10 december 2006

Mededogen


Een zondagochtend in de trein. Een lijf dat wat traag wakker wordt. Een hoofd waar ergens nog een lichte droefenis ronddoolt. Het landschap ziet er anders uit op een zondag. Waarom weet ik niet.

Ik lees het ontroerende interview met Sigrid Spruyt in de weekendkrant. Het is perfect voor deze dag. Het maakt me stil, ook vanbinnen. Ook bij vorige interviews met haar had ik nadien het gevoel dat ik een klein berichtje wilde sturen naar haar om te zeggen hoezeer ze mij ontroerd had. Ik zou het waarschijnlijk niet durven. Wie ben ik trouwens…

In het interview zegt ze, naast veel andere mooie dingen, dat het tekort aan mededogen de hoofdoorzaak is van alle kwaad in de wereld. Een gebrek aan empathie leidt tot veel ellende. “Maar als je de trieste schoonheid van het leven kunt zien, dan kun je relativeren en mededogen voelen. Dat maakt veel mogelijk.”

Ik heb die laatste zin ondertussen al enkele keren opnieuw gelezen. Woorden lezen anders in een heen- of een terugreis. Waarom weet ik niet.

Het is zo’n mooi woord, mededogen. Het menselijke en het spirituele vinden elkaar in iets wat stil, warm, maar niet passief is. Het klinkt een beetje paradoxaal, maar in mededogen is er iets actiefs. Een bewuste houding of keuze zelfs. Een manier van kijken die ook anders had kunnen zijn. Een vorm van in de wereld staan die je kunt oefenen en verwerven.

Misschien is mijn hoofd toch nog niet rustig genoeg vandaag voor de volle leegte. Veel vragen gaan heen en weer. Ze komen ongevraagd. Antwoorden wil ik vandaag niet.

De oude man met zijn zoon. De zoon heeft een mentale handicap. De vader realiseert zich ineens dat hij niet op deze trein van Mechelen naar Leuven had moeten zitten, maar wel op een trein van Antwerpen naar Hasselt. Zo erg is het blijkbaar niet. Elke zondag gaat hij met zijn zoon met de trein ergens naartoe. Om weg of alleszins in beweging te zijn. Dat de rit een beetje langer duurt, is niet zo erg.

Wat zeg je tegen iemand die weet dat hij misschien niet heel lang meer zal leven? Samen dingen doen is soms ook goed. We hebben samen een blog gebouwd, waarop zijn verhalen nu zullen verschijnen. Ik zou willen dat het plekken kunnen worden om een beetje samen alleen te zijn. Als je zo’n nieuws krijgt, zoek je mensen op waarschijnlijk. En mensen zoeken jou op. Willen dingen doen. In alle vormen van getransformeerde onmacht. Mensen staan naast je, voor je, achter je, en overal waar ze kunnen. En toch is er een stuk van de weg dat eenzaam is. En je kunt het niet uit handen geven. Je ertegen verzetten leidt er enkel toe dat er minder tijd over blijft. Misschien is even alleen zijn tussen je woorden en wachten op een verhaal een andere vorm van eenzaamheid.

Op een grasveldje naast het spoor lopen kinderen te spelen. Chiro-uniformpjes. En de zon die aankondigt straks te gaan dalen. De lucht heeft een speciale geur op dat moment van de dag.

Ik lees het interview opnieuw. “Er zijn maar drie thema’s: liefde, dood en macht.” Een moeilijke zin om over na te denken. Misschien moet ik wachten op een volgende zondag.

Het kleine kind springt uit de trein, loopt dansend naar de trappen. Haar moeder volgt een stukje verder. In de gang onder de sporen loopt het kleine meisje heen en weer. Ze geniet van de snelheid die ze kan geven aan haar lichaam. Sneller dan anderen, sneller aan die kant van deze ruimte. Om zich dan vol trots om te draaien en haar moeder in de ogen te kijken.

Geen opmerkingen: