09 december 2006

Te korte armen

Ik ben er niet altijd goed in. Soms zijn je armen te kort. Je zou willen dat die handen iets aan de loop van de dingen zouden kunnen veranderen. Of hadden kunnen veranderen. Dat ze de tijd hadden kunnen ombuigen. Zodat al wie je liefhebt net buiten het bereik van de slinger blijft. Ik vraag me soms af of het iets is dat gemakkelijker gaat met het ouder worden, of net niet.

Het beeld zit al enkele weken in mijn hoofd. Hoe ik tegenover haar zit en kijk en luister. Zij zit nu in een stoel met wielen onder. Vroeger was dat niet zo. Nu wel. We hebben altijd een speciaal soort humor gehad. Die zal er wel altijd blijven. We zijn goed in het terug opnemen van een gesprek waar we het loslieten de vorige keer. Ik hoop dat dat eeuwig zo blijft.

Ze rijdt naar de keuken en staat op om koffie te maken. Een beetje wankel. Maar ze staat. En ik zou alleen willen kijken, en heel zachtjes wenen. Het is van een verscheurende schoonheid. Ik weet niet waar mijn armen hadden kunnen zijn of waar ze nu zouden moeten zijn. En misschien geeft het ook allemaal niet. We praten over de koffie. En alle dingen die ik niet kan zeggen, zijn er ook.

Laat de storm altijd de andere kant uitgaan. Laat het wassende water altijd stoppen aan die kant van de lijn. En laat al wat stuk is met één zonnestraal geheeld worden. En als het kan nog meer.

Soms stop ik even de tijd om te kijken naar mensen die voorbij lopen of die voor me zitten. Ik stel me alle mensen voor die met een onzichtbare streng met hen verbonden zijn. En hoe dat moet voelen. Hoe het nog eindeloos meer moet zijn dan wat ik me kan voorstellen. Hoeveel hindernissen je kunt zien die je allemaal eigenhandig uit de weg zou of had willen ruimen. Om hen te beschermen tegen de dingen die zijn. En die er ook zonder jou zouden zijn, al wil je dat misschien niet geloven.

Het is zo veel. Soms kun je het niet anders zeggen dan zo.

Ik denk dat het niet gemakkelijker wordt met het ouder worden. Misschien kun je meer zien. Misschien groeit er een kleine milde troost in het aanvaarden van al wat je zelf niet hebt kunnen afwenden. In alle zijwegen die je nooit meer opnieuw kunt inslaan. In wat geen keuze meer is. En tegelijk lijkt het soms alsof je meer onherbergzaam oerwoud ziet. Misschien was het er de hele tijd al, misschien ook niet.

Maar de koffie was lekker. En dat is ook veel.

Geen opmerkingen: