25 maart 2010

Afscheid


Er staat een boom te sterven in de straat. Zo lijkt het toch. Het is alsof de boom weent. Er is iets als een plas op de grond, van de tranen van de boom. De boom trekt zich terug, en zal binnenkort enkel nog een schim van zichzelf zijn. Ging er iets fout bij het snoeien vorig jaar? Was het de winter? Had de boom geen zin meer in het leven? Het is niet geweten. Het is niet gezegd. Het is te laat voor een ritueel, waarschijnlijk. Hij is vertrokken, als een stille gast.

Er zal een feestje zijn, bij een afscheid. Zo is het aangekondigd. Het verwart. Het doet verlangen naar kleine woorden, en heel veel stilte. Misschien enkele veelbetekenende blikken. Niet veel meer.

Anderen zijn misschien beter in veranderen. Met het grote gebaar dan. Maar traag gaat waarschijnlijk ook wel. De slak beweegt ook verder. Langzaam, maar zeker. Ze wil misschien liever met zoveel mogelijk huid de aarde blijven voelen terwijl ze een andere richting uit gaat. Ze is niet gemaakt voor grote sprongen. Wel voor een ander soort evenwicht.

Het lichaam laat zichzelf nog niet los. Misschien is er te veel dat eerst nog moet voorbij schuiven, als een landschap door het raam. En hoe je enkel maar moet kijken naar jezelf.

En wat je zult zeggen. In omtrekkende bewegingen. Het staat er al. Alleen de moeilijkste weg is de goede. In dit geval toch.

De kleine gebaren zijn het mooist. Er is veel liefde. Dat je die zomaar zou verdienen is moeilijk te aanvaarden.

Hoe je ook in het afscheid op anderen kunt lijken. Ze wonen onder je huid, en nemen je langzaam over.

Misschien kun je stilaan wel gewoon vertrouwen op de stroom. Misschien ben je na al die tijd zelf genoeg rivier geworden om gewoon te vertrouwen.

En alles wat niet gezegd is. Wie zal het weten?

Hoe je tussen de dingen staat. Je beseft het stilaan. Dat is de enige vraag.

En of er genoeg zal zijn dat zal blijven? Die vraag achtervolgt je, zoals ze altijd al deed, en altijd zal blijven doen. Dat is ook blijven.

Je huid vraagt nog iets. Zul je het vertellen?

Hoe je zou willen dat je adem is. Waarvan je droomt. Hoe het zal zijn in je buik. Dat je ergens zult zijn waar de storm niet kan komen. Dat zou het kunnen zijn.

Wat heeft die boom ooit gedroomd? Wat een zonde dat je het nooit hebt kunnen vragen. Je ging hem zomaar voorbij, zo vaak, zonder te kijken. Er zou iets moeten goedgemaakt worden. Misschien kan het diep in de nacht. Wanneer je niet kunt slapen. Eerst schrik je wakker, in een kramp, en met de storm in je lichaam. Je moet vertrouwen dat enkel de adem zal volstaan om je lichaam terug zacht in zijn bedding te laten zakken. En op dat moment hoor je de zachte stilte buiten. Je bent bijna dankbaar voor dat moment, dat je het zomaar mag meemaken. Misschien is dat een moment voor een gebed voor de boom. Niet dat je kunt bidden, maar dat geeft niet. De boom verdient wel een gebed. Om hem te begeleiden op zijn tocht. Zodat hij weet dat iemand voor hem gebeden heeft.

3 opmerkingen:

leen zei

ja, het is zover Jan, het feestje, het afscheid. Heb maar veel vertrouwen, de stroom vindt altijd zijn weg.
Met zorg en liefde kunnen bomen verplant worden, ze ademen dezelfde lucht, er stroomt hetzelfde voedsel door hun aderen. De storm die ze dachten te moeten trotseren wordt weer luwte, is een nieuwe lente.

WillyD.J. zei

Volgende week is het volle maan Jan, als het dan niet regent vlei je dan neer tegen de boom, Wordt stil met hem, wordt één met hem, dat is het hele geheim, Hij zal je meenemen in de sapstroom, van onder naar boven, en jij, jij zult mee stromen, van zelf mee opgenomen worden in de stroom van het (veel grotere) leven.
Weet dat bomen ook onderhevig zijn aan geboorte en dood, sommigen sterven staande, anderen worden gekweekt om meer koolstof op te vangen, wie zal het weten als een zaailing uit de aarde rijst hoe het hem of haar zal vergaan, net als bij de mens...
Afscheid nemen is iets dat je blijft beoefenen tot je zelf aan de beurt bent.
Warme groeten
een tochtgenoot ;)

Jan Mertens zei

Dankjewel Willy voor je mooie reactie.