04 mei 2008

Waar en waarachtig

In de krant een heel mooi essay van de Britse auteur Jonathan Coe over de waarheid in en van boeken. Hij gaat uitgebreid in op het idee dat volgens sommigen boeken de ‘waarheid’ moeten bevatten, en dat ze niet geheel of gedeeltelijk mogen ‘verzonnen’ zijn. Dat moet dan de waarheid over een werkelijkheid of over het leven van de auteur zijn.

Wanneer een boek wordt gepresenteerd als ‘echt’, bv. als memoires of een of andere biografie, verwacht de lezer dat het de waarheid bevat. Coe beschrijft enkele literaire schandalen waarbij boeken die vrije bewerkingen waren van een werkelijkheid van de schrijver door de uitgever werden voorgesteld als ‘waar’. Toen later bleek dat sommige details niet klopten, waren veel lezers kwaad, en eisten ze hun geld terug. Merkwaardig toch.

Mensen willen graag geloven dat er een soort scherpe grens is tussen ‘fictie’ en ‘non-fictie’, maar dat is – om in de woordspeling te blijven – een fictie. De ene tekst is meer waar dan de andere, is meer verzonnen dan de andere, maar kan nooit ontsnappen aan zijn tekst-zijn. Een bepaalde tekst kan zich wel of niet als literair presenteren, het blijft een tekst, en de verschillen tussen soorten teksten zijn in het beste geval gradueel.

Stel dat je een wetenschappelijk artikel neemt dat een welbepaald chemisch proces beschrijft, dan nog is dat een ordening via woorden van de werkelijkheid. De woorden staan na elkaar, in een bepaalde volgorde. Aspecten van de werkelijkheid worden om didactische redenen – het is de bedoeling dat je aan het eind van de tekst begrijpt waar het over gaat – zo na elkaar gepresenteerd dat ze een logisch en te begrijpen geheel vormen. Wanneer je een filmopname zou maken van hetzelfde chemisch proces, dan zou je misschien iets zien dat enkele seconden duurt. Beide vormen zouden een weergave zijn van de werkelijkheid, en allebei zouden ze iets zeggen, maar ook niet alles. Ze kunnen nooit ontsnappen aan hun eigen vorm. Die vorm is een soort zwaartekracht.

Het wordt anders als je een mensenleven, of een deel of aspect ervan zou moeten beschrijven. Wat is de waarheid over een leven? Het leven is een hoop simultaan lopende, vaak onvoorspelbare en helemaal niet logische gebeurtenissen. Ze stromen over je heen, je stroomt mee, en soms bepaal je iets van die stroom. Zo vaak ook niet. En in zoveel gevallen weet je al helemaal niet wat er gebeurt of waarom. Stel dat je van een bepaalde dag alles, maar dan ook echt alles zou beschrijven wat er gebeurt rondom jou en in jou. Het zou ten eerste een volstrekt niet te vatten hoop dingen zijn. En die zouden ten tweede zo goed als niets zeggen over de ‘waarheid’ van die dag. De waarheid is even werkelijk en tegelijk even onvatbaar als een rivier. En elke poging om die waarheid te vatten is gedoemd om te falen. Als je tenminste verwacht dat een boek of tekst de waarheid kan zeggen.

Stel dat je die bewuste dag moe was, waardoor je traag op gang kwam. Je voelde je droevig omdat je de dag daarvoor had gehoord dat een goede vriendin kanker had. Op weg naar je werk begon het ook nog eens hard te regenen, waardoor je kletsnat op de trein zat. Net op dat moment kwam een prachtige vrouw tegenover jou zitten. Een aarzelend gesprek kwam op gang. Net voor het uitstappen werden telefoonnummers uitgewisseld. De rest van de dag bleef die vrouw in je hoofd zitten. Verwarrende gevoelens: verdriet, vermoeidheid, verlangen, schuldgevoel, … Die avond werd het gesprek aan de telefoon verder gezet.

Hoe zou je die dag beschrijven? Zou een feitelijke beschrijving van de chemische processen in de hersenen de waarheid dichter benaderen dan een gedicht dat de verwarring van verdriet en verlangen zou proberen te verwoorden?

Stel dat je als lezer de vorige paragraaf leest met de beschrijving van de dag. Dan kun je je er misschien al iets bij voorstellen. Misschien wil je al een beeld maken van hoe die personen eruit zien. Misschien wil je weten wat er dag nadien gebeurde. Het verhaal heeft het overgenomen. En waarom dat zo is, legt Coe uit: “Als romanschrijver wil ik dat mijn verhalen eb en vloed kennen, dramatische bogen en spanning. Zaken die je over het algemeen niet terugvindt in het echte leven. Hun afwezigheid is wellicht een van de hoofdredenen waarom mensen ooit begonnen zijn met elkaar verhalen te vertellen.”

Een verhaal of een boek moet waarachtig zijn, niet waar. Je moet bij wijze van spreken bereid zijn het te geloven, hoe fictioneel het ook is. Mensen zijn verhalen vertellende wezens. Er zijn weinig dingen die ons allerdiepste wezen zo kunnen raken als verhalen. Ze verzinnebeelden tegelijk onze allerdiepste verlangens, naar een werkelijkheid waar er een begin, een midden en een einde is.

Dat is de echte waarheid van een goed boek. Het boek is zijn eigen waarheid, en net daardoor kan het iets zeggen over de waarheid van onze eigen werkelijkheid. Misschien nog meer dan we ooit zelf kunnen begrijpen. Coe zegt het zo: “Plato had gelijk – een roman, een gedicht, een schilderij of een beeldhouwwerk kunnen ons niet dichter dan twee stappen bij de waarheid brengen. Maar in deze tijd betekent dat toch al iets. Omdat het ons dichterbij brengt dan om het even welke andere vorm van schrijven. Er schuilt een zekere puurheid in dat contract tussen de schrijver en de lezer van fictie, die van fictie de eerlijkste vorm van schrijven maakt die er bestaat, in een wereld die overspoeld wordt door leugens vermomd als waarheid, en halve waarheden die moeten doorgaan voor de hele waarheid.”

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.


Mag ik een Vlaamse dichter citeren:
"We moeten ons geheugen niet aan dichters toevertrouwen.
Die brouwen er hun zinnen rond en zoeken dagenlang naar
oude woorden voor de sfeer.
...
Als het
in hun metrum past leggen ze dokken droog of wallen bloot
en laten treinen rijden door een karrenspoor."

Bart Moeyaert
Uit 'Gedichten voor gelukkige mensen'.


Vertrouw me, ik ben een leugenaar



Ik heb menig keer het gevoel dat lezers vergeten
dat een schrijver een 'god' is die schept.
Zijn eigen wereld. En een stukje die van de lezer.
Want hij laat de lezer volkomen vrij
om uit de leugen zijn waarheid te puren.

Een échte lezer vergroot de leugen.
Met z'n verbeelding.
De ene wil genieten, de andere geloven.
In een leugen. Dikwijls is dat gemakkelijker.

Uvi
.