‘Ken je dat
ook, mijn liefste, aardbeizenuwachtigheid?
‘Wat is
dat?’
‘Je komt op
de markt, en ziet daar voor het eerst van dat jaar verse aardbeien liggen. Niet
van die onzinplasticaardbeien die je ook in de winter uit weet ik waar kunt
krijgen, nee, echte, van hier. Dat moment, dat is toch altijd spannend.’
‘Waarom
dan?’
‘Het heeft
iets met genot te maken waarschijnlijk.’
‘Ja, bij
jou wel. Ik kan al vermoeden wat er nu gaat komen. Iets over uitstellen van
genot, of niet soms?’
‘Ja, het
uitgesteld aardbeigenot dat is zoiets als een einderknuffel. Een knuffel die je
aan de einder ziet, en waar je heel erg naar verlangt, die zelfs
levensnoodzakelijk is. Maar dan toch niet sneller beginnen te lopen, gewoon
even traag verder gaan.’
‘Jij bent
toch wel een raar mannetje soms. En zit ik dan ook in de categorie uitgesteld
genot?’
‘Goh,
misschien wel. Ik heb wel zoveel jaar moeten wachten eer ik je tegenkwam, dus
dat zou je zo ook kunnen benoemen dus.’
‘Ja ja, het
zal wel. En heb je nu al iets gedaan met die aardbeien?’
‘Nee,
natuurlijk niet. Ik moest wachten tot na dit gesprek. Straks ga ik ervan
proeven. Zo in een kommetje, met een klein beetje suiker.’
‘En ik
dan?’
‘Ik ga even
wachten. Die suiker moet een klein beetje zijn werk doen, en dan laat ik zo’n
aardbei die klaar is voor optimale consumptie in jouw mond glijden.’
‘En dan?’
‘Dan mag je
even niets zeggen. En daarna kunnen er allerlei hemelse dingen gebeuren.’
‘Hemelse
dingen?’
‘Ja, met
deze magical fingers.’
‘Heb jij
toch niet te veel van die cava gedronken vanmiddag?’
‘Nee,
helemaal niet. Stel je voor dat ik de controle zou verliezen.’
‘Ja, stel
je voor, wat er dan zou gebeuren.’
‘Ik weet
niet of ik het me kan voorstellen. Maar goed. Vergelijkbaar met de
aardbeizenuwachtigheid is er natuurlijk ook het ijsjeshunkeren. Voor wanneer je de
eerste keer in het seizoen ’s avonds nog de stad ingaat om een ijsje te gaan
halen. En vooral dan die weg daar naartoe.’
‘En heb je
al in je agenda geschreven wanneer dit jaar het officiële ijsjesmoment zou gesitueerd
zijn? Of moet er daarover nog een volksvergadering plaatsvinden, jij met jezelf
in conclaaf?’
‘Toch wel
iets in die aard. Maar het plan was eigenlijk dat de volksvergadering niet tot
een conclusie zou komen, en zichzelf zou moeten ontbinden. Waarna ik deze
heikele kwestie aan jou zou voorleggen.’
‘Maar je
beseft toch dat ik niet voor het uitgesteld genot ben? Dat zou je stilaan toch
moeten weten.’
‘Wees maar
gerust.’
‘Het kan
dus eender welk moment gaan gebeuren nu.’
‘Ja,
spannend. Goed voor de zelfopvoeding.’
‘O jee.’
‘En dan heb
ik het nog niet gehad over het druivensmachten. Het zal pas een heel stuk in
juli zijn, maar dan barst de druivenorgie weer helemaal los. En die gaat door
tot diep in de herfst. Weliswaar een gecontroleerde orgie. Elke dag een
beetje.’
‘In het
kader van jouw zelfopvoeding zou je toch moeten leren dat de woorden
gecontroleerd en orgie niet helemaal compatibel zijn. Dat vermoed ik toch.’
‘Misschien
moet jij me straks, na die aardbei, nog wat verhalen vertellen over jouw wilde,
ongecontroleerde leven.’
‘Met een
glaasje cava dan toch?’
‘Of twee.
We gaan helemaal loos vanavond.’
‘Zou je je
dan zo stilaan eens niet naar de aardbei begeven?’
‘Ja,
misschien wel. Maar dan wel rustig aan, zo stap voor stap.’
‘Grrr, kun
je misschien toch een beetje opschieten? Dat is meer voetje voor voetje, het
lijkt wel een zenritueel.’
‘Ik wil
eigenlijk vooral jouw zengehalte testen nu.’
‘Dat is
bijzonder laag nu, en als je nog lang wacht met die aardbei, dan zal het
helemaal afwezig zijn.’
‘Yes! Bijna
gelukt.’
‘Wat?’
‘Ik denk
dat die aardbei straks lekker zal smaken. En zo.’
‘Onnozelaar!’
‘Yes!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten