08 november 2009

Een brief


Ik kreeg een brief van de Sint. Op mooi handgeschept papier, met sierlijke letters geschreven.

Beste Jan,

Ik weet dat het normaal omgekeerd is, en dat iedereen brieven naar mij stuurt. Ik lees die natuurlijk allemaal, maar soms wil een mens ook zelf wel eens een brief sturen. En ik weet ook dat jij een grote vriend van de Sint bent, dus dacht ik dat het goed zou zijn om jou een brief te sturen. Ik heb pas zo’n boek gelezen over de nodige balans tussen geven en nemen en zo. Beetje new age, maar toch interessant. En ik weet wel dat het goed is voor mijn karma om veel te geven, maar wat dat betreft heb ik wel een beetje reserve denk ik. Helemaal in balans is het niet nu, denk ik. En op de site van Psychologie Magazine heb ik ook al de test gedaan om te zien of ik wel helemaal mindful ben. Slotsom van al dat soulsearching is dat ik nu dus een brief zit te schrijven.

Het wordt de volgende weken weer erg druk voor mij. Ik doe nu elke dag extra oefeningen om fit te blijven, en ik heb ook zo’n trilplaat gekocht. Ik moet zeggen dat dat wel niet goed is voor mijn hangwangen, al worden die gelukkig nog een beetje bedekt door mijn baard.

Maar goed, waar ik nu eigenlijk voor schrijf. Ik zit met een knagend probleem, al vele jaren. En ik wil dat uit mijn hoofd hebben. Weet je, het is niet altijd zo simpel om deze dagen de Sint te zijn. Dat speelgoed wordt allemaal zo ingewikkeld en technisch en zo. Vroeger kon je meteen zien wat wat was, je moest daar niet voor studeren. Een doos Lego, dat was nog gewoon een doos met blokjes Lego. Een pop was een pop. En een slee voor in de sneeuw, dat was gewoon een slee. Tegenwoordig moet ik zowat de helft van het jaar op een speciale Sintencursus om me bij te scholen. Zo moest ik leren wat een Wii is. Ons Eufrasie, die het magazijn beheert, zei me nog dat ik die nieuwe Wii-toepassingen eens moest bekijken. Wie?, vroeg ik. Nee, Wii, zei ze. O, op die manier, zei ik. En dus moest ik op cursus. Moet je daar zo oud voor geworden zijn? Nou ja…

Ik dwaal weer af, dat zal door de zenuwen komen. Weet je Jan, toen jij klein was, was je eigenlijk wel een gemakkelijke klant voor mij. Echt te veel vragen deed je nooit, en het waren nooit erg ingewikkelde dingen. Maar een keer is het toch fout gegaan. Je vroeg eigenlijk maar één ding, en dat was dat spel, Valkuil. Je had er een heel mooie tekening van gemaakt, met veel kleuren. En je weet ongetwijfeld nog dat je dat jaar een hele hoop leuke en mooie dingen van mij hebt gekregen, maar geen Valkuil. En daar wil ik me alsnog voor verontschuldigen. Dat was eigenlijk zo’n mooi spel, en zo zonder batterijen en zo. Niet zoals zo’n Electro-spel, waar je zo twee gaatjes met elkaar moest verbinden, en dan ging dat lichtje aan. Nee, Valkuil, dat was gewoon met menskracht. En natuurlijk veel gekleurde balletjes. Je zult het misschien niet geloven, maar we hadden dat spel wel degelijk bij die nacht. Maar we zijn stout geweest, mijn pieten en ik. We zaten daar op dat grote dak van jouw papa en mama. En we waren een beetje moe van het harde werken. En toen hebben we dat spel uit de zak gehaald, we wilden gewoon even spelen, en daarna verder werken. Maar, je kunt het al raden, het ging fout. Er was iets te veel wind. De doos viel om, en al die balletjes rolden over het dak, tussen al die kleine kiezelsteentjes die er al lagen. We hebben nog geprobeerd om ze allemaal terug te vinden, maar dat ging niet. Onze zaklampen waren ook niet sterk genoeg om echt goed te kunnen zoeken. We hebben dan maar ter plekke nog wat pakjes uit onze reservezak gehaald. Daarom kreeg je toen ook zoveel pakjes. Maar geen Valkuil dus. Jan, het spijt me echt. Dat was me nog nooit overkomen, tot dan, en daarna ook nooit meer.

Nu zou ik eigenlijk het volgende willen voorstellen. We hebben onlangs nog een grote opruim gedaan in ons magazijn. En daar bleken nog heel wat oude spullen te liggen. Nu noemt men dat ‘vintage’, maar ik weet dat jij zo’n woorden niet nodig hebt om goede marchandise naar waarde te schatten. En ja, we hebben nog een doos gevonden met de versie van Valkuil van toen jij klein was. Dus, als jij nu binnenkort, op de nacht der nachten gewoon even je schoen zet, met een wortel en een pilsje erbij, dan zorg ik ervoor dat jij dat spel thuis krijgt. Ik zou het alleen leuk vinden als jij nog eens brief schrijft voor mij. Het hoeft niet over de Sint te gaan, en ook niet over hoe braaf je was het voorbije jaar. In jouw geval hoef ik dat niet te weten, eerlijk gezegd. Nee, gewoon een brief over het leven of zo, over de dingen die er echt toe doen. En dan schrijf ik wel een keer terug. En, wie weet, ontstaat er zo nog wel een mooie correspondentie. Wat denk je daarvan?

Het ga je goed Jan. Denk aan je schoen binnenkort, en liefst ook aan die brief. En die doos met Valkuil, die staat hier al klaar voor jou.

Hoogachtend, de Sint

3 opmerkingen:

ilse zei

hé, ik wil ook wel een brief van de sint!
zo tof!
en valkuil was inderdaad een heel leuk spel, ik kreeg het geloof ik wel ooit van de sint, maar het kan ook wel zijn, dat mijn broer het kreeg, maar anyway, we mochten er allemaal mee spelen... het staat nu in mijn praktijk, maar de meeste kinderen kennen het niet en willen het dus nooit spelen, jammer!

en beste sint, ik snap u helemaal... ik volg die jonge gasten ook niet meer als ik hoor wat ze tegenwoordig allemaal vragen... en ik ben nog een flink stuk jonger dan jij hé! maar ik vrees dat dat van alle tijden is...?!

tine heyse zei

vandaag nog met Thijs gehad over wat de Sint bij mij thuis en bij papa thuis moest brengen.
Bij papa een soort robot hond. Of papa dat wel een goed idee vond, vroeg ik. Daar moeten jullie zich toch niet mee bemoeien, reageerde Thijs. Het is iets van de Sint. Het is dus iets tussen de Sint en Thijs. Misschien moet ik hem wel eens de brief laten lezen van de Sint, zodat hij weet dat die toch ook liever "klassiek" speelgoed brengt waar je echt mee kunt spelen.

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Dag Jan,

herlees die brief van meneer de Sint nog maar eens terug.

Het is net of hij alleen alles doet.
Veel woorden maakt hij niet vuil aan ons. Hoewel wij steeds de vuile werkjes moeten opknappen.
Zwart werk tijdens de nacht, da's voor zwarte mensen.

Jan,
het moest me toch eens van het hart.
Jij bent ook gekleurd. Groen. Het valt wel iets meer op in het donker. Maar in de lente, ben jij dan toch maar een grijze, euh, groene muis.

Jan,
omdat ik weet dat meneer de Sint z'n ogen het niet meer zo goed doen, durfde ik het aan om jou te schrijven.

Trouwens, hij kan zelf niet meer lezen in dat grote boek. En die brief naar jou? Wel die heeft hij gewoon aan mij gedicteerd. Eufrasie van 't magazijn, die weigerde botweg.
Maar daar durft 'm niets tegen zeggen.

Enfin, Jan,
ik denk met weemoed terug aan Pater Luc met z'n madame, je weet wel die van dat Café in Viersel,
dàt waren andere tijden.

We mochten daar onze diepste draai vinden, en nu ... alleen nog malcontente kinderen.

Ik ben weer overuren aan 't doen, zie. En denk jij dat we daar iets extra voor krijgen?

Och goddekes, en van die brief, (de schijnheilige). Krijgt 'm er nog niet genoeg?

Ik heb 'm onlangs nog met die kadee van de Post horen bellen, hoe heet 'm weer, hij werkte vroeger bij den Artois, ik heb het idee dat hij wat in z'n handen gestopt kreeg.

Sjonge, nu moet ik echt verder doen want die deadline van tegenwoordig die wordt almaar opgeschoven.


Hoogachtend,


de Piet van de Sint
namens het Pietensyndicaat
Zwart maar dapper.

.