07 mei 2008

En nog meer


Wakker worden en de scheerkwast aan het werk zetten en heel in de verte zien hoe een vrouw haar lange haren kamt. Vermoedelijk is het haar badkamer en is er een raam achter. Je kunt alleen het silhouet zien. En de vliegende haren. En de geur van koffie die er zal komen zo meteen. De eerste lezing van de eerste krant. Met de klanken van het nieuws er tussendoor. Of het horloge vandaag wel nog altijd juist staat? Waarom de ene dag wel en de andere niet? En ze is al tweemaal nagekeken? Waarom blijven horloges niet gewoon altijd goed. Op weg weeral. Of de deur goed toe is. Het zal wel. Zou het? Het zal wel. Het was al die vorige keren ook al zo. Ook de buurman is altijd vroeg op. Dat het nu wel echt warm gaat worden. Amai! Het zal nog niet. Soms heb je te veel kleine muntstukjes waarmee je de tweede krant ook zou kunnen betalen. Toch maar de grote stukken nemen, zodat er geen file komt in de krantenwinkel. Soms zijn er helemaal geen kleine stukjes. Dan wordt het briefjesgewijs. Of al die mensen niet aan de andere kant van het perron kunnen gaan staan? Nee, dat mag je niet denken. De techniek verder verfijnen van lang genoeg wachten terwijl de trein binnenrijdt, om dan op het juiste moment tot de positionering over te gaan. Recht aan de deur. Rustig wachten. Niet zoals die anderen, de harken, die nooit alle mensen laten uitstappen. Kijken of er plaatsen zijn in de buurt van interessante mensen. Om naar te kijken. Niet zoals vorige week. Mannen die ’s morgens voor acht uur op de trein blikken bier zitten te drinken en zogenaamd rustig voor zich uit kijken. Ze stinken. Vandaag niet dus, gelukkig. En soms ook buiten kijken. Naar het licht. Het gaat snel vandaag. Er staat een grote vrachtwagen te wachten aan het werk. Of de levering de kelder in kan? Ja hoor, ik doe wel even open en ga wel mee. Je moet de ruwe kant van de helling nemen. Niet in het midden, want daar is het heel glad. Dat deed ik de vorige keer meneer, en het pallet knalde daar tegen de muur. Bijna toch. En of hij mij al niet op de televisie gezien had. Zo leek het toch. Toch niet waarschijnlijk. Een stapel verse kranten. Nog meer kranten. Lekker. Waarom laten mensen ramen open staan als ze weggaan? Stel dat er monsters binnenkomen ’s nachts. Je zult maar de eerste zijn ’s morgens, en die monsters tegenkomen. En vlekken dat dat maakt. De koffie loopt. Waarom ruimen mensen niet op als ze weggaan, en laten ze de afwas overal rondslingeren? Waarom zijn er mensen met te veel verantwoordelijkheidsgevoel? Dat was nog een vraag. Wat je dan doet. Zorgen dat de afwas gedaan is. Alleen de vrouwen moesten ermee lachen. Hoe zalig dat ene moment. Voor de anderen er zijn. De koele ochtendlucht, strelend door de ruimte. De muziek kan harder, er is toch nog niemand. En alle dingen die je je voorneemt om te doen. Netjes op een rijtje. Het ziet er zo schitterend uit. Zo zou het kunnen beschreven zijn in de daghoroscoop. Tot ze allemaal een voor een dat mooie lijstje beginnen te doorkruisen. Of je ook nog even naar deze vergadering kunt komen. Of je ook nog even naar deze vergadering kunt komen. Of je, zoals afgesproken, ook nog naar deze vergadering kunt komen. Shit, dat was ik al stiekem vergeten. Ja hoor, ik zal er zeker zijn. Dringend bericht. Dat die ene vergadering is afgelast. Goed zo. Meer tijd voor andere klussen. De muziek van de avond daarvoor blijft in mijn hoofd. Hoeveel snaren er nu eigenlijk op zo’n Portugese gitaar staan. Even opzoeken. Een hele website vol informatie over die gitaar. En over de bespelers. Hoe zou het nu met die ene zijn? Hij speelde vroeger altijd met haar. Je zag haar wel een keer of vier. Ze keken altijd zo verliefd naar elkaar. Maar ineens was hij er niet meer bij. Zou er iets in de boter gezeten hebben? Nee, het blijkt nu een schouderbeschadiging te zijn geweest. Ah zo. Maar hij staat nu toch wel mooi met een andere mooie zangeres op de affiche. Toch ook iets in de boter waarschijnlijk. En nog een ander verhaal. Hoe je zo ongelooflijk teleurgesteld kunt zijn in mensen. Hoewel je je had voorgenomen, preventief al, om dat niet te doen, niet met die. En hoe je vindt dat je op die teleurstelling niet onwaardig mag reageren. Want dan zou je een beetje zijn zoals diegene die jou teleurstelde. Hoe moeilijk dat is. Hoe oneerlijk het lijkt. Later in de hemel zal dat allemaal wel uitkomen zeker? Tja, als dat zou kunnen. Verder doen. Eerste punt van het lijstje moet eindelijk aangevat worden. Er zijn nu geen klussen meer. Alle tijd is al verloren. Helemaal klaar ervoor. Waarom het internet net nu uitvalt. Zen. Jezelf overtuigen dat je helemaal niet afhankelijk bent van apparaten. Dat hun niet-functioneren je niet kan ontregelen. Diep inademen. Helemaal zen. Maar het zou ook handig geweest zijn als dat internet wel werkte. Niets van gaan vragen. Lief zijn voor de collega’s. Rustig verder doen, niet verbonden met de hele wereld. Alleen met het hoofd. Ook aan de lente denken. En hoe ongelooflijk mooi de mensen dan zijn. Al die geweldige topjes, rokjes, bloesjes en decolleteetjes die zich zo lang hebben moeten inhouden. Al die kleuren. Even hevig als de kleuren in de tuin. En zoveel mooie mensen die je nooit eerder zag. En de mensen die je al kende zien er nog mooier uit. Een beetje ongerust. Of je zelf ook iets zou moeten doen om het lentegevoel te versterken. Moet er door mij op een bepaalde manier gestapt of gekeken worden? Moeten er knoopjes losgemaakt worden? Moet er een andere blik zijn? Andere gebaren? Om bekeken te worden, en gezien als een stuk van de lente? Zal wel buiten categorie zijn. Ondertussen al een trein later. Wel erg moe, maar niet erg. Toch veel volk. Meer dan verwacht. Andere treinen zijn afgeschaft. Al meteen twee kansen gemist om hoffelijk te zijn. Waarom die oude vrouw zo snel voorbij ging? Zodat ze niet de kans gaf mijn plaats te krijgen. En de trein stopt alweer. Omroepstem. Onbepaalde vertraging in het bestemmingsstation, en daarom wordt er hier gewacht. Voor onbepaalde tijd. Zen. Diep inademen. Omroepstem. Nog steeds onbepaald. De deuren zullen geopend worden. Net al bezig met plaats te geven aan mevrouw die stond. En dan, daar een vriendin tegenkomen. Lekker. Iedereen op het perron. Omroepstem. Dat de eerste trein met bestemming L op spoor 12 zal vertrekken. Dichte drommen naar de trap. Zij en ik toch maar niet. Terug naar dezelfde trein. Mevrouw van de omroepstem loopt op het perron, zomaar los. Bericht dat tout est résolu. Ineens veel meer plaats op de trein. Zalig. Het lot heeft alles zo gewild.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Niet A
maar L.

De trein heeft vele stationnetjes
in het alfbabet.

Benieuwd of de woorden
vertragen met dit weer.
Of misschien zelfs een stakingsaanzeg deden ...

.
Zonder alfabet kan je niet reizen.
.