Het is een van de klassieke clichés die over de ecologisten worden verteld, dat ze de vrijheid zouden willen inperken. Kiezen voor een meer duurzame maatschappij zou iets zijn als een ‘stap terug’. De vraag stellen of ‘meer’ wel altijd ‘beter’ is, wordt onmiddellijk geïnterpreteerd als ‘minder’, en dat is voor onze huidige doorholmaatschappij een echt taboe.
Het lijkt paradoxaal, maar respect voor ecologische grenzen leidt tot meer, niet tot minder vrijheid. Net als het liberalisme en het socialisme is het ecologisme een kind van de Verlichting. Het moderne wereldbeeld betekende een echte breuk in de manier waarop we naar de wereld keken en ermee omgingen. Waar tevoren de wereld onkenbaar, bedreigend, en door een god bestuurd was, ontstond er in de Moderniteit een heel ander beeld. Door de ontwikkeling van wetenschap en techniek werd de werkelijkheid ‘onttoverd’. Het centraal stellen van het individu leidde ook tot een heel andere verhouding met de natuurlijke omwereld. De wereld en de andere levende wezens werden al snel geïnstrumentaliseerd en gebruikt voor het menselijke project. Al het andere had slechts waarde in zoverre het voor de mens van nut was. Er ontstond een concept van ‘ontwikkeling’ dat tevoren niet bestond en dat koos voor een algehele versnelling en mobilisering. Het op zich prachtige moderne idee van ‘vooruitgang’ is ondertussen eenzijdig ingevuld door een streven naar economische groei, een streven naar een eindeloze toename van productie en consumptie. En steeds meer zijn alle andere moderne waarden die met het begrip vooruitgang samenhangen verbonden aan dat streven naar economische groei.
Het ecologisme is te zien als een postmoderne of kritisch-moderne stroming in de zin dat ze ook volop oog heeft voor de keerzijde van dat moderne project. De grootschalige natuurvernietiging, de uitputting van de aarde, de spirituele leegte van de consumptiemaatschappij waarin alles en iedereen een ‘product’ geworden is, het zijn geen vervelende bijverschijnselen van het moderne denken, ze zijn er structureel mee verbonden. Onze aan groei verslaafde maatschappij is autistisch geworden tegenover de gevolgen daarvan. Onbegrensde groei is immers niet mogelijk in een begrensde wereld.
Vrijheid is een enorm mooie en belangrijke waarde. Maar de manier waarop ze ingevuld wordt, bepaalt of ze overeind blijft. Vrijheid kan niet zonder rechtvaardigheid. Pas wanneer bv. onderwijs voor iedereen op gelijke mate toegankelijk is, kunnen mensen ook volwaardig participeren aan de maatschappij en zo in vrijheid hun levensproject kiezen. In een klassiek liberale visie zijn mensen vrij als ze zo weinig mogelijk ‘gehinderd’ worden. Dat is natuurlijk een fictie. De ene mens heeft een handicap (in welke vorm dan ook), de andere niet. Regels of afspraken die die handicap corrigeren, zijn geen belemmering, maar vergroten integendeel de rechtvaardigheid, en dus ook de voorwaarde voor vrijheid. Verder is het zo dat lang niet iedereen de druk van de individualisering aankan. We kunnen nu allemaal veel meer keuzes maken, maar tegelijk moeten we ook elke dag elk uur opnieuw keuzes maken om onze identiteit te bepalen. Veel mensen kunnen die druk niet aan. Je kunt dus eigenlijk pas individu zijn als je ook ‘verbonden’ bent. Verbonden met mensen, maar ook met de natuur.
In een begrensde wereld kun je het verschil tussen rijk en arm niet oplossen door enkel te proberen de taart groter te maken. Als dat zou kunnen, zou je de armen rijker kunnen maken, zonder de rijken armer te moeten maken. Als je te veel van de aarde vraagt, wordt die letterlijk kleiner. De klimaatverandering, veroorzaakt door een mondiale rijke minderheid, zorgt ervoor dat de levenskansen van de mondiale armere meerderheid verkleinen.
Als het prachtige idee van vooruitgang eenzijdig wordt ingevuld als een economische ontwikkeling die doet of er geen ecologische grenzen zijn, dan leidt dat tot minder vrijheid, minder rechtvaardigheid, en ook minder vooruitgang. Wat is de waarde van de ‘vrijheid’ voor een kleine groep mensen om zoveel te consumeren als ze willen als ze daarmee de kansen op een waardig leven van de toekomstige generaties en van grote groepen mensen aan de andere kant van de wereld inperken? De mens heeft zich in de Moderniteit willen bevrijden van de willoze krachten van de natuur, maar wat is de waarde daarvan als de mens door de klimaatverandering die mee veroorzaakt is door de mens zelf terug veel harder op de natuur geworpen wordt?
Als je niet meer vissen uit de zee haalt dan de zee terug opnieuw kan aanleveren, waardoor het bestand stabiel en divers blijft, dan kun je eeuwig blijven vissen. Als we die hoeveelheid duurzaam gevangen vis eerlijk verdelen over alle mensen van de planeet, dan is het ook rechtvaardig. Duurzaamheid is een voorwaarde voor rechtvaardigheid dat een voorwaarde is voor vrijheid. Werkelijke vrijheid bestaat erin dat je een levenswijze hebt waarvan je weet dat ze voor iedereen haalbaar is en waarbij je zeker bent dat je kinderen en hun kinderen er ook nog op dezelfde wijze van kunnen genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten