Wie doorheen de eindeloze reeks nieuwsberichten leest over de aanstaande klimaatconferentie in Kopenhagen, wordt af en toe een klein beetje moedeloos. Om het heel vriendelijk te zeggen. Het zijn natuurlijk de voorbereidende omtrekkende bewegingen. Bij het begin van zo’n belangrijke en complexe onderhandelingen neemt iedereen een strategische positie in. De kaarten worden nog niet op tafel gelegd, zo heet dat dan. De hele machinerie van de onderhandelingsrituelen komt nog meer op gang. Er zijn geijkte procedures en gewoontes. Er zijn eindeloos opnieuw herhaalde mantra’s over hoe alles met alles verzoend kan worden in al even eindeloze win-win-situaties. Er zijn bezorgde gezichten die zeggen dat het allemaal heel ernstig is, om er daarna aan toe te voegen dat er pas echt iets kan gebeuren als de anderen de eerste stap zetten. Er zijn ernstige mensen – zo doen ze zich toch voor – die met een ernstig gezicht komen zeggen dat er nog te weinig tijd is om de basis te leggen voor een akkoord in Kopenhagen. Ze vergeten blijkbaar even dat ze al jaren bezig zijn met te weinig tijd te hebben. Ze vergeten ook dat je niet zomaar even de werkelijkheid stil kunt leggen tot de heren klaar genoeg zijn om wat dan ook te doen.
Je zou alles in allerlei richtingen kunnen analyseren. Technische beschouwingen over elementen van onderhandelingspakketten. Details van mogelijke financiële compromissen. Beschouwingen over de mate waarin er te weinig of net te eenzijdig enkel gefocust wordt op emissiereductiedoelstellingen. Beschouwingen over veranderende geostrategische verhoudingen en hun gevolgen voor de complexiteit van de onderhandelingen. Beschouwingen over de mate waarin de EU een voortrekker is, doet alsof ze een voortrekker is, gelooft dat ze een voortrekker is, en daarbij al dan niet een correcte inschatting maakt van het machtsspel dat elders gespeeld wordt. Beschouwingen over de ingewikkelde dynamieken binnen de groep landen die we ooit nog de ‘ontwikkelingslanden’ noemden. Beschouwingen over de ‘Europese’ Amerikaanse president, die toch uiteindelijk vooral een Amerikaanse Amerikaanse president blijkt te zijn. Eindeloos kun je alles van alle kanten bekijken.
Je kunt ook alle ballast van al die interessante omwegen achter je laten, en kijken naar de naakte essentie van wat er gebeurt. En dan zie je een vrij simpel rechtvaardigheidsprobleem, veroorzaakt door een te gulzige, schrokkende minderheid van de wereldbevolking. De gevaarlijke klimaatverandering is het gevolg van de historische accumulatie van die gulzigheid. De armere meerderheid van de wereldbevolking is het grootste slachtoffer ervan. En nu uit elk nieuw rapport blijkt dat die gevaarlijke klimaatverandering in een steeds versnellend sneeuwbalmechanisme dreigt over te gaan, is er eigenlijk geen tijd meer om uitstel te vragen. Het is een werkelijkheid die veel sneller gaat dan de geijkte procedures van rustig onderhandelen ‘old style’. Een werkelijkheid die om veel snellere en ingenieuzere antwoorden vraagt dan alles wat we tot nu toe meemaakten. En dat maakt dat de posities van de verschillende actoren in het debat ook zonneklaar worden wat hun morele dimensie betreft.
De rijkste en meest ontwikkelde landen van de wereld zeggen dat het niet ‘realistisch’ is om nu snel tot een volledig akkoord te komen dat de naam ‘rechtvaardig’ waard zou zijn. Het gaat niet, want het is ‘te moeilijk’. Iemand die al jaren in de grootste luxe leeft, vindt het waarschijnlijk ‘te moeilijk’ om die levensstijl zomaar te wijzigen. Zo iemand zegt al wel eens, zonder te beseffen hoe cynisch hij of zij is, dat die mensen die het met veel minder doen toch zo ‘authentiek’ en ‘creatief’ zijn. Zo iemand zegt wel eens dat het toch veel ‘efficiënter’ zou zijn om te beginnen met de aanpak van de economie van die armere mensen, want daar is toch veel meer effect te krijgen op korte termijn. Zelf veranderen is te moeilijk, waarmee vooral gezegd is dat het te vervelend is. Wie veel heeft, vindt al snel dat hij of zij recht heeft op dat vele. Zo iemand zal ook zeggen dat een snelle verandering, die men officieel natuurlijk wel bepleit, toch te ingewikkeld is. Dat is inderdaad vervelend, maar het kan gewoon niet, het is gewoon niet ‘realistisch’, zegt zo iemand dan. Er wordt niet bijgezegd dat men jaren de tijd heeft gehad om die snelle verandering die zich nu voordoet voor te bereiden. Jaren waarin men de hele tijd zei dat er geen echt probleem was, hopend dat het vanzelf wel weer weg zou gaan. En nu men al zo lang gewend is aan een bepaalde levensstijl, waarvan iedereen kan zien dat die niet uitbreidbaar is naar de hele wereldbevolking in een ecologisch begrensde wereld, is het zogenaamd te moeilijk om zelf de eerste stap te zetten. Eerst moeten dus ‘de anderen’ maar over de brug komen. En als die dat niet doen, tja, dan is dat pech. Er wordt dan gezegd dat het natuurlijk altijd belangrijk is morele analyses te maken, maar dat uiteindelijk toch de belangen tellen. We willen wel, en we zullen wel, maar eerst willen we nog snel een extra deel van de koek binnenhalen. We moeten nog snel enkele extra hamburgers eten voor we kunnen beginnen met ons dieet. Het kan zijn dat we een hartinfarct krijgen voor we aan ons dieet kunnen beginnen, maar dat is dan maar zo.
Hoe langer men wacht om te doen wat zal moeten gebeuren, hoe moeilijker het zal worden, hoe groter de gevolgen zullen zijn voor de armsten in binnen- en buitenland, hoe onvoorspelbaarder de toekomst zal worden. Hoe meer men probeert volgens de oude logica van ‘belangen’ en verondersteld ‘verworven rechten’ en met de klassieke deliberatietechnieken een ‘nieuw’ probleem aan te pakken, hoe meer het ons zal ontsnappen. Hoe meer men het zogenaamde ‘realisme’ predikt dat staat voor (inderdaad) de belangen van een ecologisch gulzige minderheid die gedurende enkele generaties heeft opgesoupeerd waar de aarde miljoenen jaren voor gewerkt heeft, hoe groter het reële cynisme en egoïsme van die houding duidelijk zal worden. Pech voor onze kinderen en kleinkinderen, maar het was gewoon een beetje te moeilijk…
Je zou alles in allerlei richtingen kunnen analyseren. Technische beschouwingen over elementen van onderhandelingspakketten. Details van mogelijke financiële compromissen. Beschouwingen over de mate waarin er te weinig of net te eenzijdig enkel gefocust wordt op emissiereductiedoelstellingen. Beschouwingen over veranderende geostrategische verhoudingen en hun gevolgen voor de complexiteit van de onderhandelingen. Beschouwingen over de mate waarin de EU een voortrekker is, doet alsof ze een voortrekker is, gelooft dat ze een voortrekker is, en daarbij al dan niet een correcte inschatting maakt van het machtsspel dat elders gespeeld wordt. Beschouwingen over de ingewikkelde dynamieken binnen de groep landen die we ooit nog de ‘ontwikkelingslanden’ noemden. Beschouwingen over de ‘Europese’ Amerikaanse president, die toch uiteindelijk vooral een Amerikaanse Amerikaanse president blijkt te zijn. Eindeloos kun je alles van alle kanten bekijken.
Je kunt ook alle ballast van al die interessante omwegen achter je laten, en kijken naar de naakte essentie van wat er gebeurt. En dan zie je een vrij simpel rechtvaardigheidsprobleem, veroorzaakt door een te gulzige, schrokkende minderheid van de wereldbevolking. De gevaarlijke klimaatverandering is het gevolg van de historische accumulatie van die gulzigheid. De armere meerderheid van de wereldbevolking is het grootste slachtoffer ervan. En nu uit elk nieuw rapport blijkt dat die gevaarlijke klimaatverandering in een steeds versnellend sneeuwbalmechanisme dreigt over te gaan, is er eigenlijk geen tijd meer om uitstel te vragen. Het is een werkelijkheid die veel sneller gaat dan de geijkte procedures van rustig onderhandelen ‘old style’. Een werkelijkheid die om veel snellere en ingenieuzere antwoorden vraagt dan alles wat we tot nu toe meemaakten. En dat maakt dat de posities van de verschillende actoren in het debat ook zonneklaar worden wat hun morele dimensie betreft.
De rijkste en meest ontwikkelde landen van de wereld zeggen dat het niet ‘realistisch’ is om nu snel tot een volledig akkoord te komen dat de naam ‘rechtvaardig’ waard zou zijn. Het gaat niet, want het is ‘te moeilijk’. Iemand die al jaren in de grootste luxe leeft, vindt het waarschijnlijk ‘te moeilijk’ om die levensstijl zomaar te wijzigen. Zo iemand zegt al wel eens, zonder te beseffen hoe cynisch hij of zij is, dat die mensen die het met veel minder doen toch zo ‘authentiek’ en ‘creatief’ zijn. Zo iemand zegt wel eens dat het toch veel ‘efficiënter’ zou zijn om te beginnen met de aanpak van de economie van die armere mensen, want daar is toch veel meer effect te krijgen op korte termijn. Zelf veranderen is te moeilijk, waarmee vooral gezegd is dat het te vervelend is. Wie veel heeft, vindt al snel dat hij of zij recht heeft op dat vele. Zo iemand zal ook zeggen dat een snelle verandering, die men officieel natuurlijk wel bepleit, toch te ingewikkeld is. Dat is inderdaad vervelend, maar het kan gewoon niet, het is gewoon niet ‘realistisch’, zegt zo iemand dan. Er wordt niet bijgezegd dat men jaren de tijd heeft gehad om die snelle verandering die zich nu voordoet voor te bereiden. Jaren waarin men de hele tijd zei dat er geen echt probleem was, hopend dat het vanzelf wel weer weg zou gaan. En nu men al zo lang gewend is aan een bepaalde levensstijl, waarvan iedereen kan zien dat die niet uitbreidbaar is naar de hele wereldbevolking in een ecologisch begrensde wereld, is het zogenaamd te moeilijk om zelf de eerste stap te zetten. Eerst moeten dus ‘de anderen’ maar over de brug komen. En als die dat niet doen, tja, dan is dat pech. Er wordt dan gezegd dat het natuurlijk altijd belangrijk is morele analyses te maken, maar dat uiteindelijk toch de belangen tellen. We willen wel, en we zullen wel, maar eerst willen we nog snel een extra deel van de koek binnenhalen. We moeten nog snel enkele extra hamburgers eten voor we kunnen beginnen met ons dieet. Het kan zijn dat we een hartinfarct krijgen voor we aan ons dieet kunnen beginnen, maar dat is dan maar zo.
Hoe langer men wacht om te doen wat zal moeten gebeuren, hoe moeilijker het zal worden, hoe groter de gevolgen zullen zijn voor de armsten in binnen- en buitenland, hoe onvoorspelbaarder de toekomst zal worden. Hoe meer men probeert volgens de oude logica van ‘belangen’ en verondersteld ‘verworven rechten’ en met de klassieke deliberatietechnieken een ‘nieuw’ probleem aan te pakken, hoe meer het ons zal ontsnappen. Hoe meer men het zogenaamde ‘realisme’ predikt dat staat voor (inderdaad) de belangen van een ecologisch gulzige minderheid die gedurende enkele generaties heeft opgesoupeerd waar de aarde miljoenen jaren voor gewerkt heeft, hoe groter het reële cynisme en egoïsme van die houding duidelijk zal worden. Pech voor onze kinderen en kleinkinderen, maar het was gewoon een beetje te moeilijk…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten