29 november 2009

Op tijd


De bus komt netjes op tijd. Er is nog veel plaats. Na twee keer weer opstaan een plekje gevonden waar mijn benen helemaal in kunnen.

Er wordt ten afscheid gekust aan de haltes. Verlegen meisjes, nog een beetje week in de benen, blijven buiten staan terwijl hun mooie jongens op de bus stappen. Ze zwaaien nog even na, met waterige ogen. En je mag al dat moois zomaar zien.

Ze komen door het hoofd, allerlei beelden. Terwijl het landschap voorbij schuift. Dochters die gaan studeren. De kleine meisjes van toen zijn groot geworden. Ze zitten daar nu ergens in de les te luisteren en te noteren. En alles ligt aan hun voeten, het hele leven. Hoe week het me maakt.

Ik vraag me af wat er zou gebeuren als er ineens een auto achteraan in zou rijden op de bus. Zou ik ver vooruit vliegen? Op deze plaats zou ik tegen die glazen plaat terechtkomen waar ik nu achter zit.

De jongeren op de bus wisselen sms-berichten uit. Zou die andere persoon, aan de andere kant van de niet-zichtbare lijn weten dat haar berichten luidop worden voorgelezen?

Ze hebben zo flexibel hun weg gevonden in alle communicatiemiddelen, die jonge mensen. Het is een fijnmazig netwerk van dingen die ze kunnen gebruiken, en ze kennen de codes. En ze praten er ook over. Het medium is nog meer een deel van de boodschap geworden.

Verschillende varianten van herfst daarbuiten. En toch, het zijn varianten binnen een klein bereik. De herfst is de rustige constante. De dingen trekken zich in zichzelf terug. Waardoor het nog meer opvalt, de hoeveelheid lelijkheid die te vinden is in de huizen die naast deze weg staan. In mijn hoofd is deze weg altijd verbonden geweest met de bus, en met lelijkheid. Het is in een heel leven niet anders geworden, zo blijkt.

We naderen de grote stad dichter. Daar waar de trein op me wacht. We zijn nog steeds netjes op tijd, zo lijkt het wel.

Plots kondigt het zich aan in de bus, door bewegingen en uiteindelijk ook geluiden. De bus rijdt tegen een auto die blijkbaar een onverwachte beweging maakte. De bus rijdt een stukje door. De aangereden auto komt naast ons gereden, ziet er behoorlijk gehavend uit. De bus zet zich een beetje verder aan de kant. We stappen uit. Achter ons bleek een lege bus te rijden, die iedereen meteen meeneemt. De lieve zwarte chauffeur van die bus loodst iedereen snel binnen. Amper enkele minuten na de botsing zijn we weer onderweg. De chauffeur moet even aan de reizigers vragen hoe bus 600 normaal rijdt, want hij rijdt altijd met de 640. Even wordt er nog veel gepraat op de trein, terwijl links en rechts hopen sms’jes vertrekken. “Ik zaaag um kooome van rechts. Ik doecht nog: da komt nie goed. Ik zaag het gebeure. Dadis toch verschiete. Mor gelukkig had um niks. En we raaie weeral.” De bus komt uiteindelijk zowat perfect op tijd aan op het eindpunt. Iedereen stapt zwijgend uit, alsof er niets gebeurd is. Ik roep nog even naar de chauffeur om hem te bedanken voor deze rit. Blijkbaar ben ik de enige die daaraan dacht. Buiten gaat het gewone leven weer gewoon verder. Auto’s toeteren omdat de auto voor hen niet binnen de drie seconden optrekt. In een hoekcafé wordt zoals steeds op zondag volop gedanst. Mijn trein staat netjes te wachten, en vertrekt ook perfect op tijd.

Het is moeilijk kiezen tussen de tweede weekendkrant en ook twee boeken. Terwijl het buiten donker wordt, roept het genot me. Van het lezen. Er is blijkbaar toch een zekere nuttigheidsafweging. Dus eerst de krant helemaal uit lezen, tot ze op is. En daarna het ene boek, waarin een verhaal nog moest uitgelezen worden. Om daarna toch even over te schakelen op het andere boek, dat me al die tijd verleidelijk had aangekeken.

We naderen de kleine stad waar ik naar op weg ben. In de verte, aan het einde van zoveel donkerte, zijn er kleine lichtjes. Allemaal mensen. En evenveel verhalen.

Ik oefen mijn licht sierlijke tred op de trap en in de tunnel. Zorgvuldig thuiskomen, in volle aandacht. Dat lijkt me wel aangewezen nu.

1 opmerking:

Tricky zei

wat een mooi verslagje over je thuiskomst... waarbij er in mijn hoofd ook beelden kwamen: van Frida Kahlo, die zwaar gewond raakte door een busongeval, van die keer dat ik in de tram zat en meemaakte dat iemand werd aangereden, van de jongeren die razendsnel smsjes kunnen sturen, en dat tot 300 per dag (wist je dat?! ik verschoot me een hoedje toen een cliënte van 15 me dat es vertelde!), en van je sierlijke tred op de trappen van het station...
welkom thuis weer Jan!