22 november 2009

Billie



Je kunt de hele dag bezig zijn met woorden. Je kunt ze opsnuiven, savoureren, betasten, grijpen of omsingelen. Je kunt elke dag proberen nog nauwkeuriger te worden. Nog beter te kijken naar elke trilling tussen twee woorden. Je kunt als de nieuwste leerling van het schooltje elke dag opnieuw de woorden tot je laten komen van al die andere talen die je zo bemint. Je kunt sleutelen aan teksten met de fijnste vingers, normaal enkel geschikt voor de trage minne. Je kunt alles lezen wat er in je buurt komt, om elk register te kunnen vermoeden. Je kunt als een onzichtbare indringer luisteren naar elk gesprek ergens rondom jou. Je kunt je begeven in teksten die je zijn toevertrouwd, als een tedere conservator of een verlangende ambachtsman. Je kunt zelfs dromen van woorden, als een tastbare maar ongrijpbare minnares. Het kan allemaal. En hoe meer je het doet, hoe meer het je lijkt te ontsnappen. De twijfel kan toeslaan bij elk woord. Alles wat je zou kunnen helpen wordt steeds meer geraadpleegd, niet minder. Misschien ziet een danser na jarenlang oefenen elke beweging wel veel beter. In elke millimeter. En alles wat nog anders of beter kan. Misschien is het niet meer dan dat. Misschien zie je de woorden gewoon steeds beter. Zie je beter hoe voorzichtig je ermee moet omgaan. Je kijkt met iets tussen vertedering en verzet naar al wie zich roekeloos in de taal stort. Alsof ze vanzelfsprekend zijn, de woorden. Alsof ze niet steeds moeten bevrijd worden uit de tijd.

Er zijn allerlei varianten van te vroeg wakker worden. En je wou zo graag, net die nacht, lang genoeg slapen. Je buik kan helemaal gespannen zijn. Een liedje dat je ergens de dag daarvoor hoorde kan in je hoofd ronddraaien als een plaat die blijft steken. In je droom voel je al dat je terrein aan het betreden bent dat niet het goede is. En ook daar blijven de dingen zich herhalen. Tot je over de drempel rolt van het dwaze wakker zijn. En de terugtocht daarna. Je moet je tijd nemen. Eens je dat weer door hebt, wordt het gemakkelijker. Je kunt zoeken naar kleuren. Naar gezichten. Tot je later ineens merkt dat je het niet gemerkt had. Hoe je weer verdwenen was naar de goede kant. Je merkt het aan de betere dromen.

Sommige dagen moet het, en sommige dagen kun je het. Het tempo erin houden. Je ziet het ’s morgens al, wat er op je afkomt. Van het ene naar het andere. Hoe lang je het vol zou moeten houden. En je weet wat er zou gebeuren als je tussen moment zeven en acht even zou gaan liggen. Je zou in een kelder van jezelf kunnen vallen, waardoor je een beetje onderaards bij acht zou aankomen. Je doet het dus niet. Sommigen zouden zeggen dat dat iets met controle te maken heeft, maar zij dwalen natuurlijk. En het gaat zoals je wilde dat het zou gaan. Alleen lijkt het alsof er iets verloren is gegaan, als je na nummer negen weer thuis bent. De terugkeer is moeilijker dan gedacht.

Je staat in de boekhandel. Eerst het nuttige natuurlijk. Er moet een cadeau gezocht worden voor een verjaardag zoveel dagen later. Het permanente verjaardagscadeaumanagement is een discipline voor gevorderden. Sommigen zouden zeggen dat het woord discipline in iets te veel vaardigheden wordt gebruikt, maar zij dwalen natuurlijk. Heen en weer gaan, vastnemen en weer terug leggen. Er is een boek dat je zelf wel zou willen, zomaar voor jezelf. Misschien wel voor een eenvoudig genot, niet meteen literair verantwoord, of zoiets. Er is een ander boek dat je eigenlijk zou moeten lezen. Ernstiger natuurlijk dan het andere. Maar dergelijke afwegingen worden nu niet getolereerd. Er moet een cadeau gevonden worden. Wat ook gebeurt. Er staat nog iemand aan te schuiven. Je hebt jezelf voorgenomen om alleen nuttig buiten te gaan vandaag. Geen frivoliteiten. Sommigen zouden zeggen dat je al te veel mooie dingen voorbij laat gaan en het genot al te vaak uitstelt, of zoiets. En nog snel, voor je na kunt denken, neem je het boek toch mee. Samen natuurlijk met het andere, ernstige, ongetwijfeld. Interne onderhandelingsprocedures zijn boeiend, als je zelf de regels op kunt stellen.

Een boeiend debat op de trein over nagels. De waarde van korte dan wel langere nagels. Alles wat langer dan kort genoeg is, het lijkt elke normale interactie met de wereld in de weg te staan. Wat, zo blijkt al snel, wel een erg persoonlijke stellingname is. Het debat verschuift naar de wonderlijke praktijken van het lakken van nagels. En in het bijzonder het laten lakken van nagels. En de rituelen die erbij te pas komen. En het tijdsperspectief waarin dit alles zich dient af te spelen voor wie als een ervaringsdeskundige in het nagellakuniversum kan bewegen. Het moet ook iets met genot te maken hebben, dat is zeker.

Geen opmerkingen: