelfs, die dingen repareren nog voor ze kapot gaan. En dat met enkel een knipoog of zo. Een lading handige kabouters zou nog een aanvaardbaar alternatief zijn. Zodat niets je – op dat front dan – nog uit je evenwicht kan brengen. En er dus niets meer stuk kan gaan. Dat is wel niet helemaal in overeenstemming met de boeddhistische principes van de vergankelijkheid, die een grote overgave aan het niet-niet-verdwijnen veronderstellen, maar dat is dan maar zo.

Een speciale knop in je hoofd installeren waardoor alle tussentijdse gesprekken die je met een ander voert, enkel in je hoofd, ook effectief door die persoon zouden kunnen gehoord worden. Op slechte dagen zijn er misschien saaie of niet echt geweldige dingen die je zo zegt, maar dan kun je nog altijd de knop afzetten natuurlijk. Op zoveel andere dagen zijn er evenwel dingen te horen die heel mooi kunnen zijn. Ze bewegen daar veilig in je hoofd, maar soms denk je toch stiekem dat ze gehoord worden. Misschien moet je dan eerst, via een brief, of een sms, of per postduif aan die ander melden dat je die dag de knop zult omzetten. Kwestie van toch alle communicatiemiddelen in te schakelen. En zeker te zijn dat er niets verloren gaat.

Een speciale module van de cursus ‘kijken naar anderen’ volgen. En wel om van hen te leren hoe je op vloeiende wijze aan een ander kunt vragen om je te helpen zonder in de war te raken. Als je natuurlijk preventief al alles zou kunnen repareren, heb je vermoedelijk zo’n cursus niet nodig, maar dat zou een te simpele vlucht zijn. Er zijn mensen die jou een beetje meewarig aankijken en al dan niet subtiele opmerkingen maken over het feit dat je alles zelf zou willen kunnen. Ze wijzen je erop dat dat in wezen in dit leven niet nodig is. En ze hebben natuurlijk gelijk, zoals steeds. Maar als je nou zo’n cursus volgt, dan kun je er subtiel op antwoorden, of zo.

De ultieme volledige controle van de motoriek verwerven waardoor je nooit meer een vlek maakt op een vers hemd. Als die vlek nu nog zou komen de laatste dag van de hemddraagcyclus, dan zou er nog mee te leven vallen. Maar die eerste dag, dat is wat anders. Er zijn nochtans mensen die zeggen dat je mooi met je handen kunt bewegen, dus moet niet morsen toch ook binnen (jaja) handbereik liggen, zou men kunnen zeggen. Misschien moet hier een kosmische keten van lotsbestemmingen doorbroken worden. Misschien ben je gedoemd om in dit aardse tranendal vlekken te maken, als bewijs van je onvolmaaktheid. Dat zou dan wel weer beter aansluiten bij de hoger genoemde vergankelijkheidprincipes. Dus misschien is er wel een vorm van troost in die vlekken. Je zult het nooit weten.

De al even ultieme manier vinden om in de zetel te liggen voor de televisie, zonder dat je iets voelt, iets anders dan de totale gewichtloosheid of zo. Er moet een manier zijn om al die kussens zo te leggen, en dan ook nog al die ledematen zo ritmisch te schikken, en ook nog alle kledingstukken zo te trekken of duwen, dat alles wonderlijk in elkaar past. In totale overgave. Misschien moet hier deskundig extern advies over ingewonnen worden, maar dat is dan weer moeilijk qua hulpvraag. Het zou ook kunnen dat je lichaam nog niet de volle leegte heeft bereikt die het zou mogelijk maken om echt vrij en onbezwaard door het aardse gewoonweg te liggen. Het kan ook dat het gewoon te groot is.

Inzien dat alles nog wel meevalt eigenlijk. Wat ook zo is natuurlijk, eigenlijk. Maar ja, er moet natuurlijk nog iets zijn om over te vertellen. Zoveel verhalen die dan via de lucht kunnen worden doorgestraald. (Hopelijk heeft het fijn stof daarop geen verstorende invloed. Stel je voor, dat al je gedachten net verkeerd overkomen.) Of gewoon verwoord. Misschien is de zin van het leven wel dat je de hele tijd om je heen moet kijken waar de verhalen zijn. En er is al zoveel te zien. Zoveel schoonheid, die gewoon zomaar los over straat loopt, om maar iets te zeggen. Maar dus ook de verhalen. Gelukkig gaat er dus ook nog een hoop fout. Zodat je je er genoeg over kunt opwinden, waardoor een nieuw verhaal zich aandient. Waarna je steeds weer kunt zeggen dat alles nog wel meevalt, eigenlijk. Is toch wel een goede uitvinding, het leven.

2 opmerkingen:

De kleine Aristocraat zei

"Misschien moet je dan eerst, via een brief, of een sms, of per postduif aan die ander melden dat je die dag de knop zult omzetten."

Msschien is het wel omdat ik wat bang ben voor 'knopjes' dat ik het geen goed idee vind.

Die handleidigen zijn immer door ingenieurs gemaakt. Altijd voor zichzelf. Nooit voor hun vader of moeder.

Maar 'brieven' daar ben ik gek op.
Aan verslaafd zelfs. Dateert nog van m'n seminarietijd.

Ik krijg er geen meer. Nu ik een oud jongetje geworden ben. Tenzij van die saaie, onafgewerkte, die ik dan zelf moet invullen.

Brieven...
gelukkig is er Toon Tellegen nog.
En de mier en de eekhoorn. 'Misschien wisten zij alles '.

Als we nu eens begonnen met 'lege brieven' ...


.

Jan Mertens zei

O ja, brieven, geweldig. Wat jammer dat die edele kunst nog zo weinig beoefend wordt...