Toch maar
gaan dansen, denk je. Misschien helpt het wel tegen de pijn. De ritmes zoeken
plekken in je lichaam. Ergens in het midden. Daar waar bewegingen beginnen.
Daar waar herinneringen kunnen huizen. En het neemt je over. Toch.
Wat je zo
moeilijk uit kunt leggen. Over woorden die je aan kunt raken. Die doorheen je
lichaam kunnen kruipen. Ze lijken van een soort zacht graniet te zijn, als dat
zou kunnen bestaan.
Je kunt er
ook in verblijven, dat is waar. Je hoort het vertellen. Het is een veilige
plaats om te zijn.
En heel
soms lijkt het even alsof je lichaam niet beweegt, maar dat je beweging bent.
De muziek doet het voor je. En heel soms is het even alsof je het kunt zien.
Daar waar je zou kunnen zijn, in een beweging zonder zwaartekracht. Misschien
kun je dat verlangen naderen, in de dans.
Dat wat je
naar de aarde trekt, zou dat dan pijn zijn?
Er zou nog
veel kunnen gezegd worden over de woorden, denk je verlegen. En zie je. Dat er
nog veel gezegd zou kunnen worden, over de woorden.
En over het
kijken naar de woorden. Dat je ze kunt zien. In hun betekenis. Niet met hun
betekenis. Niet met een beeld van wat ze zouden betekenen. Maar in hun
betekenis. En hoe ze bewegen, en elkaar zoeken, en teder aanraken, in de
werelden die talen zijn. Iets in die aard. Maar je kunt het niet zeggen. Niet
in woorden. Maar toch zou een ander het kunnen begrijpen, misschien wel.
Terwijl je
danst, zie je de mensen staan, boven op die heuvel. Met het verdwijnende licht
achter hen. Scherpe silhouetten. Ze hebben iets magisch. Ze zouden iets kunnen
doen.
Het blijft
een raadsel. Die ritmes en melodieën. Ze zijn er, alleen in het zijn. Ze zouden
er niet kunnen zijn. En als ze er zijn, zijn ze zo vanzelfsprekend aanwezig.
Iets in jouw lichaam heeft het altijd geweten. Denk je.
En je had
ook nog iets willen zeggen over de afwezigheid van woorden. Hoeveel pijn het
kan doen. Hoe je kunt weten dat je alleen daar zou willen zijn. Waar de woorden
zijn.
Misschien
worden woorden breder, naarmate je zelf ouder wordt. Iets als een
beeldhouwwerk. Een lichaam uitgehouwen, bevrijd, uit de steen. Als je
dichterbij komt, zie je al de lijnen van het kappen. Zie je de rafelige randen.
Zie je het verlangen. Misschien zijn dat de dingen die je pas na een tijd ziet
in de woorden.
Er is iets
met je handen. Ze zoeken iets. In de dans.
Soms vraagt
de muziek iets kleins. Denk je. Een beweging die dicht bij je huid moet
blijven. Ook al is het de huid die ze maakt. Uiteindelijk toch.
Je moet ze
voorzichtig benaderen. De woorden. Ze zijn alleen van zichzelf. Net als de
verhalen.
Je moet ze
voorzichtig dragen. De woorden. In je handen. Je zoekende handen.
En alles
wat je niet weet.
2 opmerkingen:
En je had ook nog iets willen zeggen over de afwezigheid van woorden.
...
Ik vermoed Jan,
dat ook woorden al eens graag
gaan dansen ...
Mooi ritmische avond nog.
Dat is wel een mooi beeld Uvi, de dansende woorden. Ik kan ze me bijna voorstellen.
Een reactie posten