01 april 2007

Van het midden


Ergens tussen mildheid en ongeduld. Daar is het bewegen. Het is iets van ouder worden. En de vragen die je niet meer kunt negeren.

Hoe je kunt kijken naar mensen die je lief zijn. Je ziet de rimpels in hun handen. Je ziet het falen, en het geeft niet. En soms zou je willen roepen. Stop. Zeg alleen wat echt belangrijk is. Zeg alleen de woorden die nog moeten gezegd worden voor dit leven stopt. En zelfs daaraan beginnen, nu, wil zeggen dat het niet zal lukken. Articuleer elk woord. Zodat je stem klinkt zoals ze zou kunnen klinken. En hoe onrustig het je kan maken.

Hoe moet je zijn met anderen? Je kunt trouw blijven aan jezelf. Voorzichtig schrijden, waardoor je weet dat je beweegt zoals jij het zou willen. Je kunt ervoor kiezen nooit een ander te gebruiken. Nooit wat bij jou hoort af te leiden naar een ander. De woorden zeggen die het verdienen gezegd te worden. En in de stilte wachten op een glimp van de wijsheid die ergens zou kunnen zijn. En hoe nodig je het hebt traag te bewegen in tinten van grijs.

Maar de anderen bewegen in dezelfde ruimte. Sommigen doen maar wat. Sommigen kijken je recht in de ogen en laten je zijn. Anderen zie je bewegen volgens andere lijnen. Het lijkt hun niet te raken dat ze gebruiken wie op hun weg komt. Ze spelen het spel dat het meest oplevert en kiezen hun woorden om wat ze bereiken, niet om wat ze zoeken.

Soms lijkt het alsof er geen minuut te verliezen is. Alleen wat integer is, wat naakt in de spiegel kan blijven, wat eerlijk stotterend verwoord is, zou mogen blijven. Soms is het voldoende te weten dat jij zoekt naar dat kleine fragment van waarheid dat op jouw weg zou kunnen liggen. Maar soms is dat niet genoeg. Dan is het niet te verdragen dat er te veel anderen zijn die niet hetzelfde verlangen. Dan ontnemen ze je de kostbare tijd die je nog hebt.

Een leven lang het volle leven, met grote vragen en dromen in kleine bewegingen, zou nog niet genoeg zijn. Als je het zou kunnen delen met alle mensen die jou echt kunnen zien in die trage dans zou het een troost zijn die seizoenen overleeft en verzoent. Soms zou je met minder geen genoegen willen nemen. Soms weet je dat je dat weet. De onrust komt je lichaam dan zoeken. En naar je handen kijken volstaat dan niet.

Niet oordelen. De anderen laten. Hen niet aanvallen of doen bewegen voor wat van jou is. Hun woorden die het niet waard zijn gewoon laten wegvloeien. Je kunt het leren. En het maakt je vrijer. Je gaat minder zeggen wat niet gezegd moet worden. Het verlangen naar de woorden die blijven is soms genoeg. En soms ook niet. Dan is het eenzamer als je met velen bent, en ben je met meer als je alleen bent.

Het is moeilijk om over dit soort dingen te praten. Het zou heel voorzichtig moeten gebeuren. Misschien aan de rand van de zee. Zodat je even je hand in het water kunt leggen. Wat het goede is, zou je kunnen lezen in het zand dat zich bevindt tussen eb en vloed.

Geen opmerkingen: