14 maart 2010

The Plague of Doves


Hoe een gruwelijke misdaad verdwaalt in het web van bindingen in een klein dorp aan een grens. Hoe een zoektocht naar liefde in dit ‘schuldig’ landschap niet anders kan zijn dan ook een opgraven van de geschiedenis die onontkoombaar verweven is met alles en iedereen. Hoe het benaderen van die geschiedenis enkel kan via de verhalen. En hoe de waarheid over wat ooit gebeurde enkel kan huizen in de meerstemmigheid van die verhalen. Het zou een heel korte samenvatting kunnen zijn van het bijzonder mooie boek The Plague of Doves (in het Nederlands vertaald als De Duivenplaag) van Louise Erdrich. Laag na laag, via telkens nieuwe verhalen, duik je onder in een geschiedenis die weegt op de tijd, en haar weg zoekt in een gemeenschap van mensen die tegelijk voor elkaar kiezen en tot elkaar veroordeeld zijn. Iedereen is met iedereen verbonden. Iedereen probeert op zijn of haar manier het verleden te overleven. Alleen wie het hele web ontrafelt, kan dichter bij de waarheid komen, maar het is niet mogelijk om uit de verhalen te stappen.

Het boek is een web van verhalen, verteld door verschillende personages, en dus gezien vanuit verschillende perspectieven. Als lezer krijg je zo de verschillende puzzelstukken voorgeschoteld. Al snel krijg je het gevoel verloren te gaan lopen in ingewikkelde stambomen en doodlopende lijnen, tot telkens opnieuw nieuwe verbanden duidelijk worden en uiteindelijk ook enkele mysteries opgelost worden.

De verhalen spelen zich af in Pluto, een uitstervend stadje aan de rand van een Ojibwe-reservaat in North Dakota. Het is een grensgebied waar blanken en indianen naast en met en door elkaar leven. De blanken zijn nakomelingen van verschillende groepen Europese migranten.

Over het hele boek hangt de schaduw van een gruwelijke moord op een boerderij in 1911, die meteen op de eerste bladzijde wordt geïntroduceerd. In een blanke familie worden vijf mensen vermoord. Alleen een baby leeft nog. Een groep indianen ontdekt het vreselijke schouwspel, maar maakt zich meteen zorgen dat de buitenwereld niet zal geloven dat zij niet betrokken zijn bij de feiten. Hun vrees is niet onterecht. Er volgt een lynchpartij, waarbij drie van hen opgehangen worden, en een vierde het op mysterieuze wijze overleeft. De sporen van de moord, en de daarop volgende daad van afgedwongen racistische ‘gerechtigheid’ zullen van generatie op generatie verder doorzinderen in Pluto, waar alle inwoners op een of andere manier verbonden zijn met de verschillende betrokkenen van de feiten.

Centraal in het boek staat de jonge Evelina, dochter in een gemengd huwelijk. Ze woont in het reservaat en zoekt haar weg in het leven. Ze wordt hopeloos verliefd en ontdekt haar lichaam. Ze gaat op zoek naar de geschiedenis en merkt dat iedereen verbonden is met het web aan verhalen. Via haar grootvader, de kleurrijke Mooshum, komt ze bij het verhaal van wat er op de boerderij en daarna gebeurde. De jongen op wie ze verliefd wordt en alle anderen blijken verbonden met de verschillende hoofdrolspelers uit 1911. Wat toen gebeurde komt te staan tussen wat zich nu afspeelt. Na een tijd blijkt echter dat ondertussen nieuwe verbindingen gemaakt zijn tussen wie toen tegenover elkaar stond. Het is alsof de geschiedenis via passie en bloedbanden de gruwel wil verspreiden en doen vervloeien. Voor Evelina is het niet anders, zij blijkt via haar voorouders met beide kanten van het verhaal verbonden te zijn.

Naast Evelina is rechter Antone Bazil Counts een andere centrale stem in het boek. Zijn grootvader was een van de pioniers die Pluto stichtten. Hij probeert als rechter met een zekere afstand de geschiedenis van het stadje te bekijken en er rust te brengen. Net als Evelina wordt hij gedreven door een grote liefde. Later zal blijken dat er daarvoor een andere grote liefde was. Die twee vrouwen hebben rechtstreeks te maken met de overlevenden van de boerderijmoord en de lynchpartij.

Er is ook nog Marn Wolde, een vrouw die in de ban komt van een predikant, een even tragisch als hilarisch verhaal. En er is Cordelia Lochren die naar het einde van het boek enkele essentiële sleutels tot de noodlottige geschiedenis van Pluto onthult.

Met elk nieuw hoofdstuk worden nieuwe verhalen toegevoegd aan het geheel. In het begin lijken ze soms telkens nieuwe mogelijk doodlopende zijwegen, maar gaandeweg merk je als lezer hoe elk verhaal met elk ander verhaal verbonden is. Je zou misschien graag een handig schemaatje krijgen met de volledige stamboom van alle personages, maar dat krijg je net niet. Er komen enkel nog meer verhalen, nog meer verwantschappen, die zich ook steeds minder aantrekken van de oorspronkelijke scheidingslijnen. En alles wordt dan ook nog eens verteld vanuit verschillende perspectieven. Maar nooit komt het geforceerd over, integendeel. Dat wie eenduidigheid zoekt alleen verloren kan lopen, zegt iets over de meerlagigheid van de geschiedenis van deze gemeenschap en over de ontsnappende maar niet verdwijnende schuldlijnen. De enige manier om dichterbij te komen is je overgeven aan de meerstemmigheid en de eindeloze stroom verhalen. En misschien zijn die verhalen wel de enige manier om het verleden te bezweren.

The Plague of Doves is een bezwerend boek, dat je vastzuigt in een bijna mythologische verhalenwereld. Noodlot, schuld en verantwoordelijkheid hangen over deze plek, net als de duivenplaag uit de titel. De kracht van het boek ligt er ook in dat die zwaarte wordt verteld in een stijl die sterk poëtisch, beeldend, en vaak zelfs humoristisch is. Het is vooral de organische kracht van het onontwarbaar kluwen aan verhalen die het boek voortstuwt. Lang nadat je de laatste bladzijde las blijft dit boek nog natrillen in je hoofd. Het is alsof je je nog steeds bevindt in een landschap dat schuldig is, doordesemd door verhalen waaraan niet te ontsnappen valt. Het is moeilijk afscheid nemen van die personages die in dat landschap hartstochtelijk liefde en een bestemming zoeken.

Geen opmerkingen: