24 januari 2010

De lijnen

‘Ik vind de foto die je maakte wel mooi.’
‘Ja, echt? Dan ben ik heel gelukkig.’
‘Je hebt iets gezien, dat voel je.’
‘Hoewel het misschien anders lijkt, wou ik je ogen op deze manier op de foto krijgen. Ze verdwijnen een klein beetje in de schaduw van je haar, maar ze zijn heel sterk, en ze zeggen veel.’
‘Je voelt ook dat ik je vertrouwde op dat moment. En nu ik het resultaat zie, weet ik dat dat goed was.’
‘Wat denk je dat ik zag?’
‘Er is iets aan me, dat alleen van mij is. Sommigen zullen het waarschijnlijk een soort eenzaamheid noemen. En misschien is het dat ook wel. Anderen zullen het helemaal niet zien, ze kijken niet verder dan hier, begrijp je?’
‘Ja, ik begrijp het.’
‘Het is op een bepaalde manier ook gemakkelijk, om die buitenkant als een scherm voor me te houden. Het is gemakkelijk om te doen alsof ik dat ben. Maar het maakt ook dat niet iedereen ziet wat erachter zit.’
‘Ik weet niet of eenzaam het beste woord is, het is iets ingewikkelder. Ik heb altijd het gevoel dat je een plek hebt waar je alleen wilt zijn. Maar tegelijk is het zo dat je ook lijkt te willen dat er iemand is die toekijkt of die naast je staat en je daar alleen laat, zonder zelf weg te gaan. Ik kan het niet zo goed uitleggen, maar zo voelt het.’
‘Je hebt helemaal gelijk, ik krijg er kippenvel van, kijk maar. Je bent de eerste die dat ziet.’
‘Zo moeilijk is het nochtans niet, je moet gewoon goed kijken.’
‘Kijken, maar ook dicht genoeg komen, zonder te dicht te komen. Vooral niet te dicht komen.’
‘En toch heb je me die foto laten maken.’
‘Het was een gok, maar ik wist dat het met jou zou lukken. Ik wou weten of iemand doorheen wat zo de aandacht zou kunnen trekken ook het kleine en kwetsbare achteraan zou kunnen zien. En dat is je met die foto wel gelukt, denk ik.’
‘Ik ken je ook al zo lang, en jij kent mij.’
‘Weet je, er is iets tussen ons dat anderen waarschijnlijk niet begrijpen. Voor hen lijkt het misschien alsof er een afstand is tussen ons, alsof we te ver van elkaar blijven. Ze denken dat we dichterbij moeten komen. Maar het is omgekeerd. Door die afstand ben je meer met mij en in mij dan wanneer ik je veel dichter zou laten komen. Dan zou er iets stuk gaan dat niet meer te herstellen is.’
‘Ik denk dat dat voor mij ook zo is. Ik vertrouw je meer dan wie ook, het is alsof ik je alles kan laten zien. Maar iemand die dat ook allemaal zou willen aanraken, zou veel minder zien dan jij. Begrijp je het een beetje?’
‘Ja, helemaal, zoals altijd.’
‘Ik denk dat we zo nog lang verder kunnen. Ik zou alleszins willen dat het blijft.’
‘Ik ook, ik ook. Dat heb ik altijd geweten.’
‘Het is rustig hier, je hebt er een mooie plek van gemaakt. Dat zal wel niet gemakkelijk geweest zijn.’
‘Het was eigenlijk gemakkelijker dan ik had gevreesd. Dit keer klopte alles. Ik denk dat ik niet meer ga verhuizen. Het zou wel eens kunnen dat ik eindelijk de plek gevonden heb waar ik altijd zal willen blijven.’
‘Dat zou ik je heel graag willen toewensen.’
‘En zoals jij hier nu bent, zoals je stem klinkt in deze kamer, dat is allemaal zoals het zou moeten zijn.’
‘Daar word ik een beetje stil van.’
‘Als ik naar jou kijk, denk ik soms: het is allemaal goed, je hoeft niet zo onrustig te zijn. Ik denk dat je soms het gevoel hebt dat je nog veel moet zoeken, maar misschien is alles er al, en is het dit. Wat goed is, wat de goede plek is, wat de juiste mensen zijn, het is voor iedereen verschillend. En hoe de dingen zogenaamd horen te zijn, dat is voor veel mensen niet de juiste weg. Voor jou alleszins niet. En ik denk dat je dat wel weet.’
‘Misschien wel, misschien is het wel zo. Ik zeg het soms tegen mezelf, dat ik gewoon moet blijven staan. Niet wachten of missen, gewoon blijven en ontvangen. Misschien is dat een andere vorm van verlangen.’
‘Dat heb je weer mooi gezegd. Je zou die dingen moeten opschrijven. Zoek een vorm die bij je past, en doe het gewoon. Wat maakt het uit of het past in wat anderen van jou verwachten. Als het goed is, komen ze vanzelf wel.’
‘Je hebt gelijk, ik zou het moeten proberen. En weet je, ik ga het ook doen. Ik voel al een tijdje dat er iets gaat gebeuren, en misschien is het nu het moment. Veranderen om beter thuis te komen of zoiets.’
‘Maar je moet het dan wel hier komen vertellen allemaal, bij mij.’
‘En ga jij dan ook zo’n foto van mij maken?’
‘Ja, dat zal ik doen als je dat wilt.’

Geen opmerkingen: